
Het belegd vermogen van ’s werelds grootste pensioenfondsen is afgelopen jaar licht gedaald. Met ABP en Zorg en Welzijn heeft Nederland nog altijd twee pensioenfondsen in de top 10.
Dat blijkt uit een jaarlijks onderzoek van denktank Thinking Ahead Institute.
In totaal daalden de ‘assets’ van de 300 grootste pensioenfondsen in 2018 als gevolg van uitdagende marktomstandigheden met 0,4 procent tot 18.000 miljard dollar. Een jaar eerder stegen ze nog met 15,1 procent.
De top 20 fondsen zag het belegd vermogen afgelopen jaar zelfs met 1,6 procent dalen. Het is voor het eerst sinds 2012 dat deze pensioenreuzen hun gezamenlijk marktaandeel zag dalen tot 40,7 procent.
Echter, over de afgelopen vijf jaar bezien, groeide het belegd vermogen van de 20 grootste fondsen met 4,7 procent (gewogen gemiddelde), tegen 3,9 procent voor alle 300 fondsen en 3,4 procent voor de kleinste 150 fondsen in het onderzoek.
Schaal
Schaalgrootte is in veel opzichten een enorm voordeel, zegt hoofdonderzoeker Bob Collie in een toelichting. ‘Veel zeer interessante en belangrijke ontwikkelingen beginnen bij de grootste fondsen, en omdat nieuwe beleggingsideeën zoals de totale portefeuillebenadering en ‘universal ownership’ tractie krijgen binnen deze organisaties, beïnvloeden ze de hele markt.’ In Nederland vindt mede hierom een consolidatiegolf onder pensioenfondsen plaats.
Een meerderheid van de grootste fondsen wereldwijd onderstreept inmiddels het belang van duurzaamheid, vervolgt Collie. ‘ESG-factoren zijn nu belangrijke financiële overwegingen. Ook zijn ze zich steeds meer bewust van de rol die ze als grote beleggers in de samenleving spelen, en de verantwoordelijkheid die daarbij hoort.’
Achterblijvende groei
‘Wat vanuit een Nederlands perspectief opvalt is dat het groeitempo van Europese fondsen achterblijft bij dat van Amerikaanse: 0,5 procent tegen 5,8 procent. Dat is te verklaren door de allocatie naar alternatieve beleggingscategorieën die in Europa lager ligt dan in de VS’, zegt hoofd beleggingen Jacco Heemskerk van Willis Towers Watson, een grote sponsor van de denktank.
‘Voor een deel is dit gerelateerd aan wet- en regelgeving, waaronder het Nederlandse Financieel Toetsingskader. Het verschil geeft evenwel aan dat er nog mogelijkheden voor rendement te vinden zijn in andere beleggingscategorieën.’
De beleggingsmix van de top 20 fondsen bestaat nu gemiddeld voor 44,7 procent uit aandelen, 36,9 procent obligaties en 18,3 procent alternatives en cash.
De defined contribution assets van de 300 grootste fondsen stegen afgelopen jaar met 5,1 procent, terwijl de defined benefit assets met 0,2 procent daalden. Defined benefit is nog altijd goed voor 64,7 procent van het totale vermogen.