Cryptovaluta baart de Europese Centrale Bank steeds grotere zorgen. Dit exotische marktsegment opereert buiten het domein van centrale banken en kan volgens specialisten de monetaire en financiële stabiliteit ondermijnen. ‘Deze alternatieve liquiditeit is één zeer onwenselijke ontwikkeling.’
Dat stelt Sylvester Eijffinger, emeritus hoogleraar financiële economie aan de Tilburg University en gasthoogleraar aan het economics department van Harvard University.
Veel financiële autoriteiten zien er een potentieel systeemrisico in. Daar waar ECB-president Christine Lagarde in januari geen concurrentie leek te zien in de “funny business” van cryptovaluta, nemen de zorgen toch gestaag toe. Zo wil de ECB, evenals de Amerikaanse toezichthouder Fed, op korte termijn afrekenen met zogenoemde stablecoins. Deze vorm van cryptovaluta, het ruilmiddel in veel cryptotransacties, vormt een systeemrisico en moet zo snel mogelijk voldoen aan de strenge regelgeving van banken worden onderworpen, aldus de ECB vorige maand in haar halfjaarlijkse evaluatie van de financiële stabiliteit.
Ook de AFM noemt cryptovaluta ‘lastig te doorgronden en kwetsbaar voor misleiding, oplichting en manipulatie’. Volgens de toezichthouder is de waarde vooral gebaseerd op speculatie en ontbreekt de onderliggende waardebepaling. Professor dr. Eijffinger (foto), die recentelijk met emeritaat ging maar nog gastcolleges verzorgd aan Harvard University is zelf ook zeer kritisch ten opzichte van cryptovaluta in het algemeen en bitcoin in het bijzonder. Hij snapt het ongemak van centrale banken ten opzichte van deze ontwikkeling
‘Bitcoin is géén geld’
‘Bitcoin is géén geld’, benadrukt Eijffinger die liever spreekt van ‘alternatieve liquiditeit’. ‘Het is door het volatiele karakter geen betrouwbare geldeenheid. Het is ook geen ruilmiddel in onze algemene economie. Dat komt mede omdat banken er vooralsnog niet in willen handelen noch beleggen. Beleggers moeten ook beseffen dat het ook geen vermogenstitel is zoals aandelen en obligaties. Daarnaast blijkt uit onderzoek dat er veelal op wordt gespeculeerd door jongeren met een beperkte of absente financiële geletterdheid. Dat is een zeer onwenselijke ontwikkeling.’
Eijffinger snapt volledig waarom de ECB wil voorkomen dat cryptovaluta voet aan de grond krijgen in het eurogebied. De ECB maakt zich grote zorgen, omdat een dergelijke ontwikkeling de effectiviteit van het monetaire beleid behoorlijk zou kunnen dwarsbomen, vertelt hij.
’Cryptovaluta was voorheen een kleine markt, maar het begint nu serieuzere proporties aan te nemen. Vanuit het oogpunt van financiële- en monetaire stabiliteit – met een prijsstabiliteit als gedefinieerd op 2 procent - is de opkomst van deze alternatieve cyberliquiditeit zeer zorgelijk. Het feit dat zich dit buiten het domein van centrale banken voltrekt voelt erg ongemakkelijk.’ Nog afgezien van de enorme energie die het kost om cryptovaluta te mijnen, is het volgens Eijffinger ook vooral de zwarte economie die baat heeft bij het bestaan van cryptovaluta zoals bitcoin, zoals DNB recentelijk in zijn Visie Toezicht stelde.
Het verbieden van cryptovaluta, zoals China dat wil, is een illusie volgens Eijffinger. Hij vergelijkt een verbod op cryptovaluta met het verbieden van het Darkweb, waar zich zaken voltrekken die zich buiten het gezichtsveld van de autoriteiten afspelen. ‘De oplossing waar de ECB aan denkt is een digitale euro. Dan is er een legaal alternatief voor de jonge generatie die klaarblijkelijk behoefte heeft aan digitaal geld.’
Wettelijke betaalmiddelen mogen strikt genomen alleen door centrale banken geëmitteerd worden, vertelt Eijffinger. ‘De facto maakt dat cryptovaluta eigenlijk illegaal. Hoewel het niet verboden kan worden, kan het wel bestreden worden. Bestrijden doe je met een carrot and a stick, de carrot is de digitale munt, en de stick is de opsporing van allerhande mistige cryptotransacties.’
Het nieuwe digitale geld
‘Op dit moment creëert de centrale bank onze monetary base, bestaande uit girale bankreserves en chartaal geld. Geëmitteerd chartaal geld is in feite een tegoed bij de centrale bank. Digitaal geld zou in de toekomst kunnen betekenen dat particulieren een digitaal tegoed kunnen aanhouden bij een centrale bank. Dat zou betekenen dat we te maken krijgen met geldschepping die niet via banken loopt.’
Dat systeem is overigens niet nieuw. In de jaren 80 konden particulieren tegoeden aanhouden bij bijvoorbeeld de Bank of England. ‘Wellicht gaan we naar dat systeem terug maar dan digitaal. Centrale banken zullen daarmee extra werk hebben, maar daarmee kunnen ze wel het hoofd bieden aan de onfortuinlijke en onwenselijke ontwikkeling die cryptovaluta heet.’
Blockchain technologie
In tegenstelling tot cryptovaluta is Eijffinger zeer te spreken blockchaintechnologie. De veel gehoorde claim dat op blockchain gebaseerde betalingen in de toekomst de intermediaire functie, en daarmee een gedeelte van het verdienmodel, van banken zal ondermijnen verwerpt hij. ‘Het zal betalingsverkeer veel sneller, efficiënter en betrouwbaarder maken. Blockchain wordt al experimenteel toegepast bij Nederlandse grootbanken zoals ING en Rabobank.’ Van ondermijning is volgens Eijffinger geen sprake. Blockchain zal volgens hem het fintech-karakter van banken en de betrouwbaarheid van het financiële systeem als geheel doen toenemen.
‘Daarnaast kan blockchain een belangrijke oplossing bieden voor de problemen die zijn ontstaan in de toeleveringsketens. Een groot onderdeel van de problemen in die hoek zijn de garanties van de betrouwbaarheid van afnemers en leveranciers. Blockchain kan daar een grote innovatie teweeg brengen. Die onderliggende technologie is dus niet alleen toepasbaar binnen de bancaire sector maar ook bij supplychainmanagement. Met blockchain kun je proofs inbouwen om betalingen te garanderen.’
Blockchainbelegger blijft weg bij crypto’s
Eijffinger is van oordeel dat een belegger die de blockchain technologie interessant vindt, helemaal niet hoeft te beleggen in cryptovaluta. ‘Men praat altijd in één adem over bitcoin en blockchain maar ik ben er écht van overtuigd dat je blockchain kunt gebruiken in de financiële sector zonder vast te zitten aan de cryptovaluta. Deze technologie kan separaat worden toegepast op het bankwezen en andere delen van de economie. De toegevoegde waarde van financiële partijen die blockchain implementeren zal groeien. Daarom is mijn verwachting dat ook de koerswaarde van deze bedrijfstak op de lange termijn zal meestijgen.’