De ingezette consolidatie in het Nederlandse zelfstandige vermogensbeheer staat aan de vooravond van een versnelling. De gevolgen van de coronacrisis en het feit dat steeds meer buitenlandse partijen geïnteresseerd zijn in een overname in Nederland, maakt dat het huidige aantal van 125 vermogensbeheerders, weleens richting de 75 zou kunnen gaan.
Dat zegt Paulo Varela Nunes van BlackRock Nederland in gesprek met Fondsnieuws. ‘Het worden er sowieso minder de komende vijf jaar. Als je puur op basis van overnames rekent, minder dan 100. Maar je kunt ook rekenen met het hybride model dat je steeds meer ziet. Dan denk ik eerder aan 75.’
Varela Nunes, die sinds dit jaar hoofd wealth is bij BlackRock Nederland, doelt op een model waarbij één vermogensbeheerder de vergunningen en een centrale beleggingsportefeuille levert. Aangesloten vermogensbeheerders houden hun eigen naam, maar laten het beleggingsbeleid aan de vergunninghoudende beheerder. In plaats daarvan richten ze zich volledig op verkoop en dienstverlening aan klanten.
‘We zien heel goede mogelijkheden in een dergelijk model. Kijk eens naar het Verenigd Koninkrijk, waar de sector er totaal anders bij ligt. Niet de banken, maar de zelfstandig vermogensbeheerders zijn daar bepalend. Daar zullen we in Nederland niet naartoe gaan, maar het laat wél zien dat je door centralisering een grotere vuist kan maken.’
De sales-manager baseert zijn verwachtingen op de vele gesprekken die hij en zijn team hebben met Nederlandse zelfstandige vermogensbeheerders. ‘Wij willen weten wat er speelt bij deze groep die enorm in beweging is, en erg openstaat voor ideeën’, verwoordt hij de reden waarom 1,5 fte binnen zijn team van vijf zich fulltime richt op vermogensbeheerders. BlackRock organiseert webinars voor de industrie-tak, maar analyseert ook de portefeuilles van vermogensbeheerders als daar behoefte aan is.
Consolidatie
Net zoals bij vermogensbeheerders onderling, is ook in die gesprekken tussen BlackRock en deze ondernemers een veelbesproken vraag wanneer de langverwachte consolidatie doorzet. Varela Nunes: ‘We zeggen al jaren dat ‘ie eraan komt. Sinds 2016 zie je wat meer overnames, in 2019 was er ook weer een piek. En ook wij zien dat er dit jaar weer wat partijen zijn gefuseerd. Ik heb wel het idee dat waar we het al die jaren over hadden, nu is begonnen. En dat gaat versnellen.’
Zoals bekend zijn in het verleden veel gesprekken tussen vermogensbeheerders gestrand vanwege verschil in inzicht en vanwege de weerzin om de zelfstandigheid als ondernemer los te laten. Buitenlandse interesse kan daar verandering in brengen, denkt Varela Nunes, waarbij hij vooral veel belangstelling ziet vanuit Scandinavië en België.
‘Zij kijken met een frisse, andere blik. Voor Nederlandse vermogensbeheerders zijn die gesprekken ook verfrissend, aangezien ze alle partijen in Nederland al minutieus kennen. Intussen zien deze buitenlandse spelers veel kansen in Nederland, doordat de inkomens hier hoog liggen, de welvarendheid goed is en beleggen geaccepteerd wordt door de bevolking. Daarbij verwachten ze veel efficiëntie toe te kunnen voegen, doordat veel Nederlandse vermogensbeheerders relatief klein zijn.’
Extra katalysator
Covid-19 kan volgens de BlackRock-manager als extra katalysator dienen. ‘De crisis heeft gezorgd voor een versnelling in de digitale dienstverlening, het belang van een centraal risicosysteem blootgelegd en een versnelling gebracht in de vraag naar duurzaamheid’, aldus Varela Nunes, die zich hierbij baseert op recent Europees onderzoek van BlackRock.
