‘ESG-criteria zijn nu standaard in het beleggingsbeleid van pensioenfondsen, maar al die toegepaste instrumenten zijn niet voldoende om duurzaamheid in de echte wereld te verbeteren. We moeten die instrumenten zo hervormen, dat niet alleen financiële risico’s ingeschat kunnen worden, maar dat positieve impact in de echte wereld ook wordt gemaakt.’
Dat zegt Xander Urbach (foto), senior manager duurzaam beleggen van de Vereniging van Beleggers voor Duurzame Ontwikkeling (VBDO), in gesprek met Fondsnieuws. Aanleiding voor het gesprek is het vorige week gepubliceerde rapport “Benchmark on Responsible Investment by Pension Funds in the Netherlands 2021: Mainstream RI in an unsustainable world” van VBDO.
Urbach wijst erop dat blijkens het laatste onderzoek de 50 onderzochte pensioenfondsen er over de hele linie op vooruit zijn gegaan. Aan kop gaat voor het vierde jaar op rij Nederlands grootste pensioenfonds ABP dat een 4 scoort op een lijst van 1 tot 5. Tegelijkertijd geldt dat tot dusver nog maar één op de vijf pensioenfondsen een uitgewerkte klimaatstrategie heeft om het 1,5C doel van het Akkoord van Parijs te bereiken. Dat is volgens de duurzaamheidsspecialist aan de lage kant.
Urbach is van mening dat pensioenfondsen en hun fiduciair- en asset managers heel goed zijn geweest in het opstellen van impactcriteria, en ook steeds beter worden in het in beeld krijgen van de impact in de beleggingsportefeuille, maar dat ze nog veel minder goed zijn in het opstellen van wat de impact criteria op de reële wereld zouden moeten zijn. ‘Dat zouden ze namelijk vooraf moeten formuleren en niet achteraf. Dat zouden ze ook met de beleggingen zo moeten doen.’
Het gesprek met Xander Urbach vond plaats in het kader van de “Expeditie Toekomst”, die master student Nikki Trip voor Fondsnieuws onderneemt. Daarin stelt zij pensioenfondsbestuurders, fiduciair en asset managers en duurzaamheid specialisten de vraag hoe de financiële sector meer en beter kan bijdragen aan een daadwerkelijke verduurzaming van de wereld.
In het gesprek wordt nader ingegaan op de door VBDO gebruikte benchmark, die wordt vastgesteld op basis van 51 vragen. Daarbij wordt gekeken naar vier categorieën: governance, beleid, transparantie en implementatie. Bij dat laatste gaat het vooral om de asset classes waarin door fiduciair managers wordt belegd in opdracht van de pensioenfondsen. Uit het onderzoek blijkt dat de grote fondsen beter dan de kleine(re) inzage geven in hun beleggingen.
Urbach wijst erop dat bij de beoordeling van het beleggingsbeleid van pensioenfondsen de selectie en de monitoring van asset managers waarvan de fiduciair manager gebruik maakt zeer belangrijk is. De coördinator van het VBDO-onderzoek vindt dat pensioenfondsen best van asset managers die een deel van het vermogen beheren geëist mag worden dat ze bij voorbeeld het Klimaatakkoord van Parijs als uitgangspunt van hun beleggingsbeleid nemen.
“Household index”
Hij merkt daarbij op dat hij het niet eens is met de opvatting, bij voorbeeld van duurzaamheidsspecialist Willem Schramade, dat je met passief beleggen niet optimaal de verduurzaming van de reële economie kan dienen. ‘Ik denk dat je heel goed kaders kan stellen binnen passieve benchmarks die heel duurzaam zijn, zoals bij voorbeeld de Paris-aligned benchmark van de Europese Commissie die ook passief is.’
Urbach voegt er wel de kritische noot aan toe dat hij hoopt dat BlackRock en andere passieve beleggers ESG-criteria aan hun passieve fondsenstructuren gaan verbinden. ‘Ze beleggen allemaal in de S&P 500 en andere grote algemene indices. Maar je wilt dat die “household index” gewoon duurzaam is.’
Meer achtergronden op Fondsnieuws: