In de Verenigde Staten wordt momenteel genadeloos afgerekend met het streven naar ideologische doelen ten koste van het vermogen van anderen. Een reeks unieke rechtszaken over de fiduciaire taak van asset managers legt de kern bloot van de Amerikaanse economie: politieke spelletjes zijn voor eigen rekening, voor beleggers telt alleen het directe financieële rendement.
Voor zowel “wakkere” Democraten als anti-ESG-Republikeinen geldt dat wie pensioenen wil gebruiken om een politiek statement te maken, in de Verenigde Staten aan het verkeerde adres is. Als politieke statements worden dan beschouwd zowel het rekening houden met duurzame doeleinden in het beleggingsbeleid, als het willen verbieden van dergelijke overwegingen. Een sprekend voorbeeld hiervan ontvouwt zich in Oklahoma, waar een agressieve anti-ESG-campagne op het juridische hakblok wordt gelegd. Niet omdat beleggers het inhoudelijk oneens zijn met die campagne, maar strikt omdat die het financiële rendement bedreigt.
Net als Texas en Kentucky verbood het conservatieve Oklahoma pensioenfondsen in 2022 om samen te werken met asset managers die ESG-principes in acht nemen bij het maken van beleggingsbeslissingen, een tot voor kort populaire strategie.
BlackRock en State Street belandden op de zwarte lijst omdat ze ESG-principes te assertief integreerden, wat olie- en gasbedrijven zou discrimineren.
Het verbod om samen te werken met deze asset managers wordt nu echter juridisch aangevochten door Don Keenan, een gepensioneerde staatsambtenaar. Hij motiveert zijn aanklacht met de kosten die gepaard gaan met het weren van BlackRock en State Street. Het op één na grootste overheidspensioenfonds van Oklahoma ontdekte namelijk dat het 10 miljoen dollar zou kosten om de desbetreffende beleggingen te liquideren en het geld over te hevelen naar andere vermogensbeheerders. Keenan weigert het ‘leeglopen van zijn pensioen vanwege politieke verklaringen met pensioendollars’ te accepteren, aldus een verklaring.
De grondwet van de staat Oklahoma vereist dat staatspensioenen worden georganiseerd voor het “exclusieve voordeel” van hun begunstigden, ook bekend als de fiduciaire verplichting.
De Office of the State Treasurer, verantwoordelijk voor de financiën van de staat, ontdekte eerder al dat het beëindigen van bankrelaties met het eveneens gesanctioneerde JPMorgan Chase en Bank of America dusdanig kostbaar en onpraktisch zou zijn, dat beide banken op dit moment gebruik maken van uitzonderingen op de wet.
New York
In de Democratische staat New York is een groep pensioenspaarders, bestaande uit een metrobestuurder, een leraar van een openbare school, een schoolsecretaris en een ergotherapeut, een rechtszaak gestart tegen de beslissing van de voormalige burgemeester Bill de Blasio om miljarden dollars aan pensioengeld uit fossiele brandstoffen te liquideren.
Net als in Oklahoma wordt beweerd dat de staat zijn politieke agenda plaatst boven de belangen van de belegger, door bepaalde investeringen te beperken. De aanklagers noemen dat een ‘misplaatst en ineffectief gebaar’ om klimaatverandering aan te pakken.
De advocaten van de fondsen merken op dat de uitdagers juridisch gezien niet in de positie zijn om een zaak aan te spannen, omdat de pensioenspaarders recht hebben op een vaste betaling per maand, ongeacht de prestaties van de onderliggende beleggingen.
Ook zou de klacht gebaseerd zijn op ‘het radicale en absurde idee’ dat rechtbanken openbare pensioenfondsen kunnen dwingen te investeren in een bepaalde industrie als deze goed genoeg presteert.
Wie begrijpt het nog?
Jonathan McGowan, advocaat en ESG-columnist bij Forbes, begrijpt de verwarring over wat er in de Verenigde Staten aan de hand is. De Europese lezer moet echter onthouden dat ESG in de VS niet hetzelfde is als in de EU omdat het juridische concept van fiduciaire plicht verschilt tussen de jurisdicties.
De VS is volgens McGowan een aandeelhoudersjurisdictie wat betekent dat de fiduciaire plicht uitsluitend verschuldigd is aan investeerders. De EU is een stakeholdersjurisdictie, wat betekent dat, hoewel de primaire focus ligt bij de investeerders, bedrijven ook andere factoren in overweging kunnen nemen, zoals de impact op de gemeenschap door onder andere klimaatverandering, aldus McGowan. Overigens heeft hij moeite om duidelijk antwoord te geven op de vraag welk effect het groeiend aantal juridische claims gaat hebben op duurzaam beleggen in de VS.
‘In de VS kan men niet hetzelfde niveau van actie op het gebied van klimaatverandering verwachten als in de EU, tenzij de wet verandert’, aldus McGowan. ‘Juridische theorie stelt dat het niet rekening houden met klimaatverandering een schending is van de fiduciaire plicht van een asset manager, omdat de gevolgen van klimaatverandering zo drastisch zullen zijn dat ze het vermogen van een bedrijf om in de toekomst winst te maken zullen aantasten. Het is echter nog steeds een theorie die niet met succes is getest in de rechtbank.’
Tennessee
Dat asset managers langzaam maar zeker tussen hamer en aambeeld komen te zitten wat betreft hun ESG-strategie, blijkt des te meer uit een nieuwe - en tot nog toe unieke - rechtszaak tussen de Republikeinse procureur-generaal Jonathan Skrmetti van Tennesse en BlackRock.
Skrmetti daagt de asset manager voor de rechter omdat het ‘onware of misleidende beweringen’ heeft gedaan over de mate waarin ESG van invloed is op beleggingskeuzes, aldus de klacht.
Volgens Skrmetti heeft BlackRock, als lid van Net Zero Asset Managers Initiative en Climate Action 100+, beloofd om druk uit te oefenen op bedrijven om hun CO2-uitstoot te verminderen, maar zodoende zou de asset manager tegenstrijdige standpunten uitdragen: één standpunt uitsluitend gericht op geld, een ander standpunt gericht op milieu-impact.
De inconsistente verklaringen van BlackRock over haar beleggingsstrategieën hebben ‘consumenten beroofd van de mogelijkheid om een geïnformeerde keuze te maken’, aldus Skrmetti, de hoogste juridische functionaris van Tennessee, in een verklaring aan nieuwszender Fox Business.
De klacht uit Tennessee wordt gedeeld door de Gerechtelijke Commissie van het Huis van Afgevaardigden, dat onlangs BlackRock, State Street en Vanguard dagvaardde voor het mogelijk schenden van antikartelwetgeving door het in acht nemen van ESG-criteria bij beleggingsbeslissingen, oftewel “greenhushing”.
‘BlackRock lijkt heimelijke afspraken te hebben gemaakt om zijn beheerd vermogen “koolstofarm” te maken en emissies terug te brengen tot netto nul. Dat gebeurt mogelijk op manieren die in strijd zijn met de Amerikaanse antitrustwetgeving’, aldus de commissie.
Gerelateerde artikelen:
- ESG-regelgeving van SEC onder zware politieke druk
- Asset managers keren ESG de rug toe
- Anti-ESG beleid van VS als reden om de regio te onderwegen