
Beleggers hebben nog altijd geen goed beeld van de totale kosten die ze betalen. Ze denken dat ze minder betalen dan ze doen en dan ze zeggen redelijk te vinden
Dat blijkt uit een onderzoek dat Fondsnieuws en Vergelijk uw Vermogensbeheerder begin dit jaar afnamen.
Aan het onderzoek namen 245 beleggers deel.Dit waren zowel kleine beleggers met minder dan 50.000 euro belegd vermogen, als grote beleggers met meer dan 2,5 miljoen aan belegd vermogen en alles daartussenin.
Doel was te kijken naar wat mensen belangrijk vinden bij het selecteren van een vermogensbeheerder, adviseur of platform. De meeste ondervraagden beleggen via een bank, maar ook een redelijke grote groep maakt gebruik van een zelfstandige vermogensbeheerder.
De meeste respondenten zijn vermogensbeheerklanten, gevolgd door zelfbeleggers en afnemers van advies.
Kosten
Zelfbeleggers geven aan hier minder dan 1 procent per jaar voor te betalen. Dit vinden zij een redelijk tot laag percentage. In de praktijk hangen de kosten voor zelf beleggen over het algemeen sterk af van de hoeveelheid transacties die iemand doet. Hoe meer transacties je doet, hoe duurder het meestal wordt.
Het grootste gedeelte van de ondervraagde adviesklanten geeft aan tussen de 0,51 en 1 procent per jaar te betalen. Beheerklanten schatten hun kosten wat hoger in. De meeste denken tussen de 0,51 en 1,5 procent te betalen.
Het beeld of dit in- of exclusief de kosten is voor de fondsen waarin belegd wordt, is diffuus. De helft geeft aan dat dit inclusief de kosten voor de onderliggende beleggingsfondsen is, de andere helft exclusief (en het is niet zo dat de mensen die lagere kosten noemen vaker zeggen dat dit exclusief fondskosten is).
Het kan zijn dat sommigen dit niet goed weten. Daarnaast lopen de kosten voor vermogensbeheer ook gewoon uiteen.
Redelijk
Gevraagd naar wat mensen die gebruikmaken van de diensten van een vermogensbeheerder een redelijk percentage vinden om per jaar te betalen voor het beheer van een beleggingsportefeuille van 250.000 euro inclusief de kosten voor de fondsen waarin belegd wordt, zegt een vijfde van de beheerbeleggers minder dan 50 basispunten redelijk te vinden.
Twee vijfde van de beheerbeleggers vindt een percentage tussen de 0,5 en 1 procent per jaar redelijk en ruim een kwart vindt een percentage tussen de 1 en 1,5 procent schappelijk.
Dit lijkt niet overeen te komen met de werkelijkheid. ‘Voor een neutrale beheerportefeuille gevuld met beleggingsfondsen betaal je bij ABN Amro 2,54 procent per jaar, bij ING ruim 2 procent en bij Rabobank bijna 1,80 procent per jaar’, zegt directeur Jos van Heese van Vergelijk uw Vermogensbeheerder.
Bij zelfstandige vermogensbeheerders lopen de totale kosten voor een neutrale fondsportefeuille van 250.000 euro volgens Van Heese uiteen van pakweg 0,89 procent (Blu Asset) en 0,98 procent (Index People) tot bijvoorbeeld 1,9 procent bij Sequoia en 2,4 procent bij Hof Hoorneman.
Provisieverbod
Toezichthouder AFM maakt zich al een aantal jaren hard voor beter inzicht in de kosten voor beleggen. Het begin vorig jaar ingevoerde provisieverbod voor beleggingsdienstverlening heeft een einde gemaakt aan de voor klanten vaak onzichtbare provisies die in beleggingsfondsen zaten.
Sinds dit jaar is een aantal banken begonnen met het nadrukkelijker communiceren over de kosten van de beleggingsfondsen waarin zij voor klanten beleggen. Deze komen boven op de kosten die de bank zelf in rekening brengt.
Op Europees niveau wordt ondertussen gewerkt aan regelgeving die nog verder gaat in het inzichtelijk maken van kosten, maar zover is het nog niet.
Percentage van belegd vermogen
In de beleggingsindustrie is het gebruikelijk klanten een percentage van het belegd vermogen in rekening te brengen. Naarmate het vermogen toeneemt gaat de dienstverlening in euro’s meer kosten.
