Pim van Vliet, Robeco
Schermafbeelding 2022-06-17 om 16.58.18.png

Aandelen- en obligatierendementen zijn negatief ten tijde van hoge inflatie, en zeker als er sprake is van stagflatie. Toch kunnen beleggers een deel van de verliezen compenseren met een strategie die zich niets aantrekt van welk inflatieregime dan ook: factorpremies.

De factorpremies, zijnde waarde, momentum, low-risk, kwaliteit of carry, blijven consistent positief voor zowel aandelen als obligaties ongeacht het inflatieniveau. Deze factoren vertonen geen significante variaties, terwijl ze de nominale en reële rendementen van activaklassen verhogen.

Dat blijkt uit een nieuw onderzoek van de Rotterdamse Erasmus Universiteit in samenwerking met Robeco. Daarin werd  onderzocht hoe activaklassen en factorpremies presteerden tijdens verschillende inflatieregimes tussen 1875 en 2021. Pim van Vliet (foto),  hoofd kwantitatief aandelen beleggen bij Robeco, licht tegenover Investment Officer het onderzoek toe dat hij voltooide samen met Laurens Swinkels en Guido Baltussen van Robeco.

Factorpremies

Door de langdurig lage inflatie van de afgelopen 40 jaar zijn beleggers gewend geraakt aan reële beleggingsrendementen die vergelijkbaar zijn met de nominale rendementen. De meeste professionele beleggers kennen zelfs alleen maar periodes van lage inflatie.

Nu de ruim 8 procent geldontwaarding in de eurozone en de VS het rendementen van beleggers aanvreet, wordt er naarstig gezocht naar beleggingsstrategieën die ongevoelig zijn voor het nieuwe inflatietijdperk. Volgens Robeco is het antwoord duidelijk. Dat is factorbeleggen, een strategie waarin de Rotterdamse asset manager inmiddels een voorname positie inneemt.    

‘Een factorpremie is de premie die beleggers krijgen voor het structureel aankopen van een bepaald type aandeel of obligatie, en tegelijkertijd een ander type te verkopen’, vertelt Van Vliet. In plaats van het kopen van de gehele aandelenmarkt zorgt het actief zoeken naar “equity factor premiums” binnen de aandelenmarkt op de lange termijn aantoonbaar voor alpha, aldus het onderzoek van Robeco. ‘Dit is een argument vóór actief beleggen in de markt’, vertelt Van Vliet.

Tabel 1 - Inflatie

Van Vliet: ‘De gemiddelde multi-factor factorcombinatie levert significante alfa bovenop de activarendementen over de volledige steekproefperiode van 1875 tot vorig jaar. Daarnaast is het absolute risico dat een factorbelegger neemt in het beleggingsproces niet groter dan dat van beleggers die de markt kopen.’

Deflatie

Van Vliet ziet veel vergelijkingen met de stagflatieperiode uit de jaren ‘70 voorbijkomen. Als je over een nóg langere horizon kijkt, moet je volgens hem ook deflatie meenemen in de formule. ‘Hoewel dat nu geen urgent onderwerp is, moet ook de gevoeligheid van de portefeuille voor deflatie worden bekeken.’  

Tabel 2 - Deflatie

Deflatoire periodes zijn relatief goed voor beleggers. Deflatieperiodes kennen een reëel rendement van 10,4 procent per jaar voor de 60/40 portefeuille, terwijl deflatoire recessies licht positief zijn met 1,6 procent rendement in nominale termen, maar 4,9 procent in reële termen.

Aandelen-, obligatie- en multifactorcombinaties doen het goed voor elk van de subregimes tijdens deflatoire perioden. Dat geldt vooral voor aandelen- en obligatiefactoren tijdens periodes met slechte aandelen- of obligatierendementen, zoals tijdens een deflatoire recessie of dalende markten.

Het onderzoek concludeert dat de meest slechte tijden voor beleggers in traditionele beleggingscategorieën, de periodes van hoge inflatie zijn, met ofwel economische malaise of winstdalingen. Stijgende rentevoeten drukken dan de prestaties van aandelenmarkten. Anderzijds zijn er deflatoire bearmarkten die over het algemeen goed zijn voor traditionele beleggingscategorieën. ‘In beide gevallen helpen factorpremies de pijn te verzachten’, stelt Van Vliet met verwijzing  naar het onderzoek naar inflatieregimes tussen 1875 en 2021.

Gerelateerde artikelen op Investment Officer:

 

Author(s)
Categories
Target Audiences
Access
Limited
Article type
Article
FD Article
No