Jasper Haak, AF Advisors
i-mSbqtb9-XL.jpg

De invoering van de Alternative Investment Management Directive, ofwel AIFMD, ruim drie jaar geleden, heeft geleid tot professionalisering, concludeert FN FN Kennisexpert Jasper Haak, en geen significante negatieve effecten gehad op de industrie.

‘Het jaar 2014 en overigens ook 2013 stonden voor veel beleggingsinstellingen in het teken van de AIFMD-vergunning. Een groot deel van de Nederlandse beleggingsinstellingen ‘kreeg’ de  AIFMD-vergunning medio 2014 automatisch omdat de bestaande vergunning om beleggingsinstellingen te beheren van rechtswege werd omgezet.

Een kleiner deel van de Nederlandse beleggingsinstellingen vroeg de AIFMD-vergunning geheel nieuw aan. In beide gevallen moesten deze beleggingsinstellingen per 22 juli 2014 aan de AIFMD-eisen voldoen. 

AIFMD staat voor Alternative Investment Fund Managers Directive. Deze Europese richtlijn uit 2011 was voornamelijk gericht op, zoals de naam al aangeeft, beleggingsfondsen die beleggen in alternatieve beleggingscategorieën.

Toenmalig president van de Europese Commissie Barroso sprak, na de stemming over deze wet in het Europees Parlement, vrij vertaald de volgende woorden: ‘AIFMD betekent dat hedgefondsen en private equity-fondsen niet meer functioneren in een regelgevingsvacuüm’.

Tijdens de financiële crisis kwamen toezichthouders erachter dat een belangrijk deel van de beleggingen, namelijk alternatieve beleggingen die vaak waren gericht op institutionele beleggers, voor een groot deel buiten het bestaande regelgevingskader plaatsvond.

Er was tot dan toe geen aanleiding geweest voor actieve betrokkenheid van toezichthouders aangezien klantbescherming minder belangrijk werd gevonden in de wetenschap dat de klanten voornamelijk institutionele beleggers waren. Ook was het belegd vermogen minder dan het belegd vermogen in traditionele beleggingscategorieën zoals aandelen, vastrentende waarden en geldmarkt-instrumenten.

In de financiële crisis bleek dat beleggingen in alternatieve beleggingscategorieën in hedgefondsen, collateralized debt obligations, ofwel CDO’s, en vastgoed significante effecten hadden op de economie en dat ze deels ten grondslag lagen aan deze crisis.

Ruim drie jaar later

Nu, ruim drie jaar later, is het interessant om te kijken wat de AIFMD de Nederlandse financiële sector heeft gebracht. Afgelopen week telde het AFM AIFMD register 108 vergunninghoudende entiteiten. Hiervan wordt ongeveer de helft gevormd door beleggingsinstellingen die voornamelijk beleggingen in alternatieve beleggingscategorieën aanbieden.

Vastgoedspecialisten, zoals bijvoorbeeld CBRE, vormen daarvan het grootste  deel, maar de lijst bevat ook een aantal Nederlandse private equity- en hedgefonds-specialisten zoals Transtrend en AlpInvest. De resterende beleggingsinstellingen zijn grotendeels bijvangst.

Nederlandse verzekeraars, pensioenuitvoerders en asset managers hebben immers ook een AIFMD-vergunning zonder dat hun beleggingen voornamelijk alternatieve beleggingen bevatten. Daarnaast valt ook een groot aantal kleinere vermogensbeheerders onder deze wetgeving en hebben ze dientengevolge de AIFMD-vergunning aangevraagd.

Als er gekeken wordt naar belegd vermogen dan voeren de traditionele beleggingen die onder AIFMD vallen de boventoon. Ongeveer 75 procent van de traditionele beleggingen valt in Nederland onder AIFMD. Traditionele partijen hebben dus helaas veel kosten moeten maken om aan een regelgeving te voldoen die niet op hen gericht was en waar ze ook geen aanleiding toe gegeven hebben. 

Voordelen evident

De voordelen van deze nieuwe regelgeving zijn evident. De nationale toezichthouders hebben een veel beter beeld van een belangrijk deel van het beleggingsuniversum. Dit geldt overigens voor zowel de alternatieve beleggingen als de bijvangst. De regelgeving heeft voor beide categorieën ook voor een professionalisering gezorgd waarbij beleid en uitvoering beter wordt gedocumenteerd en voornamelijk risico-management een meer prominente rol heeft gekregen.

Weinig van de verplichtingen die voortvloeien uit AIFMD zijn daadwerkelijk restrictief ten aanzien van het beleggingsbeleid en de structuur van de beleggingsinstelling. Over het algemeen bevatte de wetgeving weinig nieuws en liet de interpretatie veel ruimte over. 

Belangrijk nadeel vormen de kosten die moesten worden gemaakt om aan de AIFMD-eisen te voldoen. Zeker voor kleinere of startende vermogensbeheerders zijn deze kosten significant. Hiermee kan worden beargumenteerd dat deze wetgeving diversiteit in het Nederlandse beleggingsecosysteem in de weg staat.

Echter, aangezien er in een klein land als Nederland nog steeds meer dan 100 vergunninghoudende beleggingsinstellingen zijn, naast een overweldigend aanbod aan buitenlandse beleggingsinstellingen die in Nederland hun producten aanbieden, snijdt dit argument weinig hout.

Ook is er in Nederland en in het buitenland een aantal oplossingen beschikbaar voor beginnende vermogensbeheerders die gebruik kunnen maken van de vergunning van een ‘fondsenhotel’ zoals Privium Fund Management. 

Concluderend heeft AIFMD meer bijvangst opgeleverd dan de alternatieve beleggingen waarop de regelgeving gericht is. Echter, de regelgeving heeft wel tot professionalisering van veel beleggingsinstellingen geleid hetgeen nu weer van pas komt met de implementatie van Mifid II en heeft geen significante negatieve effecten gehad op de industrie.’

Jasper Haak is mede-oprichter van AF Advisors, een in Rotterdam gevestigde consultant in beleggingsoplossingen en research ten behoeve van asset managers en andere financiële instellingen. 

Haak deelt op structurele basis met Fondsnieuws-lezers zijn kennis op het gebied van markt- en productontwikkeling. Wilt u meer bijdragen van onze FN Kennisexperts lezen, klik dan hier.

 
Author(s)
Tags
Access
Limited
Article type
Article
FD Article
No