De vier grootste Nederlandse private banks zetten zich schrap voor de eerste renteverhoging van de Federal Reserve sinds 2006. Deze stap zal naar verwachting later dit jaar genomen worden en zorgt mogelijk voor aanhoudende onrust op de financiële markten.
Dat valt af te leiden uit de meest recente wijzigingen in de beleggingsmix van ABN Amro MeesPierson, Rabobank, ING en Van Lanschot.
Daaruit blijkt tevens dat aandelen (sterk) de voorkeur blijven behouden boven obligaties, en dat binnen de beleggingscategorie aandelen Europa aantrekkelijker gevonden wordt dan de Verenigde Staten. Over opkomende markten zijn de banken meer verdeeld.
Schokbestendig
ABN Amro MeesPierson, de marktleider in Nederland met eind eerste kwartaal bijna 210 miljard euro onder beheer, stelt dat het schokbestendig maken van de beleggingsportefeuille nu essentieel is.
‘De afgelopen maanden is er sprake geweest van veel turbulentie op de wereldwijde financiële markten. In een dergelijke situatie is een positionering waarbij risicodiversificatie wordt nagestreefd meer dan ooit gewenst en noodzakelijk’, zegt hoofd beleggingsstrategie Ben Steinebach (foto).
Om die reden heeft ABN Amro MeesPierson binnen alternatieve beleggingen een aantal wijzigingen aangebracht. De positie in vastgoed werd verkocht omdat het risicoprofiel van deze beleggingen te veel lijkt op dat van aandelen. ‘Daarnaast is vastgoed gevoelig voor een stijging van de marktrente die we verwachten in zowel de Verenigde Staten als Europa.’
Het belang in hedgefonden verhoogde de bank, omdat dit ‘de beste manier is om de portefeuille te beschermen tegen mogelijke periodes van onrust en grote koersfluctuaties, vooral op de aandelenmarkten’.
Ook de al bestaande ‘overweging’ van grondstoffen werd verder uitgebreid, omdat het koersverloop afwijkt van dat van aandelen. Steinebach: ‘Bovendien zijn de vooruitzichten voor veel grondstoffen gunstig vanwege de aantrekkende economische groei. Dit komt volgens ons tot uiting in stijgende prijzen van veel grondstoffen, waaronder die van energie, agrarische grondstoffen en veel basismetalen.’
ING
Bob Homan van het ING Investment Office stelt in de maandelijkse update over de beleggingsmix van de bank dat de stijgende rente ‘een belangrijke factor om rekening mee te houden’ is, zowel op regionaal als op sector niveau.
‘Vanwege de gevoeligheid voor een hogere rente beleggen we minder in de sector nutsbedrijven en meer in de sector financiële waarden’, aldus het hoofd van het beleggingsteam van ING.
‘De sector nutsbedrijven is gewoonlijk erg gevoelig voor rentebewegingen. Bedrijven in deze kapitaalintensieve sector hebben gemiddeld relatief veel leningen, waardoor een stijgende rente direct negatieve invloed heeft op hun winstgevendheid.’
Dat geldt ook voor bedrijven in de financiële sector, maar dan omgekeerd. ‘De banken hebben juist veel leningen uitstaan, en kunnen hun winstmarges verbeteren bij een hogere rente’, vervolgt Homan. ‘Bovendien zullen ze, doordat de vraag toeneemt, meer krediet verstrekken bij een aantrekkende economie.’
Een verhoging van de beleidsrente door de Federal Reserve, het stelsel van Amerikaanse centrale banken, zou daarnaast nadelig kunnen uitpakken voor Amerikaanse ondernemingen. Het zou samen met de duurdere dollar en stijgende loonkosten de winstgevendheid verder onder druk kunnen zetten. Dat terwijl Amerikaanse al relatief duur zijn.
‘We zien onvoldoende redenen om op korte termijn positiever te worden over beleggen in de VS en veranderen de neutrale weging dan ook niet.’
Ten aanzien van aandelen als beleggingscategorie is ING overigens als enige private bank niet uitgesproken positief. Volgens Homan is het opwaarts potentieel namelijk nog maar beperkt. Al in het voorjaar werd deels winst genomen op aandelen en werden de vrijgekomen middelen herbelegd in alternatieve beleggingen of obligaties.
Bij een eventuele correctie op de aandelenmarkten zou het belang in aandelen weer verhoogd kunnen worden, zo gaf het eerder aan. Maar de dip ten tijde van het hoogtepunt van de Griekse crisis gaf daarvoor niet genoeg aanleiding, getuige de nog altijd neutrale weging van aandelen.
Valutarisico
Rabobank, dat zo veel mogelijk in aandelen en zo min mogelijk in obligaties belegt, heeft de asset allocatie recent nagenoeg ongewijzigd gelaten, of het moet bijvoorbeeld het advies zijn om de helft van het valutarisico van Japanse aandelen af te dekken, wat minder is dan voorheen.
Dit wordt ingegeven doordat het beleid van premier Abe lijkt te slagen, licht chief investment officer Han Dieperink in een rapport toe. ‘Inmiddels is er met de herverkiezing van Abe sprake van Abenomics 2.0, dat meer oog heeft voor reflatie dan het huishoudboekje op orde krijgen. We verwachten in 2015 en ook de jaren erna dat de transitie zich zal vertalen in positieve aandelenrendementen, doordat de yen wordt verzwakt en door geleidelijk hogere inflatie, waardoor steeds meer Japanners een grote draai gaan maken richting Japanse aandelen.’ Rabo is al enige tijd overwogen in Japan.
Écht positief is Dieperink over aandelen uit opkomende markten. Door de ingezakte olieprijs, de crisis in Rusland en in mindere mate de angst voor een vroege renteverhoging in de VS was er sprake van een marktbrede verkoopgolf. Onterecht, zegt Dieperink, want beleggers zouden juist wel onderscheid tussen de verschillende landen moeten maken.
De opkomende landen die juist profiteren van de lage oliemarkt, en helemaal de landen die hervormen, zijn daarbij het aantrekkelijkst.
Een andere wijziging in de beleggingsmix bij Rabo zit in het obligatiegedeelte. Vanwege de opgelopen risicopremies maken high yield bedrijfsobligaties weer deel uit van de portefeuille, nadat deze beleggingscategorie begin 2014 werd verlaten.
Liquiditeiten
Ook Van Lanschot heeft gedurende 2015 al aanpassingen gedaan om zich te beschermen tegen hogere rentes. Want door de aantrekkende economie in de eurozone zal de marktrente naar verwachting stijgen de komende jaren, zegt Maarten Kneepkens, hoofd Vermogensbeheer A la Carte bij Kempen & Co, een dochteronderneming van Van Lanschot die voor de private bank de asset allocatie bepaalt.
Dit heeft hij gedaan door een deel van de staatsobligaties en bedrijfsobligaties te verkopen en vervolgens dat geld te alloceren naar een geldmarktfonds.
Net als ABN zijn in de portefeuilles van Van Lanschot de aandelen in (Europees) onroerend goed verkocht. Niet vanwege risicodiversificatie, maar simpelweg omdat ze na een forse koersstijging te duur geworden waren. Daarnaast is het gewicht in aandelen, en dan met name Europese, verhoogd.
‘Een aantrekkende eurozone-economie in combinatie met een nog gunstige waardering en een positief sentiment is ideaal voor Europese aandelen’, aldus Kneepkens.