Het vertrouwen in Nederlandse financiële instellingen is het afgelopen jaar licht toegenomen. Dat blijkt uit een nieuwe peiling van De Nederlandsche Bank (DNB). Tegelijkertijd is de mate van vertrouwen onder het publiek nog altijd lager dan in 2007 - vóór de crisis.
Het aantal ondervraagden dat aangeeft een overwegend of volledig vertrouwen in de eigen bank te hebben steeg van 71 naar 73 procent. Voor de sector als geheel ligt het niveau van vertrouwen lager.
De vertrouwenscijfers dateren van april als DNB altijd het maatschappelijke vertrouwen in de eigen bank, de levensverzekeraar of het pensioenfonds peilt. Volgens de centrale bank is dat vertrouwen een belangrijke voorwaarde voor een stabiel financieel toezicht.
Lees de resultaten van de vertrouwenspeiling
Het vertrouwen in de levensverzekeraars steeg met 4 procentpunt tot 76 procent. Het geloof in de pensioenfondsen nam met 2 procentpunt toe, maar lag met een percentage van 57 procent beduidend lager dan bij de andere financiële instellingen.
Bij banken en verzekeraars ligt de uitkomst in de lijn der verwachting, omdat consumenten keuzevrijheid hebben. Dat is bij deelnemers aan een pensioenfonds niet het geval.
Uit de peiling blijkt dat consumenten meer vertrouwen hebben in de eigen bank dan in haar bestuurders. Over de integriteit bij bestuurders wordt door consumenten nog altijd overwegend negatief.
Bij banken wordt bovendien erkend dat het vertrouwen doorgaans beter is in de medewerkers dan in de bestuurders.