Uit dit survey onder 45 wealth managers uit verschillende landen, blijkt volgens Varela Nunes vooral dat deze crisis laat zien dat je vet op de botten moet hebben. ‘Voor kleinere partijen is dat lastiger te realiseren. Daarom blijkt hun kwetsbaarheid nu des te meer. Dat een beurscrisis vermogensbeheerders onze druk zet, dat zijn we gewend. Dat is een onderdeel van ieders model. Maar dit type crisis is zo anders dan andere crises, dat grote structurele risico’s aan de oppervlakte komen. Die realisatie zie ik wel, bij vermogensbeheerders.’
Wake-up-call
In Nederland spreekt hij van een wake-up-call onder een grote groep zelfstandige vermogensbeheerders. Meer uitgezoomd merkt hij dat die wake-up-call er voornamelijk is in Zuid-Europa. ‘Daar werken ze met een totaal ander model, dat meer gericht is op flow en ESG amper meeneemt. Aangezien duurzame portefeuilles het tijdens de recente beurs-dalingen beter hebben gedaan dan de niet-duurzame varianten, en óók tijdens de rebound goed hebben gepresteerd, staan duurzame beleggers er beter voor.’
Goed voor Nederlandse vermogensbeheerders, aangezien zij voorlopen op hun buitenlandse collega’s op dit vlak volgens het onderzoek van BlackRock. Varela Nunes: ‘Bij de meeste banken is de duurzame portefeuille, de default portefeuille.’
Wel maakt hij nadrukkelijk onderscheid tussen grotere vermogensbeheerders en banken enerzijds en kleine vermogensbeheerders anderzijds. ‘De grootbanken en grote vermogensbeheerders hebben op dat vlak enorme stappen gemaakt. De middelgrote en kleine vermogensbeheerders doen het niet, of hebben het er slechts over. Ze hebben een redelijke traditionele klantgroep en dienstverleningmodel, terwijl je de wereld ziet veranderen.’
Koninklijke olie
Wat deze middelgrote en kleine vermogensbeheerders dan zouden moeten doen? Volgens Varela Nunes is het een balanceer-act. ‘Ik begrijp zeker dat de wat oudere klant gewend is aan zijn positie in bijvoorbeeld Koninklijke Olie. Dit soort klanten vindt het fijn het over één aandeel te hebben. Toch is het de vraag of die tactiek wel past bij de specifieke klant. Beter kan een vermogensbeheerder hem op zo’n manier begeleiden dat hij in de markt én rustig blijft. Wekelijks bellen over de prestaties van dat ene aandeel, voegt niks toe.’
De vraag is of een dergelijke aanpak niet haaks staat op het idee van verschillende kleinere vermogensbeheerders om in het gat te springen dat banken achterlaten, doordat zij advies grootschalig vervangen door beheer. Varela Nunes is het daar niet mee eens.
‘Ik denk absoluut dat er een plek is en blijft voor maatwerk, ik denk alleen dat het daarbij meer gaat om dienstverlening en communicatie op maat, dan een portefeuille op maat. Maatwerk betekent in mijn ogen niet dat iedere klant een individuele portefeuille moet krijgen. Liever zou ik inzetten op een aantal kern-portefeuilles aan de hand van een beleggingshorizon van bijvoorbeeld tien, twintig en dertig jaar, met daarbij mogelijke nuances die de portefeuille persoonlijker maken.’
Juist de crisis legt het nut daarvan bloot, volgens hem. ‘Stel, je hebt honderd klanten in een centrale portefeuille. Dan kun je tijdens een dergelijke gebeurtenis met één klik op de knop een aanpassing doen voor al je klanten. Vergelijk dat eens met honderd verschillende portefeuilles die je één voor één moet aanpassen. Het risico neemt dan toe.’