ESG & EMD, een combinatie die steeds meer in de belangstelling staat. Sinds 2013 bouwde het Emerging Markets Sustainable Fund van Degroof Petercam Asset Management een belegd vermogen op van 1,7 miljard euro met een constant groeitempo van zo’n 30 procent per jaar.
Michael Vander Elst, senior portfoliomanager bij Degroof Petercam Asset Management (DPAM), vertelt Investment Officer over de uitdagingen van beleggen in Emerging Markets Debt. En vooral ook over de integratie van Ecologische, Sociale en Governance- (ESG) factoren in het beleggingsproces, want die combinatie maakt het volgens hem tot ‘de boeiendste job die er is’.
Met ruim 25 jaar ervaring als staatsobligatiebelegger weet Vander Elst als geen ander hoe de markt voor staatsschuld werkt en hoe ontwikkelde en opkomende markten van elkaar verschillen. Volgens hem komt het, naast de traditionele macro-economische verschillen, neer op drie elementen: de kwaliteit van de overheidsinstellingen, de verhandelbaarheid van schuldpapier en de beschikbaarheid van accurate informatie.
Vander Elst legt uit dat er in de meeste ontwikkelde landen wordt gewerkt via een systeem van zogenoemde ‘primary dealers’, dit zijn banken die het alleenrecht hebben om de desbetreffende schuld af te nemen in de primaire markt en vervolgens door te verkopen aan hun beleggers en klanten.
Primary dealers hebben ook de verplichting om een markt te onderhouden in deze leningen, oftewel de secundaire markt. In opkomende markten is dat veel minder ontwikkeld. Vaak nemen enkel lokale banken deel aan de veiling en is er weinig of geen handel in secundaire markt. Dit heeft een negatieve invloed op de liquiditeit en de prijsvorming.
Verhandelbaarheid EMD
Eenmaal uitgegeven, dan ontstaat er een ander vraagstuk: hoe kunnen de obligaties verhandeld worden? ‘Veel landen hebben schulden die niet in euro’s of dollars clearen of in centrale handelssystemen verhandeld kunnen worden. Als je die lening wilt kopen, moet je dus een rekening openen bij een lokale bank. Daarnaast is de munt vaak niet vrij verhandelbaar. Voor de belegger is er dan het bijkomende probleem dat als je die obligatielening wilt kopen van een lokale bank, je hen ook nodig hebt voor het omzetten van de munt. En ook hierbij geldt dat er vaak geen competitieve markt voor is’, legt Vander Elst uit.
Tot slot verschillen opkomende markten onderling enorm. Bijvoorbeeld als het gaat om kennis en beschikbaarheid van data op het gebied van bijvoorbeeld macro-economie en statistiek. ‘Als je kijkt naar de centrale banken van Mexico, Zuid-Afrika of Tsjechië dan zijn er volop goede analyses en forecasts beschikbaar. Maar dit geldt zeker niet voor alle centrale banken in opkomende landen.’
Ook is volgens Vander Elst vaak niet inzichtelijk wie de schuld bezit. Transparantie zoals je die in Nederland aantreft, waarbij je bijvoorbeeld precies weet hoeveel van de schuld in Japan zit en hoe dat is onderverdeeld naar verschillende types beleggers, is in opkomende markten vaker niet dan wel voor handen.
ESG-integratie
Een ander punt waarop opkomende markten onderling fors kunnen verschillen, is integratie van ESG-factoren. Een element waarop DPAM zich naar eigen zeggen onderscheidt van andere asset managers. Aan de hand van vier stappen wordt een universum vastgesteld waarin Vander Elst en zijn team kunnen beleggen.
Het uitgangspunt is de lijst van alle lidstaten van het Internationaal Monetair Fonds. Door alle ontwikkelde markten van deze lijst te halen, blijft er een brede groep van emerging- en frontier-markten over. Alle landen die schulden uitgeven worden onderworpen aan een ESG-screening en gerangschikt op basis van vijf thema’s en ruim zestig ‘ESG-SRI’-criteria.
Deze criteria worden vastgesteld door een team van externe specialisten die samenwerken met het sustainability team van DPAM. ‘Het team bestaat onder andere uit professoren, een journalist en andere duurzaamheidsspecialisten. Zij komen twee keer per jaar bijeen om de parameters te bekijken en eventueel wegingen te herzien’, legt Vander Elst uit.
Uitsluiting niet-democratische landen
Daarnaast worden bepaalde landen uitgesloten. ‘Wij hechten veel waarde aan democratische rechten en sluiten landen die deze rechten niet waarborgen uit van ons beleggingsuniversum. Dit doen wij op basis van twee externe partijen; de NGO Freedom House en de Economist Intelligence Unit van The Economist. Als beide partijen een land als niet-democratisch benoemen, dan sluiten we dit land uit.’
Op dit moment zijn dat bijvoorbeeld Rusland, China, de meeste landen in het Midden Oosten en Egypte. Daarnaast houdt het team Turkije momenteel in de gaten. ‘Dit land wordt door Freedom House als niet vrij beschouwd, maar is volgens The Economist nog geen authoritaire staat’, licht Vander Elst toe.
Ondanks deze uitsluitingen is het universum waarin belegd kan worden groter dan dan dat van de traditionele fondsen, die vaak slechts 20 landen bevatten. Het fonds belegt ook in frontiermarkten, vanwege de over het algemeen zeer lage correlatie met traditionele opkomende markten.
Voor de lijst met gescreende landen geldt voor portfoliomanagers nog een voorwaarde, vertelt Vander Elst. ‘40 procent van het fonds moet belegd worden in het beste kwartiel (de landen die het beste scoren op duurzaamheid) en maximaal 10 procent mag belegd worden in het slechtste kwartiel. De kwaliteit in ons fonds ligt hierdoor relatief hoog.’
Deze zogenaamde “Quality-bias” verklaart volgens de portfoliomanager voor een deel het goede trackrecord sinds begin 2013, waarbij een veel minder negatief rendement werd behaald in neergaande markten zoals in 2013 en in 2018. In combinatie met een sterke performance in opgaande markten zoals in 2014, 2016 en ook dit jaar.
EMD én ESG volop in ontwikkeling
De uitgebreide ESG-screening heeft geen negatieve gevolgen voor de beleggingsmogelijkheden. Nieuw vermogen kan vooralsnog snel beIegd worden. Dit kan in de toekomst wel veranderen als het fonds te groot wordt, maar de markt is volop in ontwikkeling. In 2013 was het aandeel lokale valuta ten opzichte van harde valuta veel lager dan nu. Lokale valuta is inmiddels 8 keer zo groot als harde valuta, dat is een enorme groei als je bedenkt dat het in 2013 nog 4 keer zo groot was’, aldus Vander Elst.
Die ontwikkeling is ook terug te zien in de vraag naar ESG-oplossingen. ‘Tot voor kort waren er binnen opkomende markten maar weinig initiatieven, maar we merken dat het niet stilstaat’, besluit Vander Elst.