Banken gaan talloze Amerikaanse trackers uit het assortiment halen. Aanleiding is het feit dat een Europese verordening voorschrijft dat van een aan consumenten aangeboden product een informatiedocument beschikbaar moet zijn. Dat is van veel Amerikaanse trackers niet het geval.
Binck begint dit weekend in België met het van de verkooplijst halen van deze passieve Amerikaanse producten. De verplichting van een informatiedocument geldt sinds de introductie van de Priip-verordening: Packaged Retail and Insurance based Investment Products. Bankenfederatie Febelfin had een overgangsperiode bedongen, maar deze loopt nu met ingang van deze maand af.
‘Enkele emittenten van trackers waren niet op tijd klaar om een document op te maken. Daarom was een overgangsperiode nodig’, zegt Rodolphe de Pierpont, de woordvoerder van Febelfin, tegenover De Tijd.
De verordening stelt dat particuliere beleggers alle essentiële informatie krijgen voor het product waarin ze beleggen. Dat gebeurt via een informatiedocument (KID). Als dat document niet voorhanden is, mag de distributeur het niet verkopen. Klanten mogen het product wel in portefeuille houden als ze het al hebben.
Emittenten van trackers die nooit voor een Europees publiek bedoeld waren, hebben - ondanks de overgangsperiode - te kennen gegeven dat ze geen interesse hadden om het verplichte document op te stellen. Het gevolg is dat deze trackers niet meer verkocht mogen worden. Een woordvoerder van Binck in België zegt dat men 659 Amerikaanse en Canadese trackers uit het assortiment gaat halen waarin onze klanten een positie hebben. Dat is 44 procent van het totale trackeraanbod van de bank.
De verwijdering vindt plaats in het weekend van 5 en 6 mei.
Keytrade Bank, dat nog geen beslissing heeft genomen over de ingang van het verbod, stelt dat het in zijn geval gaat om maar liefst 2.000 trackers die zullen verdwijnen - de helft van het totale aanbod.