
Frédéric Degembe, de chief investment officer van ING België, is erg enthousiast over het eengemaakte Investment Centre dat moedergroep ING aankondigde. ‘Een groeiverhaal waarin Brussel een belangrijke rol kan spelen’, zegt hij.
ING is volop in de weer met het herschikken van de activiteiten. In Luxemburg worden de activiteiten in retailbankieren en bedrijfsfinanciering afgebouwd, zo werd deze week aangekondigd, om de focus volledig te leggen op private banking, grote institutionele klanten en de fondsenindustrie.
Dat volgt op de lancering vorige week van ING’s Global Investment Centre. Dat zal ‘wereldwijde beleggingsproposities maken die toegankelijk zijn voor klanten van alle landen en segmenten’, zegt de Nederlandse groep. De bestaande Investment Offices in Amsterdam, Brussel en Luxemburg worden daartoe samengebracht. Chris van Schuppen (ex-ABN Amro) krijgt vanuit Amsterdam de leiding.
‘Maar ik ben er zeker van dat hij vaak in Brussel en Luxemburg te vinden zal zijn’, zegt Frédéric Degembe, de CIO van ING België. ‘Historisch gezien was België de voortrekker bij het opzetten van investment management bij ING. We blijven ook in de nieuwe organisatie een voortrekkersrol spelen bij het bepalen van de beleggingsstrategie’, zo verzekert hij in een toelichting in ING’s Marnix-gebouw in Brussel.
Waarom creëert ING een wereldwijd Investment Centre?
Degembe: ‘We voelen dat de tijd rijp is om een divisie hoger te spelen – om het in sporttermen uit te drukken – en de afzonderlijke aanpak per land los te laten. Het is een logische evolutie, want in de praktijk werken we hier in het Investment Office (IO) van Brussel al een jaar of drie samen met de IO’s van Amsterdam en Luxemburg. Onze fonds- en instrumentenselectie loopt gelijk, onze tactische asset allocatie is dezelfde. Met het Global Investment Centre wordt die bestaande samenwerking nu officieel gemaakt. Heel belangrijk: ook ISIM (ING Solutions Investment Management), wordt geïntegreerd. Dat is de Luxemburgse management company of ManCo die de assetmanager van de groep is.’
Waar zitten de efficiëntiewinsten van de krachtenbundeling?
‘Een voorbeeld: de rapportering en de klantencommunicatie over een fonds kunnen we straks samen met alle landen doen. We zijn nu ook bij onze teams de portfolio management software Aladdin aan het installeren, zodat iedereen in de Benelux op dezelfde manier zal kunnen werken. Echt dubbelwerk deden we niet. Het gaat vooral om het intenser delen van best practices en efficiëntere processen. De samenwerking tussen de drie IO-locaties en ISIM zal onze mogelijkheden qua fondsbeheer en onze technische beleggingsprocessen versterken.’
Wat wordt de impact op het personeel?
‘Eerst en vooral: dit is geen besparingsoperatie of rationalisering. Het Investment Office in Brussel heeft onlangs nog enkele belangrijke aanwervingen gedaan - met ons uithangbord Vincent Juvyns als bekendste naam – en zal ook een sleutelrol blijven spelen in de nieuwe constellatie. Er verdwijnen dus geen banen. De huidige IO’s in Amsterdam, Brussel en Luxemburg zijn ongeveer groot, telkens 50 à 60 medewerkers. Bij de ManCo ISIM werken ongeveer 40 collega’s. Dus we gaan naar een verenigd team van circa 100 mensen in totaal. Dat blijft een relatief kleine organisatie voor wat we doen.’

Fondsenfabriek
In jullie persbericht staat het bedrag van 250 miljard euro belegd vermogen, toch een enorme som.
‘Wel met die nuance dat het genoemde bedrag op al het vermogen onder beheer bij ING in Europa slaat. Dus niet alleen het actieve beheer, maar ook de bewaaractiviteiten en self-execution, de vermogens die de klanten zelf beheren. Wat we echt actief in Brussel beheren en waar investment fees aan verbonden zijn, ligt ergens rond 20 miljard euro. Dat schommelt uiteraard mee met de markten. Amsterdam is ongeveer even groot, waardoor ISIM als ManCo op ruim 40 miljard euro beheerd vermogen uitkomt.’
Waarom een mondiale aanpak? Zijn er qua beleggingsvoorkeuren dan geen grote verschillen per land?
‘Je kan de Benelux zien als de fondsenfabriek voor de rest van de groep. Of de personal banking-klant of private banking-klant nu in Polen, Spanje of Italië zit, zijn behoeften en zijn kennis van de financiële markten zijn eigenlijk vrij gelijklopend. Het Global Investment Centre gaat een productengamma voor elk klantensegment ontwikkelen en dat kan daarna overal aangeboden worden aan de juiste doelgroep.’
Of de personal banking-klant of private banking-klant nu in Polen, Spanje of Italië woont, zijn behoeften en zijn financiële kennis zijn gelijklopend
Hoe belangrijk is schaal? Bij de assetmanagers gonst het van fusiegeruchten.
‘Schaalvergroting zie je in de hele financiële sector, maar vergelijk ons niet met de assetmanagers. Onze situatie is toch wat verschillend. Een assetmanager is B2B, wij zijn B2C. We bouwen als investment centre producten met de hulp van assetmanagers, brokers, enzovoort en zijn ook de distributeur naar de klanten. Dat zit dus anders in elkaar dan bij de assetmanagers, waar je echt die financiële druk hebt om “size” te krijgen en sommige het inderdaad wat moeilijk krijgen.’
Heeft deze schaalvergroting ook te maken met de grotere belangstelling voor private investeringen, waaronder private equity, bij de klanten?
‘We hebben dat zeker ook in de kast zitten, maar ik moet toch waarschuwen dat private equity niet voor elke belegger weggelegd is en nooit het grootste deel van zijn portfolio mag worden. Private assets zijn interessant qua diversificatie, maar je moet je echt bewust zijn van de risico’s die eraan verbonden zijn. Ze mogen zeker niet te zwaar doorwegen in een individuele portfolio.’
Staat het personeel niet wantrouwig tegenover grensoverschrijdende fusieplannen binnen ING? Sommigen hebben de mislukte projecten uit het tijdperk van groeps-CEO Ralph Hamers nog altijd niet verteerd.
‘Dat is intussen lang geleden. Zowel op groepsniveau als op Belgisch niveau is er nu al enkele jaren een nieuwe CEO. Ik draai al decennia mee bij ING en ik moet zeggen dat ik heel enthousiast ben over het “Together for Progress”-verhaal van Peter Adams, de CEO België. Omdat het een groeiverhaal is en we er ook in slagen om die groei te realiseren. De plannen rond het Investment Centre passen 200 procent in dat verhaal. Dit is een soort van reorganisatie, maar het is op een positieve manier aan het bewegen.’