Veel beleggers zitten op het vinkentouw om opnieuw in de zwaar gehavende obligatiemarkt te stappen als de bodem in zicht komt. Maar instappen doet een slimme belegger juist nu. ‘Wie grofweg zes maanden voor én na de piek systematisch in obligaties stapt, kan rekenen op 5 tot 7 procent rendement.’
Dat zegt Capital Group’s hoofd vastrentende waarden Michael Gitlin, tijdens een persbijeenkomst in Londen. Wereldwijd wachten obligatiehandelaren al maanden op een bodem in de markt. Allesbepalend voor die bodem is het rentepad van de Federal Reserve (foto). Als de economische vooruitzichten té slecht worden, zal de Amerikaanse centrale bank, met alle westerse centrale banken in haar kielzog, de rente niet verder kunnen verhogen.
Dollar-cost-averaging - het systematisch, periodiek beleggen in activa ongeacht de koers - is wat de Amerikaanse asset manager Capital Group betreft, de beste strategie om voor te sorteren op deze draai in het rentebeleid, de zogeheten “Fed pivot”.
“Fed pivot”
Verkrappende centrale banken zorgden dit jaar voor een historisch diepe daling op de obligatiemarkten. De Bloomberg Aggregate Bond Index, de meest gebruikte benchmark voor de brede, gediversifieerde investment-grade Amerikaanse obligatiemarkt, toont een negatieve prestatie van ruim 14 procent dit jaar.
De markt voorspelt dat de federal funds rate, het belangrijkste officiële rentetarief van de Verenigde Staten, in maart 2023 zal pieken tussen de 4,5 en 4,75 procent. Daarmee zal waarschijnlijk een einde komen aan de dalingen van obligatiemarkten, omdat nieuw uit te geven obligaties vanaf dan geen betere coupon meer zullen bieden dan uitstaande obligaties.

Obligatiebeleggers die wijs genoeg zijn om zes maanden voor de “pivot” een dollar-cost-averaging strategie los te laten op de obligatiemarkt, zullen volgens Gitlin naar ‘hele interessante geannualiseerde rendementen kijken, de komende jaren. Zeker met de verhoogde rentestand.’
Neutraliseren van duratie
‘Wij neutraliseren als eerste onze onderweging in duratie’, is Gitlin’s antwoord op de vraag welke strategische keuzes Capital Group maakt binnen de vastrentende portefeuille in aanloop naar de rentepiek.
‘Voor een wereldwijde portefeuille zoals de onze is het ook belangrijk dat je diversifieert over sectoren en regio’s. Vooral Latijns Amerika vinden we op dit moment zeer interessant. Inflatie is daar geen nieuw fenomeen. De centrale banken reageerden daar snel met renteverhogingen, de yields zien er aantrekkelijk uit, en de valuta is goedkoop.’
Gitlin denkt dat in de komende 18 tot 24 maanden alle onttrekkingen terug in de markt vloeien, en zelfs meer. ‘Je kunt op dit moment goede obligatieportefeuilles samenstellen die 5 tot 7 procent zullen renderen de komende jaren.’
Volgens Gitlin is het verstandig om aan te nemen dat de markt de rentepiek goed weet in te prijzen, maar de markt is niet heilig. ‘Let wel, de markt prijst ook in dat de Fed in 2023 weer in staat zal zijn om de rente te verlagen. Daar zijn we het niet mee eens. De inflatie zal ook in 2023 nog veel te hoog boven het inflatiedoel van de Fed liggen’, vertelt Gitlin tijdens Capital Group’s media event vorige week.
‘Het nieuwe regime lijkt op de jaren 70’
Ook het economisch bureau van Capital Group denkt dat we een regime tegemoet gaan dat gekenmerkt zal worden door aanhoudende hoge inflatie en hogere nominale rentes. ‘Een dergelijk economische beeld is vergelijkbaar met de jaren 70’, zegt Robert Lind, econoom bij de Amerikaanse asset manager.
Ook toen was inflatie de belangrijkste drijfveer voor het zeer agressieve optreden van centrale banken wereldwijd, met de Fed voorop. ‘Centrale banken lijken nu te snappen dat zij hun greep op de inflatie hebben verloren, en dus zullen ze waarschijnlijk veel makkelijker bereid zijn zeer snel over te gaan tot renteverhogingen, met alle gevolgen voor de economische groei van dien’, aldus Lind.
De discussies binnen het team van economen, zo onthult Lind, concentreren zich op een relatief smalle reeks fundamentele maatstaven die de belangrijkste drijvende krachten achter de wereldwijde groei vormen.

Om te beginnen duiden de aanbodverwachtingen van inkoopmanagers uit de maakindustrie op economische krimp, zo blijkt uit de Purchase Managers Index (PMI). De index wijst op een verslechtering van de productie in de komende maanden door een afname van de wereldwijde handel. Die wordt mede veroorzaakt door aanhoudend hoge kosten van levensonderhoud, en toenemende economische onzekerheid.
Een factor die nog een extra duit in het zakje doet van de onheilspellende lange termijn ontwikkelingen in de wereldeconomie zijn de structurele veranderingen in de dynamiek van grondstoffenprijzen, vertelt Lind.
‘De aanbodvorming is helemaal anders nu. We hebben momenteel twee tegengestelde krachten in deze sector. Aan de ene kant worden prijzen opgedreven als gevolg van geopolitieke spanningen, en aan de andere kant duwt een vertraging van de economie in de tegenovergestelde richting. Tel daar een eventueel einde van de globalisering bij op, en je kijkt naar een onguur toekomstbeeld. De globalisering staat duidelijk op een kantelpunt en zal niet meer terugkeren zoals we het gekend hebben’, besluit Lind.
Gerelateerde artikelen op Investment Officer:
- ‘Bodem komt in zicht, maar er moet nog eens 16 procent af’
- En toch is het tijd om wat positiever te worden
- De inflatie op de langere termijn