Hoewel je misschien zou verwachten dat klanten het redelijker zouden vinden een vast bedrag per jaar of per uur te betalen,is dit niet wat uit het onderzoek van Fondsnieuws en Vergelijk uw Vermogensbeheerder naar voren komt. Beleggers geven aan een voorkeur te hebben voor een percentage van het belegd vermogen.
‘Met een vast bedrag per jaar is er geen prikkel voor de vermogensbeheerder om het goed te doen’, zo licht een van de respondenten toe. ‘Uren zijn moeilijk te verifiëren’, zegt iemand anders.
De AFM stelde vorig jaar dat een vaste vergoeding of een uurloon het meest duidelijk voor de klant zou zijn, maar dat dit niet wegneemt dat ook een percentage van het belegd vermogen in het belang van de klant kan zijn.
Vast tarief
‘Ik ken eigenlijk maar één vermogensbeheerder die vaste kosten rekent’, zegt Van Heese. Dat is Balans Vermogensbeheer. ‘Ik zie deze trend eerlijk gezegd niet zo snel schuiven.’
Wat je wel vaak ziet, is dat partijen met staffels werken, waarbij het kostenpercentage omlaag gaat naarmate het belegd vermogen groter wordt. Vaak begint de afbouw volgens hem echter pas bij 1 miljoen belegd vermogen.
‘Dat betekent dat iemand met 600.000 euro twee keer zoveel betaalt als iemand met 300.000 euro. Dat staat niet in verhouding.’
Van Heese: ‘Ik denk dat als alle kosten 100 procent inzichtelijk zouden zijn en de kosten niet in percentages maar in euro’s genoteerd zouden worden, veel meer mensen zouden overstappen.’
Van de 245 ondervraagde beleggers geeft iets meer dan de helft (51 procent) aan de laatste jaren te zijn overgestapt naar een andere adviseur, beheerder of platform of dat de komende tijd in meer of mindere mate van plan te zijn.
Performance fee
Wat verder naar voren komt, is dat beleggers niet per se negatief staan tegenover een systeem waarin meer betaald wordt als het rendement goed is (een performance fee) en minder als dit niet zo is.
Hedgefondsen werken vaak met dit soort vergoedingen, maar ook enkele huis-tuin-en-keukenbeleggingsfondsen en vermogensbeheerders hebben ze. Een aantal fondsen met een absolute return-oogmerk van Robeco bijvoorbeeld, maar ook vermogensbeheerders als Optimix en Alex.
In het algemeen is de kritiek op performance fees dat ze het nemen van onverantwoorde risico’s in de hand kunnen werken. Ze zijn er echter in verschillende vormen en maten.
Het is bijvoorbeeld mogelijk een performance fee toe te kennen als een fonds het beter heeft gedaan dan een bepaalde index. Een andere manier van structureren is een performance fee uit te keren als het vermogen boven de ‘high watermark’ uit komt: de hoogste stand van het vermogen in bijvoorbeeld drie jaar.
Uiteraard zijn ook allerlei tussenvormen mogelijk. In dit onderzoek is niet gekeken naar welke vorm de voorkeur van beleggers uitgaat.
Risicoprofiel vaststellen
In het onderzoek is zelfbeleggers wel gevraagd of ze behoefte hebben aan tools om een risicoprofiel vast te stellen, aan voorbeeld-assetallocaties of fondstips.
Dit blijkt in de onderzoekspopulatie niet het geval. De ondervraagden zeggen dan ook niet bereid te zijn hier extra voor te betalen.
Volgens hoofd toezicht Tim Mortelmans van de AFM betekent dit echter niet dat execution onlyaanbieders hier geen morele verantwoordelijkheid hebben.
‘Als het goed gaat, zeggen beleggers vaak: bemoei je er niet mee, maar als ze teleurgesteld zijn, vinden ze dat de aanbieder toch ook iets had moeten doen.’
Vast aanspreekpunt
Een andere uitkomst is dat advies- en beheerklanten een vast aanspreekpunt heel belangrijk vinden. Is dat er niet, dan is dat een reden niet met een partij in zee te gaan.
Bij de meeste banken en duurdere vermogensbeheerders hebben beheer- en adviesklanten in principe een vast aanspreekpunt, ‘al horen wij nog steeds veel klachten over steeds wisselende aanspreekpunten’, zegt Van Heese.
Het gevoerde beleggingsbeleid wordt uiteraard ook belangrijk gevonden bij het maken van een keuze voor een vermogensbeheerder of beleggingsadviseur. De mate waarin duurzaam belegd wordt speelt hierbij nagenoeg geen rol.
Dit artikel is gepubliceerd in het Fondsnieuws-magazine dat op 22 april is verschenen.