De Europese toezichthouder Esma heeft onderzoek gedaan naar zogenoemde ‘indexhuggers’: beleggingsfondsen die de indruk maken actief te zijn, maar in de praktijk dicht bij de index blijven. Volgens Esma kan niet meer dan 15 procent van de onderzochte Ucits-fondsen als zodanig worden bestempeld.
De European Securities and Markets Authority (Esma), die onder leiding staat van de Nederlander Steven Maijoor (foto) stelt dat eerste onderzoeksresultaten laten zien dat het om ‘een relatief beperkt, maar niet weg te cijferen aantal fondsen gaat’. Voor particuliere beleggers is vaak niet duidelijk dat het niet om actieve fondsen gaat, maar om wat zij noemt ‘closet index trackers’.
Door die onduidelijkheid zouden klanten meer kunnen betalen dan voor een passief product gebruikelijk is; worden ze geconfronteerd met een ander risico/rendementsprofiel dan ze denken en wordt in het beleggings- en productdocument Kiid ook niet goed uitgelegd hoe het fonds beheerd wordt.
In zijn verklaring doet Esma een aantal aanbevelingen hoe asset managers hun informatie jegens particuliere beleggers kunnen verbeteren. Het gaat dan ondermeer om de toepassing van indices en de Kid-documenten.
Esma vervolgt zijn onderzoek en richt zich op fondsen met ten minste 50 miljoen euro onder beheer, een lancering die van voor 2005 dateert en beheervergoedingen rekent van meer dan 65 basispunten. Op basis van 1251 Ucits-fondsen richtte het onderzoek zich op active share en tracking error. Van de onderzochte fondsen bleek dat 15 procent een active share had van minder dan 60 procent en een tracking error van minder dan 4 procent. Esma beschouwt deze fondsen als indexhuggers.
De Europese toezichthouder heeft een vervolgonderzoek aangekondigd. Ook Morningstar is thans bezig met een onderzoek naar active share en indexhuggers.
Aangezien in Nederland al sprake is van een provisieverbod, is het aantal indexhuggers hier waarschijnlijk een stuk lager dan het Europees gemiddelde.