Rekenmachine
i-sd69JGs.jpg

Banken lopen wat kosteninzicht betreft achter bij het bedrijfsleven.

‘Die berekening van de kosten van beleggen wordt niet gedegen gedaan.’ Dat was de eerste gedachte die opkwam bij managementconsultant Koen Perik toen hij las dat banken de belegger meer inzicht gaan geven in de kosten van beleggen in de vorm van de vergelijkende kostenmaatstaf (vkm).

‘De beschreven kostprijsberekening is een doelredenering, waarbij de kosten altijd zullen uitkomen op — ongeveer — de tarieven die aan klanten in rekening worden gebracht. Een andere uitkomst is namelijk niet gewenst.’

Deze maand werd bekend dat banken vanaf januari beginnen met de publicatie van die kosteninschatting bij hun beleggingsdienstverlening. Daarmee komen ze tegemoet aan een vurige wens van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) om de ‘total cost of ownership’ in te voeren: een voor iedere belegger op maat gemaakt overzicht van alle kosten die voor die belegger zijn gemaakt.

Vergelijkende kostenmaatstaf

De vergelijkende kostenmaatstaf van de banken is daarin een eerste stap — nog geen maatwerk, maar een inschatting vooraf van de kosten op basis van het risicoprofiel van de belegger. Maatwerk, zo zeggen de banken, is vanwege de complexe berekeningen en de grote IT-investeringen nog een brug te ver.

‘Die kostprijsberekening is veel minder complex dan de berekeningen die actuarissen uitvoeren’, zegt Perik. ‘Het probleem is dat als je álle kosten van een bank goed naar álle producten en diensten voor klanten toerekent, er zeer waarschijnlijk geen match meer is tussen de integrale kosten en de integrale tarieven.

Dat is een bom onder je businessmodel en interne financiële bedrijfsvoering, want als hier forse verschillen uitkomen, betekent dat dat je in het verleden sommige klanten te veel, en andere te weinig in rekening zult hebben gebracht.’

Fascinatie voor kostprijs

Koen Perik (49), auteur van De kostprijs, inzicht in winstgevendheid van producten en klanten, is al jaren gefascineerd door het begrip kostprijs. Dat begon toen hij als dienstplichtig officier werd gestationeerd bij het bureau Regelgeving en Verrekening van de Koninklijke Luchtmacht.

Aan de muur hing een computeruitdraai met de kostprijs van één F-16: 45.000 gulden per uur. ‘Daar kon je al zien dat het snel misgaat als je op die manier een kostprijs probeert te berekenen. Je kunt niet zomaar een prijs zetten op oorlog voeren.’

Sinds 2007 komt hij als partner van SIS Finance over de vloer bij banken, ziekenhuizen en multinationals en adviseerde hij het ministerie van Financiën over het provisieverbod. Hij ziet dat steeds meer instellingen geacht worden per product te weten wat de totale kosten zijn. Hiervoor moeten ze op een gedegen wijze kosten toerekenen.

Maar veel instellingen hebben geen betrouwbare en intern gedragen methode om de totale kosten toe te rekenen naar een individueel product of dienst, aldus Perik. ‘Bedrijven als Philips en Procter & Gamble, die moeten concurreren met de rest van de wereld, hebben hun huishoudboekje op orde.

Of de automobielindustrie, daar kunnen ze je tot op de cent nauwkeurig vertellen wat het rechterachterwiel kost. Door mijn tijd bij Unilever dacht ik dat elke bedrijf inzicht heeft in zijn kosten. Maar in sectoren met weinig concurrentie, zoals de bankensector of de zorg, hebben veel bedrijven daar veel minder zicht op.

Ziekenhuizen maken allemaal een andere som. Daarom kost een onderzoek naar de wervelkolom in het ene ziekenhuis 500 euro en bij het andere 3.000 euro.’

En banken?

‘Banken zijn al veel verder dan voor de crisis. Toen huurden ze links en rechts consultants in, zonder te kijken naar de kosten.’

Hoe komt dat?

Willen ze wel echt weten wat hun kosten zijn? ‘Mensen hebben thuis hun hypotheek op orde, ze weten precies wat hun eigen auto kost. Maar als het gaat om hun bedrijf is de kennis minder goed. Want dat is geld van een ander. En bij banken was er gewoon te veel geld voorhanden.’

Maar nu gaat het dus beter?

‘Ze worstelen nog steeds om inzicht te krijgen in hun kosten. Probeer maar eens uit te vinden wat de kostprijs is van een individuele bankrekening in Nederland. Dat is best lastig voor een bank.’

En de totale kosten van beleggen?

Dat is ook een lastige vraag? ‘Fancy begrippen als “total” en “total cost of ownership” zijn in mijn adviespraktijk meestal een signaal dat een organisatie haar kosten niet in beeld heeft, dat de instelling gemakkelijk tarieven in de markt kwijt kan en jaarlijks kan verhogen. Termen als “total cost of ownership” en bijvoorbeeld ook “activity based costing” zijn dan zand in de ogen van bijvoorbeeld een toezichthouder, en kunnen het signaal afgeven dat je “lekker bezig bent”. Maar de essentie wordt niet aangepakt en de kostprijsberekening klopt eenvoudigweg niet.’

De banken zitten niet te wachten op transparantie?

‘In dit geval is transparantie niet in het belang van de bedrijfstak. Begrijpelijk, vanwege de financiële belangen. Geen enkel probleem. Maar doe dan niet alsof je nu de echte kosten in beeld brengt.’

Copyright: Het Financieele Dagblad, 28 juli 2014.

Meer achtergronden op Fondsnieuws:

 

Access
Limited
Article type
Article
FD Article
No