Koen Ronda, IBS
i-CRCkgdP-L.jpg

Co-investments zijn hot. Slechts drie op de tien beleggers in een private equity fonds krijgen in de praktijk de kans om via deze methode direct in de onderliggende bedrijven te stappen die óók in het fonds zitten. De vraag naar co-investments is groter dan het aanbod.

Dat vertelt hoofd private markets Koen Ronda van IBS in een gesprek met Fondsnieuws. Het nieuwste fund of funds van de onafhankelijke vermogensbeheerder combineert allocaties naar drie private equity fondsen met co-investments in de onderliggende bedrijven. 

Tot nu toe pasten vooral grote institutionele investeerders zoals pensioenfondsen en verzekeraars deze methode van privaat beleggen toe, maar IBS vond het met de groei van haar aanbod en vermogen in private markten (280 miljoen euro), een goed moment om ook deze stap te zetten. 

‘We willen meer zijn dan een middleman, en verder uitgroeien als financiële boutique met in-house investeringskennis op asset niveau in private markets’, aldus Ronda. Dat de private equity partijen met wie IBS werkt, dit de Amsterdamse vermogensbeheerder ook gunt is essentieel, aangezien ze co-investments maar voor een deel van hun investeerders toestaan. Ongeveer drie op de tien fonds investeerders mogen direct meebeleggen, volgens Ronda.

Elfde fonds in private markten

Het resultaat is het IBS Private Equity Growth Fund, het elfde private markets fonds van de vermogensbeheerder. 75 procent van het nog op te halen kapitaal wordt belegd in fondsen van private equity aanbieders Permira, Keensight Capital en Quadriga Capital. Ieder van deze fondsen investeert in ongeveer vijftien bedrijven. 

Om dit soort private equity deals rond te krijgen, is vaak nog extra vermogen nodig, buiten het vermogen dat de private equity manager vanuit het fonds  wil alloceren. Dat is het moment waarop de fondsmanager bij co-investerende klanten navraagt of er animo is om ook buiten het fonds om direct in het bedrijf te beleggen. IBS wil voor het nieuwste private equity fund of funds, 25 procent van het vermogen op deze manier beleggen, verdeeld in meerdere co-investments. 

Ronda: ‘Bij elke deal die de fondsmanager sluit en ook aanbiedt als co-investment, gaan wij nadenken: is dit ook een IBS-deal, zijn wij zo overtuigd van dit business model dat we er een schepje bovenop willen doen en mee willen co-investeren?’

Spannende van private equity

Vooraf is daarbij natuurlijk niet te zeggen welke bedrijven langs gaan komen als co-investments, en of je als co-investeerder snel toe moet happen of juist moet wachten op betere opties. ‘Dat is het spannende van private equity’, reageert Ronda. ‘Je hebt een tijdsperiode waarin een idee op je wordt afgeschoten, maar je weet niet wat het volgende idee zal zijn. Dat geldt voor co-investments net zo goed. Als team hebben we duidelijke investeringscriteria en hebben we met elkaar afgesproken dat we niet meedoen aan de deals die we minder goed vinden. Óok als we alle deals minder goed vinden. In zo’n geval vragen we het voor co-investments bedoelde geld gewoon niet op bij beleggers.’

Maar die verwachting heeft hij niet. Inhoudelijk richten de drie fondsen zich op snelgroeiende bedrijven in de tech- en healthcaresector. Ronda: ‘Winstgevende kleinere bedrijven, die op het punt staan te versnellen in groei. Dat is een moment waarop ze de hulp van de private equity manager goed kunnen gebruiken, aangezien ze mogelijk internationaal willen uitbreiden, een nieuw kantoor willen openen of een nieuw product willen lanceren. Interessante bedrijven om in te beleggen.’

Beleggingsinhoudelijk klopt het volgens hem eveneens. ‘Als je kijkt naar waarderingen, schuldniveaus en groei, is dit een aantrekkelijk segment om in te beleggen. De multiples zijn nog niet zo hoog, de groei is met 30 tot 40 procent vaak explosief en je ziet lagere schuldniveau’s die passen bij dit type bedrijven, dus qua risico-rendementsprofiel ziet het er aantrekkelijk uit.’

Betere rendementsvooruitzichten

De rendementsvooruitzichten van co-investments zijn daarbij gemiddeld beter dan die van “gewone” fonds allocaties, doordat je met directe co-investments de kosten eruit snijdt. Co-investments gaan immers buiten een fonds om. Ronda: ‘Uit onderzoek van Alpinvest blijkt dat dat totale fee-verschil over een looptijd van tien jaar, kan zorgen voor ongeveer 40 procent meer rendement.’ 

Daar staat een wat hoger risico tegenover. Ronda: ‘De co-investments brengen in het totale fonds concentratierisico met zich mee, maar niet zo zeer dat we een te hoge concentratie bij bepaalde bedrijven krijgen. Het is een weloverwogen besluit om ze te combineren met fonds-allocaties, dit geeft een bredere diversificatie. Daar komt een mooie risico-rendementsverhouding uit, die past bij onze cliënten. We verwachten een money multiple range van 2 tot 2,5 keer na kosten.’

De komende maanden gaat IBS geld ophalen voor het fonds, waarna het tegen het einde van dit jaar verwacht te kunnen beginnen en mogelijk ook de eerste co-investments te doen. Ronda hoopt 50 tot 60 miljoen euro op te halen voor het fonds, een grootte vergelijkbaar met de eerdere private equity fondsen van IBS. Voor private debt en infrastructuur haalt de firma vaak 30 tot 40 miljoen euro op, al ging het nieuwste IBS Distressed and Special Situations Debt Fund daar overheen met een te beleggen vermogen van rond de 50 miljoen euro.

Meer achtergronden op Fondsnieuws:

Author(s)
Categories
Target Audiences
Access
Limited
Article type
Article
FD Article
No