Hein Kuijpers, Schroders
Hein_Vergadering_High_Res.jpg

Bijna een op de vijf beleggers met een belegbaar vermogen van tenminste 50.000 euro heeft als gevolg van het provisieverbod besloten zijn vermogen geheel of gedeeltelijk zelf te gaan beleggen en niet langer gebruik te maken van de diensten van een (bank)adviseur.

Een even groot percentage overweegt ditzelfde  te doen. Een veel kleiner percentage (4 procent) is overgestapt op vermogensbeheer.

Dat blijkt uit een representatief onderzoek van het Britse fondshuis Schroders onder Nederlandse beleggers met een belegbaar vermogen van 50.000 euro of meer uitgevoerd door TNS NIPO.

Vorige week publiceerde Schroders al een deel van de resultaten van dit onderzoek.

Vooral grotere vermogens

Volgens het Schroders-onderzoek zijn het vooral mensen met grotere vermogens die zijn overgestapt van advies naar zelf beleggen. Dit kan te maken hebben met het feit dat mensen met grotere vermogens ook vaker gebruikmaken van een adviseur.

Maar mogelijk heeft dit daarnaast te maken met het feit dat de advieskosten vaak een percentage zijn van het belegd vermogen. Als gevolg hiervan is de rekening hoger naarmate het vermogen groter is. Mogelijk hebben sommige van hen gedacht: Voor dat geld kan ik beter zelf iemand in dienst nemen die mijn vermogen voor me beheert.

Als gevolg van het provisieverbod moet er sinds dit jaar direct betaald worden voor beleggingsdienstverlening en mogen de kosten hiervoor niet langer versleuteld zitten in beleggingsfondsen. Doordat klanten nu daadwerkelijk uitgesplitste rekeningen krijgen, zien ze nu ook wat ze eigenlijk voor de dienstverlening betalen.

Bezorgd

Onder de mensen die echt zelf zijn gaan beleggen zijn mogelijk ook mensen die dit eigenlijk beter niet zouden moeten doen, maar hier toch voor gekozen hebben omdat ze dan geen advieskosten hoeven te betalen. Onder meer directeur Private Banking van ABN Amro Jos ter Avest sprak hier eerder al zijn zorg over uit.

Hein Kuijpers, hoofd intermediair bij Schroders, twijfelt of de consument met de nieuwe regels beter af is.

‘De kosten zijn wel transparanter geworden’, zegt hij. ‘Maar de kosten voor beleggers die gebruik maken van een adviseur zijn per saldo niet omlaag gegaan. Degene die zelf zijn gaan beleggen, zijn weliswaar goedkoper uit. Maar uit ons onderzoek komt ook naar voren dat de portefeuilles van beleggers die zich niet laten adviseren door een adviseur minder goed gespreid zijn; minder evenwichtig zijn opgebouwd.’ Dit brengt naar verwachting een hoger risico met zich mee en dat is geen positief effect

Begrijpelijke ontwikkeling

Toezichthouder AFM laat weten een verschuiving van advies naar execution only ‘in het licht van het belang van kosten voor de realisatie van rendement een begrijpelijke ontwikkeling’ te vinden en ‘ook in relatie met de resultaten van ons onderzoek naar de kwaliteit van advies’.

Eerder dit jaar bleek uit onderzoek van de AFM dat de beleggingsdienstverlening in Nederland in veel gevallen onder de maat is.

De toezichthouder verwacht echter dat het execution only-kanaal zich verder zal ontwikkelen tot ‘execution only-plus’, waarbij beleggers met behulp van allerlei tooling meer bij de hand genomen worden.

De AFM denkt eind van het jaar meer beeld van de gehele markt te hebben. Eerder wees de toezichthouder erop dat je niet moet vergeten dat ook vóór het provisieverbod al zo’n twee derde van de beleggers zelf belegde, zonder hulp van een professional.

Opmerkelijk is echter dat nu uit hetzelfde Schroders-onderzoek komt dat het aantal mensen met een belegbaar vermogen van tenminste 50.000 euro dat gebruik maakt van een adviseur of vermogensbeheerder afgelopen jaar is toegenomen van 35 naar 48 procent.

Hoewel dus één op de vijf mensen aangeeft meer geld zelf te beleggen, is over de hele linie het percentage dat gebruik maakt van de kennis en kunde van een professional toegenomen.

Hoe dit komt, blijkt niet uit het onderzoek. Wel duidelijk is dat dit percentage vaker behoorlijk fluctueert. Mogelijk speelt het beursklimaat een rol.

Bankadviseur verliest terrein

Uit het onderzoek komt verder dat de bankadviseur terrein verliest. Maakte vorig jaar nog 72 procent van de adviesbeleggers gebruik van adviseur in dienst van een bank. Dit jaar is dat percentage teruggelopen tot 62 procent.

Alleen in de hoogste vermogenscategorie (>500.000 euro) bleef het aandeel van bankadviseurs nagenoeg stabiel. Dit jaar maakte van de mensen met adviseur uit deze groep 81 procent gebruik van een bankadviseur, vorig jaar was dit 82 procent.

In de vermogenscategorieën 250.000-500.000 euro en 100.000-250.000 euro daalde het aandeel van bankadviseurs van 69 procent naar 59 procent en in de categorie 50.000-100.000 euro van 65 procent naar 54 procent.

Meer achtergronden op Fondsnieuws:

 

Author(s)
Access
Limited
Article type
Article
FD Article
No