Sinds de financiële crisis van 2008 zijn de “value”-aandelen historisch gezien achtergebleven bij de groeiaandelen. De geopolitieke onzekerheid, de zwakke economische groei en de negatieve reële obligatierendementen verklaren grotendeels deze onderwaardering. Maar heeft de lange cyclus van “groeiaandelen”, die in 2007 van start ging, geen hoogtepunt bereikt? Dat vraagt Damien Lanternier, beheerder van het DNCA Centifolia fonds en co-beheerder van het aandelengedeelte van DNCA Invest Eurose, DNCA Investments zich af.
Het waarderingsverschil tussen “groei-” en “value-“aandelen is historisch hoog. Het ligt dicht bij de piek van de internetzeepbel van 2000 en we zien een aanzienlijk inhaalpotentieel.
De relatieve evolutie van de winst per aandeel (WpA) vertoont nu al een dynamiek die gunstig is voor de “value”-stijl, waarbij de WpA van de “groei”-effecten aanzienlijk naar beneden werd bijgesteld om deze van de “value”-effecten in te halen.
“Groei”-aandelen worden nu verhandeld tegen historisch hoge multiples, ondanks een vertraging van de winstgroei. De beleggers lijken dus een hoge prijs te betalen voor het statuut van veilige haven van de “groeiaandelen”, in plaats van voor de mogelijke winstgroei.
Heropleving van de waardecyclus op middellange termijn
Ook al zijn de “value”-aandelen nu aanzienlijk ondergewaardeerd en hebben ze een relatief lage koers/winstverhouding en een hoog rendement, toch is het moeilijk om zich uit te spreken over een nieuwe waardecyclus op de korte termijn. Anderzijds pleiten een aantal indicatoren voor een opleving van waardebeleggen op middellange termijn.
- Op macro-economisch niveau lijkt de economische situatie er minder op achteruit te zijn gegaan dan het pessimisme van de beleggers doet vermoeden. De groei in de eurozone stabiliseert zich in de buurt van zijn potentieel op lange termijn, ondanks een minder levendige internationale dynamiek.
- Ook op het gebied van de werkgelegenheid zijn de gegevens geruststellend en ondersteunen ze geen scenario van een dreigende recessie. Deze gezonde arbeidsmarkt kan op langere termijn leiden tot een terugkeer van de inflatie, wat een negatieve invloed kan hebben op de groeiaandelen en er dus uiteindelijk voor kan zorgen dat waardebeleggen weer in de gunst komt.
- Uit de economische verrassingsindicator voor de eurozone, die de macro-economische statistieken vergelijkt met de verwachtingen van de beleggers, blijkt dat er geen reële basis is voor het pessimisme. De economische indicatoren wijzen veeleer op een betere economische situatie in de eurozone dan de beleggers hadden verwacht. Een “terugkeer naar het gemiddelde” kan gunstig zijn voor de “value-stijl”.
Katalysatoren voor het herstel van een aandeel
Een “value”-belegger zoekt vooral naar ondernemingen die door de markt als ondergewaardeerd worden beschouwd en waarvan de koers van het aandeel hun intrinsieke waarde, d.w.z. hun reële waarde, niet weerspiegelt. Er kunnen meerdere oorzaken zijn voor deze onderwaardering: meningsverschillen, teleurstellende resultaten, herstructureringen, moeilijke omstandigheden, lage groei, …
Katalysatoren zoals een verandering in het management, een reorganisatie, een nieuw strategisch plan, de toetreding van nieuwe aandeelhouders tot het kapitaal, kunnen uiteindelijk leiden tot een opleving van het aandeel.
Waardebedrijven zijn over het algemeen “gevestigde” bedrijven die een genereus en regelmatig dividend uitkeren, wat zeer belangrijk is in periodes van lage of zelfs negatieve rente. Ze zijn te vinden in sectoren zoals financiën, energie, grondstoffen, telecommunicatie, industrie en meer in het algemeen als de beurskoersen aanzienlijk lager zijn dan de waarderingen.
“Value” en “groei”, een kwestie van cyclus?
De “groei”-stijl presteert beter wanneer de economische groei laag is, wanneer de rente laag is en in periodes van hoge innovatie. In tijden van stijgende aandelenmarkten hebben groeiaandelen de neiging om de stijging van de markten te versterken.
De ” value”-stijl presteert beter wanneer de economische groei sterk is en de winstgroei hoog is, wanneer de inflatie aantrekt (reflatie) en wanneer de reële rente stijgt. In tijden van stijgende aandelenmarkten profiteren value-aandelen meestal van de stijging, maar minder dan andere aandelenklassen. Aan de andere kant hebben ze, in tijden van dalende koersen en gezien de onderwaardering, meestal een dempend effect.