Terwijl de Fed is verlamd door de ontembare Amerikaanse economie, gaat de ECB de rente vrijwel zeker verlagen in juni. Interesse voor Europese staatsobligaties blijft desondanks achter door eurozwakte.
Dat de Amerikaanse economie op volle toeren draait is fijn, maar niet als de rente omlaag moet. Zeker nu de inflatie minder snel daalt dan voorspeld, wordt een scenario waarbij de Federal Reserve de rente langer hoger houdt steeds waarschijnlijker.
Ondertussen ziet de ECB dat de inflatie in de eurozone zich ‘volgens de verwachtingen ontwikkelt’, aldus president Christine Lagarde tegenover nieuwszender CNBC deze week. Die inflatie daalde volgens de eerste schattingen in maart naar 2,4 procent, terwijl de kerninflatie daalde naar 2,9 procent. Het langjarig gemiddelde van de kerninflatie ligt inmiddels ruim onder de doelstelling van de ECB van 2 procent.
Het lijkt dus vrijwel zeker dat de ECB eerder de rente zal verlagen dan de Fed. Het is zelfs mogelijk dat Lagarde het beleid tweemaal versoepelt voordat Powell een eerste versoepeling doorvoert. In Europa worden momenteel vier renteverlagingen van 25 basispunten ingeprijsd voor dit jaar, in de VS maar twee.
Volgens voormalig ECB-econoom Sandra Rhouma is het in dat scenario interessant om te beleggen in langlopende Europese staatsobligaties. Die zijn immers het meest gevoelig voor de rentestand. Lagere rentes betekenen hogere koersen. ‘Uiteindelijk zouden lagere rentes ook de consumptie en investeringen moeten stimuleren’, aldus Rhouma in een notitie aan klanten van AllianceBernstein, haar huidige werkgever.
Frederik Ducrozet, hoofd macro-onderzoek bij Pictet, zegt tegenover Investment Officer dat een afwijkend beleid van de ECB ten opzichte van de Fed inderdaad positief zou kunnen zijn voor Europese staatsobligaties. Amerikaanse staatsobligaties met een looptijd van tien jaar bieden momenteel een rente van iets minder dan 4,6 procent. De rente op de Duitse evenknie is 2,5 procent. Dat zijn volgens Ducrozet aantrekkelijke instappunten voor beleggers. Toch raadt hij aan om voorzichtig te zijn met het substantieel verhogen van de looptijd van portefeuilles, totdat er aanhoudende tekenen zijn van desinflatie of een vertraging van de Amerikaanse economie.
Loopt niet storm
Het loopt overigens nog niet storm op de Europese staatsobligatiemarkt. Rond de jaarwisseling stond de rente op Duitse 10-jaarsobligaties nog op een kleine 1,9 procent. De S&P Eurozone Sovereign Bond Index, koerst op het moment van schrijven 1,3 procent lager dan aan het begin van dit jaar uitgedrukt in euro. Uitgedrukt in dollar is het verlies 5 procent year to date.
Beleggers buiten de eurozone lopen het risico dat ook toekomstige koerswinsten op Europese obligaties teniet worden gedaan door de zwakke euro, die sinds het begin van het jaar terrein verliest ten opzichte van de dollar. Onder andere DoubleLine, het fondshuis van Wall Street-titaan Jeffrey Gundlach, onderweegt om die reden de euro in haar wereldwijde obligatiestrategieën. Het geld wordt toegewezen aan andere carry trades die kunnen profiteren van de veerkracht van de wereldeconomie. ‘Ik verwacht dat we deze carry trades zullen blijven aanhouden, ondanks de toegenomen volatiliteit als gevolg van de hardnekkige inflatiecijfers in de VS’, zegt portfolio manager Bill Campbell. Voor wat betreft duratie houdt Doubleline een neutrale positie aan in Europa.
Grondstofprijzen
Een te zwakke euro maakt het tevens ingewikkeld voor de ECB om überhaupt als eerste de rente te verlagen. De dollar wordt sterker en het merendeel van grondstofprijzen - die in dollars worden genoteerd - zit sinds de aanvang van 2024 in de lift. Dat bemoeilijkt het verdere desinflatieproces, zegt Christofer Govaerts, hoofdstrateeg bij bank Nagelmackers.
‘Indien het conflict in het Midden-Oosten verder escaleert en de olieprijs boven de 100 euro stijgt, zitten we dus met een nieuw probleem’, zegt hij tegenover Investment Officer. Oliefutures koersen momenteel rond de 82 dollar per vat (WTI), een stijging van 16 procent ten opzichte van januari. Dat ziet Lagarde ook, bleek deze week.
CNBC vroeg Lagarde naar het vertrouwen van de centrale bank dat de inflatie zal blijven dalen als grondstoffenprijzen blijven stijgen. ‘Alle grondstoffenprijzen hebben een impact, en we moeten extreem alert zijn op die bewegingen. Het is duidelijk dat de energieprijzen en de voedselprijzen een directe en snelle impact hebben’, aldus Lagarde.