Europese banken zijn er gek op: een nieuw soort achtergestelde obligatie die hen helpt hun bufferkapitaal te versterken. Ook beleggers zijn juichend. Zij hebben dit jaar voor ruim 30 miljard euro van dit soort zogeheten coco’s gekocht van banken.
Maar hoe risicovol zijn deze obligaties eigenlijk? In theorie vormen ze een veiligheidskussen voor ‘gewone’ obligatiehouders en depositohouders. Als een bank in de problemen komt en zijn kapitaal ziet slinken, gaat de coco op een vooraf bepaald niveau van het kernkapitaal af. Ofwel, de coco wordt omgezet in aandelen of (deels) afgeschreven. Het maakt de bank financieel weer wat gezonder.
In een uitgebreide analyse stellen drie DNB-medewerkers echter dat coco’s tot een bankrun kunnen leiden. Want als een coco ‘afgaat’ – dus wordt geconverteerd of afgeschreven – kan dat tot een paniekreactie leiden bij obligatiehouders en depositohouders. Die kunnen dan hun schuldpapier dumpen en hun spaargeld weghalen bij de bank. Zo’n bankrun is funest, zo heeft ook de ondergang van Dirk Scheringa’s DSB bewezen.
Betere uitleg
De werking van coco’s moet dan ook veel beter aan het brede publiek worden uitgelegd, zo bepleiten de DNB‘ers. Ook vanuit toezichthouders is meer duidelijkheid over hun beleid nodig. Want in het algemeen wordt aangenomen dat de ‘trigger’ van coco’s – een vooraf bepaald minimumpercentage kernvermogen – nooit bereikt zal worden. Al voor die tijd kan de toezichthouder namelijk ingrijpen en afdwingen dat de coco afgaat.
In een gelijktijdig in het ESB gepubliceerd artikel tonen promovenda Stephanie Chan en hoogleraar Sweder van Wijnbergen zich veel stelliger. Volgens hen heeft de Bank for International Settlements (BIS) een serieuze fout gemaakt om coco’s goed te keuren als kapitaal voor banken.
Aandeelhouder profiteert
Want in de praktijk zijn coco’s volgens hen nauwelijks een veiligheidskussen voor obligatiehouders en spaarders, maar vooral voor beleggers. Want de meeste coco’s die momenteel worden uitgegeven converteren helemaal niet in aandelen, maar worden afgeschreven. Er verdwijnt schuld en daar profiteren juist de aandeelhouders van.
En net als de DNB-ers wijzen de twee wetenschappers erop dat een coco-conversie een signaal afgeeft over de verslechterde kwaliteit van de activa van de bank. ‘Coco-conversies leiden tot een toename van systeemfragiliteit.’ De twee wetenschappers concluderen dat de golf aan recente coco-uitgiftes door Europese banken begrijpelijk is, maar niet goed valt te praten.
Harald Benink, hoogleraar in Tilburg, vindt coco’s nog steeds een goed instrument. Volgens hem is een conversie of afboeking van een coco niet het probleem. ‘Dat is de daling van de kapitaalratio door verliezen bij een bank. Die zou ook zonder een coco hebben plaatsgevonden.’
Copyright: Het Financieele Dagblad, 8 oktober 2014.