anton_brender.jpg

De specialisten voorzien een beter economisch klimaat. Hierdoor zouden de centrale banken geen bijkomende maatregelen hoeven te nemen in de volgende kwartalen. De lange Amerikaanse rentevoeten zouden moeten stijgen richting 2,3 procent. Ondertussen wordt de arbeidsmarkt steeds krapper.

Het IMF heeft haar verwachtingen voor de wereldwijde groei de afgelopen maanden fors neerwaarts bijgesteld (richting 3 procent). In 2020 wordt een herstelbeweging richting 3,4 procent verwacht. Dat komt door het herstel van landen zoals India, Turkije, Brazilië en Iran. ‘De bijdrage van China zou daarentegen negatief moeten blijven’, aldus Anton Brender (hoofdeconoom bij Candriam). Hij benadrukt dat de handelsoorlog bepalend zal blijven. ‘De intensiteit ervan zal geleidelijk afnemen, en de strijd op de twee fronten (Europese autosector en China) zou moeten wegebben. In een dergelijk klimaat zal de wereldwijde handel in 2020 stabiliseren.’

Handelsoorlog

Hij stelt eveneens vast dat de twee grote kemphanen van de handelsoorlog klappen hebben gekregen, hoewel China duidelijk zwaarder werd getroffen. De activiteit in de verwerkende nijverheid is immers het hele jaar in een recessie gebleven. De dienstensector is daarentegen solide gebleven. De autoriteiten hebben de kredietverlening voorzichtiger aangepakt dan in het verleden. ‘Het volgende jaar zal normaal gezien gelijkaardig verlopen, maar de handelsoorlog zal minder impact hebben.

De Verenigde Staten hebben goed stand gehouden, en Anton Brender meent dat de cyclus nog wel enkele kwartalen kan duren. ‘We spreken hier over de langste naoorlogse groeiperiode, hoewel de groei globaal gezien tweemaal zwakker is geweest dan tijdens voorgaande expansieperiodes.’ Zijn optimisme wordt ingegeven door verschillende elementen, op de eerste plaats de bijdrage van de consumptie (goed voor 2 procent van de economische activiteit). Die zou stevig op peil moeten blijven.

Industriële activiteit

De vertraging van de afgelopen kwartalen werd veroorzaakt door de afname van de voorraden en de investeringen. De oorzaak lag bij de vrees dat de handelsoorlog neveneffecten zou hebben. ‘Wij zijn van mening dat de wereldgroei zal stabiliseren, en de achteruitgang van de export ongedaan zal maken. Wanneer we kijken naar de investeringen, zijn vooral de investeringen in uitrustingsgoederen fors achteruitgegaan, maar de research en ontwikkeling blijven stevig vooruitgaan. Om een recessie te krijgen, moeten de investeringen in uitrustingsgoederen zeer sterk achteruitgaan. Dat lijkt ons weinig waarschijnlijk.’

Tot slot benadrukt Anton Brender nog dat de consumptie goed stand houdt. Momenteel worden er per maand zowat 200.000 nieuwe banen gecreëerd. In combinatie met de loongroei is de loonmassa in reële termen met 2,5 procent toegenomen. Hierdoor kunnen we ons voorstellen dat de consumptie de komende kwartalen zal blijven groeien. Toch zou de Amerikaanse groei in 2020 van 2,3 naar 1,8 procent moeten vertragen.

In een dergelijk klimaat hoeft de Federal Reserve haar beleidsrente in 2020 niet meer te verlagen. Ze kan wachten tot de inflatiedruk zich manifesteert op de arbeidsmarkt. ‘De arbeidsreserves staan op een historisch laag peil. De groei van de bevolking op arbeidsleeftijd is amper positief.’ In deze omgeving zou de 10-jarige rente geleidelijk aan moeten stijgen van 1,8 naar 2,3 procent.

Consumptie

Florence Pisani (directeur economische research bij Candriam) stelt van haar kant vast dat de Europese groei in de meeste landen fors is vertraagd. De binnenlandse vraag heeft goed stand gehouden, terwijl de ondernemingen de voorraadniveaus hebben bijgesteld. Zij benadrukt dat de fundamentals volgend jaar mogelijk minder negatief worden. De buitenlandse handel zou een positieve bijdrage moeten leveren, nu de aanpassingen van de voorraden stilaan afgelopen zijn.

‘Met betrekking tot de consumptie zien we echter een minder gunstig plaatje, want de vertraging van de economische activiteit weegt op de creatie van nieuwe banen en op het vertrouwen van de gezinnen.’ Florence Pisani benadrukt eveneens dat de begrotingsstimuli in de meeste Europese landen positief zijn. Ze bedragen gemiddeld 0,3 procent van het bruto binnenlands product. De expert verwacht dat de groei in 2020 rond de 1,2 procent zal bedragen.

Investeringen

Wanneer we kijken naar het monetair beleid, zou de kwantitatieve versoepeling zich moeten doorzetten, omdat de tewerkstellingsgraad van mannen nog een heel stuk onder die van 2007 blijft. ‘De versoepeling botst waarschijnlijk tegen haar grenzen aan, want er beginnen negatieve gevolgen te komen voor de economie. Denk bijvoorbeeld aan de vastgoedprijzen, die veel sneller zijn gestegen dan de gezinsinkomsten.’

Op middellange termijn benadrukt zij dat het nodig is om de productiviteit van de Europese economie te verhogen, gelet op de vergrijzing en de afhankelijkheidsratio’s die in de toekomst snel zullen toenemen. ‘Indien de productiviteit niet verbetert, dan zal de bbp-groei tussen 2025 en 2035 fors dalen, bijvoorbeeld richting 0,5 procent in België en dicht tegen het nulpunt in Duitsland en Spanje.’ Dankzij investeringen en productiviteitswinsten kan de overheidsschuld onder controle gehouden worden. ‘We moeten de investeringen bijsturen en in de toekomst verder optrekken.’

Author(s)
Categories
Target Audiences
Access
Limited
Article type
Article
FD Article
No