advies
i-666b5hs-M.jpg

Zzp’ers en anderen die hun pensioen laten groeien via een aanvullende regeling, zijn vaak duur uit. De kosten van deze relatief nieuwe producten lopen flink uiteen en zijn veel hoger dan het opbouwen van een potje via de werkgever, vooral voor beleggers die instappen met weinig vermogen.

Dat blijkt uit een maandag gepresenteerd onderzoek door adviesbureaus Deal Consultancy en AF Advisors dat het FD heeft ingezien. Het is voor zover bekend het eerste onderzoek dat de beleggingskosten van verschillende vormen van vermogensopbouw, van werkgeverspensioen tot zelf beleggen, met elkaar vergelijkt. De onderzoekers namen zeventig aanbieders van beleggingsdiensten onder de loep met in totaal 1900 miljard euro aan belegd vermogen van tien miljoen Nederlanders.

Tarieven liggen ver uit elkaar

‘De kosten verschillen aanzienlijk’, concludeert onderzoeker Ivar Roeleven. Nederlanders betalen jaarlijks zo’n 13 miljard euro aan beleggingskosten, inclusief pensioenbeleggingen. De tarieven die veel vermogensbeheerders hanteren liggen ver uit elkaar. Hoewel de onderzochte groep groot is, worden zij niet met individuele namen genoemd in het zogeheten benchmarkrapport. Toch zijn de verschillende categorieën goed met elkaar vergelijkbaar, zegt Roeleven. ‘Uiteindelijk gaat het allemaal om vermogensopbouw van individuen.’

De uitslagen zijn opmerkelijk aangezien steeds meer mensen, zoals zzp’ers en werknemers van bedrijven zonder pensioenregeling, zijn aangewezen op deze alternatieve manier van pensioenopbouw. Zij zijn dus duurder uit. Er komen ook meer partijen op de markt die een pensioenregeling aanbieden in de zogeheten derde pijler. Daar kan individueel een aanvullend pensioen worden opgebouwd. Voorbeelden van deze nieuwe aanbieders zijn Brand New Day, ZZP Pensioen en BrightPensioen.

Op het eerste gezicht lijkt het kostenverschil tussen iemand die een aanvullende regeling heeft en iemand die lid is van een traditioneel pensioenfonds niet zo groot. Gemiddeld betaalt iemand die pensioengeld belegt bij de werkgever 0,48 procent van het belegd vermogen per jaar voor de collectieve regeling en een paar basispunten minder voor de individuele regeling. Het aanvullend pensioensparen kost gemiddeld 0,67 procent. Dat is dan gerekend met een bedrag van een ton.

Grote verschillen in kosten

Maar dat beeld is vertekend. Wie een kleinere beurs heeft en bijvoorbeeld 10.000 euro inlegt, betaalt voor de aanvullende pensioenregeling namelijk gemiddeld het dubbele: 1,21 procent. Bij de werkgever is dat veel minder. De kosten lopen daarbij flink uiteen: er zijn aanbieders die een beleggingsdienst voor iets meer dan halve procent aanbieden, terwijl sommige pensioenbeleggers meer dan 2,5 procent per jaar rekenen. Bij een collectief pensioen lopen de aanbieders uiteen tussen de 0,1 procent en 0,9 procent.

‘Bij de aanvullende pensioenregelingen moeten de kosten, zeker als je weinig vermogen hebt, toch een aanzienlijke rol spelen in je afweging’, zegt Roeleven, die wel benadrukt dat het kostenverschil rap kleiner wordt naarmate mensen meer dan een ton inleggen. Bovendien kan iemand die via de derde pijler belegt min of meer zelf bepalen hoeveel risico hij of zij neemt.

Ook zelf beleggen is duur

Wie denkt dan maar zelf te beleggen of zijn geld laat beheren door een (private) bank, is ook relatief duur uit. Bij een lage inleg zijn de kosten van zelf beleggen gemiddeld 1,02%. Dat kan bijvoorbeeld bij aanbieders als Robeco, Evi van Lanschot en BinckBank. Ook hier zijn de verschillen zeer groot. Tussen de goedkoopste en duurste aanbieder zit een gat van 2,2 procentpunt. Dat heeft grote gevolgen voor het rendement. Wie bij de duurste zelfbeleggingsdienst eenmalig €10.000 inlegt en dat twintig jaar laat staan, heeft €7200 minder rendement dan bij de goedkoopste aanbieder.

Dat beleggen bij (groot)banken relatief veel geld kost, was al eerder bekend. Wie een halve ton inlegt bij in het standaard vermogensbeheerproduct van ING, Rabobank of ABN Amro, betaalt jaarlijks tussen de 1,5 procent en dik 2 procent van het beheerd van aan kosten, bleek eerder uit een cijfers van vermogensbeheervergelijker Finner. Grootbanken gaan hun vermogensbeheer wel veranderen, dat moet tot lagere kosten leiden.

Kosten bij banken niet veel lager als vermogen groeit

Wat opvalt in het maandag gepresenteerde onderzoek is dat de kosten van zowel zelf beleggen als vermogensbeheer niet veel lager worden naarmate iemand meer inlegt. Zo betaalt iemand die 10.000 euro inlegt voor beheerd beleggen gemiddeld 1,33 procent bij een grootbank of chique vermogensbeheerder, en wie een miljoen inlegt betaalt gemiddeld 1,21 procent.

Bij de grootbanken lopen de kosten zelfs gemiddeld iets op naarmate er meer wordt belegd. ‘Maar naarmate je meer geld hebt, heb je ook toegang tot meer dienstverlening, is de begeleiding beter en kan je bijvoorbeeld beleggen in categorieën zoals private equity’, nuanceert Roeleven.

Copyright: Het Financieele Dagblad, 3 februari 2020

Author(s)
Target Audiences
Access
Limited
Article type
Article
FD Article
Yes