De o zo populaire naoorlogse 60/40 portefeuille is uitgewoond - passé. Dat zeggen veel asset allocatie strategen. Het alternatief is 60/40/20: aandelen, obligaties en alternatives. Néé, zegt Zoltan Poszar, strateeg van Credit Suisse. De toekomst is de 20/40/20/20-portefeuille, bestaande uit cash, aandelen, obligaties en grondstoffen. In zijn formidabele analyse War and Peace legt hij uit waarom.
Zoltan Poszar (foto), wereldwijd hoofd Short-Term Interest Rate Strategy bij Credit Suisse, was eerder werkzaam voor het Amerikaanse ministerie van Financiën en voor de Federal Reserve. Hij voorspelde begin vorig jaar dat er een nieuwe wereldorde komt, waarin niet langer de dollar, maar valuta van grondstoffenrijke, in het Verre Oosten gelegen landen dominant worden.
In zijn serie analyses stelt hij dat er momenteel sprake is van “a hot war in cold places” (cyberspace, de ruimte en onderwater) en van “a cold war in hot places” (de Sahel en eilanden in de Pacific). Poszar spreekt van vier oorlogen, namelijk om rentetarieven, industriebeleid, grondstoffen en valuta. Daarbij verwijst hij naar zes fronten, zoals de financiële blokkade van Rusland (Swift), de Russische energie-blokkade van de EU, de Amerikaanse technologie blokkade van China, de Chinese blokkade van Taiwan, de Amerikaanse blokkade van de EU middels de Inflation Reduction Plan en de Chinese poging om de energie producerende landen in het Midden-Oosten te verleiden om de petrodollar te vervangen door de petro renminbi.
Het zijn allemaal geopolitieke risico’s waarvan beleggers niet meer goed weten hoe ze dat een plek in hun asset allocatie en portefeuilleconstructies moeten geven. Sinds de Tweede Wereldoorlog was beleggen namelijk “a piece of cake” met de door de VS gedomineerde wereldorde.
Alle gebeurtenissen van 2022 laten volgens Poszar zien dat de gedachte achterhaald is dat de post-WO II ‘stabiel’ is. De strateeg van Credit Suisse stelt dat de Pax Americana nu actief wordt uitgedaagd door het ‘arsenaal van de autocratie’, zijnde een vorm van oorlog die inflatie veroorzaakt, die de industrie raakt, grondstoffen belangrijker maakt, nieuwe financiële kanalen raakt (cryptos etc) en alle prijzen van geld raakt: statische waarde (par), rente, wisselkoers en prijsniveau. Als de inflatie boven de doelstelling is, dan is er geen stabiel beleid.
Poszar meent dat alle vier de prijzen van geld in een crisissituatie zijn en dat er dus sprake is van een zogenoemde polycrisis. De ontknoping daarvan is volgens hem dichterbij dan we denken. Medio 2023 zal de Federal Reserve gedwongen zijn om het beleid van kwantitatieve verruiming (QE) te herstarten, omdat het percentage aan door de markt te verorberen staatsschuld groter is dan ooit sinds de twee wereldoorlogen het geval is geweest. Poszar ziet de markt die overtollige schulden niet kopen. Hij verwacht daarentegen dat beleggers uitwijken naar aandelen, credits en opkomende markten. Het zou dan volgens hem eind 2023 kunnen komen tot een nieuwe QE in combinatie met yield curve controle door de Federal Reserve.
Dat scenario dat Poszar van Credit Suisse schildert, maakt volgens hem dat beleggers moeten uitwijken naar een portefeuille van 20/40/20/20, zijnde cash, aandelen, obligaties en grondstoffen. Die laatste categorie moet dan de kleuren geel, zwart en wit hebben: goud, olie en lithium (voor elektrische auto’s). Bij grondstoffen moet tevens ook gealloceerd worden naar koper, kobalt etc.
De opmaat tot een eindspel betekent niet dat de dollar onttroond wordt, in ieder geval niet binnen afzienbare tijd, en zeker niet tegenover de andere ontwikkelde markten (DM). Maar de de-dollarisatie wordt wel versneld door een combinatie van digitalisering van munten en een nieuwe wereldwijde infrastructuur die ontstaat rond de BRICS+-landen, waar steeds meer staten zich vrijwillig bij aansluiten. Het zijn de niet-democratische landen - veelal grondstoffenrijk - die zich opmaken voor de nieuwe, hun welgevallige wereldorde, aldus Poszar in zijn analyse War and Peace. De 20/40/20/20-portefeuille is daar het antwoord op.