Italiaanse staatsobligaties hangt een degradatie naar “junk-status” boven het hoofd. Desondanks groeit na jaren de interesse van buitenlandse beleggers in de ‘tikkende tijdbom’.
De langdurige exodus van buitenlandse beleggers uit Italiaanse staatsobligaties is dit jaar onderbroken. De activaklasse had dankzij buitenlandse interesse een positieve instroom van 35 miljard euro in de eerste zeven maanden van dit jaar, zo wees onderzoek van Amundi Investment Institute uit.
Ook werd de gemiddelde looptijd door beleggers verlengd, waarbij de netto verkoop van kortlopende obligaties 17 miljard euro bedroeg, en de aankoop van langerlopende effecten 52 miljard euro. Italiaanse banken hebben hun blootstelling aan staatsobligaties dit jaar licht teruggebracht, terwijl huishoudens fors instappen, schrijven de onderzoekers.
Eerder dit jaar noemde Domenico Siniscalco, vicevoorzitter van Morgan Stanley Europa en voormalig minister van Economische Zaken van Italië, de hernieuwde interesse een ‘magisch moment’, tegenover persbureau Reuters. Italië wordt volgens hem niet langer gezien als ‘een doelwit van speculatie’. Internationale investeerders bekijken het land volgens hem opnieuw met ‘totale rust en vertrouwen’.
Desondanks eisen beleggers op het moment van schrijven 4,5 procent rente op Italiaanse 10-jaars staatsobligaties, 60 basispunten meer dan Griekenland, het enige land in de Eurozone met een hogere schuldratio.
Bund-spread
Italië is een ‘tikkende tijdbom’, zegt Stefan Zeisberger, hoogleraar financiële economie aan de Radboud Universiteit. ‘We weten alleen niet wanneer die afgaat.’ Het land profiteert volgens Zeisberger nog steeds van het feit dat de meeste schulden nog een lage rente kennen, maar hoe langer de rente hoog blijft, hoe moeilijker de situatie zal worden.
Italië kampt met een combinatie van een hoge schuld (140 procent van het bbp), een hoog begrotingstekort (5,3 procent), een hoge rente (gemiddeld 4 procent) en een lage reële economische groei (0,7 procent in 2023). In 2021 en 2022 groeide de economie nog met respectievelijk 10 en 3 procent.
De mate waarin die cijfers als problematisch worden ervaren door beleggers komt tot uitdrukking in het renteverschil ten opzichte van Duitse 10-jaars staatsobligaties. Die spread beweegt doorgaans tussen 300 en 100 basispunten. Op dit moment vragen beleggers 180 basispunten extra voor de langlopende staatsschuld uit Italië, wat vooralsnog niet duidt op paniek.
Kredietbeoordeling
Omdat de gemiddelde looptijd van Italiaanse schuld zeven jaar bedraagt, is het schuldniveau geen acute aanleiding tot zorgen, zegt Francesco Giavazzi, voormalig economisch adviseur van Mario Draghi, en hoogleraar economie aan de Milanese Bocconi Universiteit. De lage economische groei is dat volgens hem wel.
‘We zullen goed in de gaten moeten houden wat kredietbeoordelaars aan het eind van deze maand over Italië zullen zeggen’, zegt Giavazzi tegenover Investment Officer. ‘Let wel, Italië is in de afgelopen honderd jaar nooit in gebreke gebleven, in tegenstelling tot Griekenland.’
Moody’s zal op 17 november een oordeel vellen over de staat van de Italiaanse kredietwaardigheid. Het bedrijf kwalificeert de Italiaanse schuld op dit moment op Baa3, slechts één trede boven junk. De outlook is negatief. Afgelopen vrijdag maakte Fitch bekend de BBB rating te handhaven, met een ‘stable’ outlook.
Tactische allocatie naar Italiaanse staatsobligaties
Voor Nederlandse pensioenfondsen die staatsobligaties inzetten om renterisico’s af te dekken, is de eerste prioriteit zekerheid en stabiliteit. ‘Een strategische allocatie naar Italiaanse staatsobligaties ligt daarom minder voor de hand vanwege volatiliteitsrisico’s en het feit dat Italiaanse obligaties niet als onderpand geschikt zijn’, zegt Rob Dekker, senior portefeuillebeheerder bij Achmea IM.
Tactische allocatie naar Italië is wel een optie, volgens Dekker. Met een kleine allocatie naar staatspapier met een looptijd van 3 tot 6 maanden kan additioneel rendement behaald worden.
TPI
Een acuut gevaar op een hernieuwde schuldencrisis lijkt voorlopig namelijk beperkt, volgens Dekker. ‘De Europese Unie heeft de afgelopen jaren grote eenheid laten zien, en wij verwachten dat deze zal aanhouden.’
Voorbeelden zijn volgens Dekker de ECB die, indien de situatie daarom vraagt, lokale obligatiemarkten kan steunen met het TPI-programma, en een uitlopende spread kan remmen.
‘Natuurlijk zal een instrument als TPI niet zomaar ingezet gaan worden. Er zal eerst druk vanuit de financiële markten moeten komen. Wij verwachten dan ook dat de markt kan gaan kijken waar de grens ligt, met andere woorden, op welk spreadniveau zal de ECB eventueel gaan ingrijpen’, zegt Dekker.
‘Hierdoor ontstaat er volatiliteit waar wij gebruik van kunnen maken om toegevoegde waarde voor onze klanten te kunnen leveren. In dat geval is er sprake is van een tactische onder- of overweging in een land om zo outperformance te genereren. Maar, dat is dan zoals gezegd voor een relatief beperkt deel van de portefeuille het geval’, aldus Dekker.
Ondertussen is de Europese Unie bezig de excessieve tekorten procedure (EDP) te herzien, het mechanisme dat wordt ingezet wanneer een EU-land zich niet houdt aan de begrotingsregels uit het stabiliteits- en groeipact. Ook de begrotingsregels zelf worden herzien, nadat ze al buiten werking waren gesteld tijdens de pandemie.