Vastrentend beleggen in de Europese periferie is iets dat we altijd hebben gedaan, ook toen de barometer na het uitbreken van de schuldencrisis op zeer zwaar weer wees.
Onze posities waren in de meest barre tijden wel beperkt, maar helemaal uitsluiten deden we landen als Ierland, Spanje en Portugal niet.
Waar het om gaat is dat je met een genuanceerde blik kijkt naar obligaties, en dan kun je vrijwel altijd goed geprijsde titels vinden.
Mario Draghi zorgt voor positievere visie
Sinds 2013 zijn we een stuk positiever geworden over obligaties uit de periferie, en hebben we onze posities uitgebreid. De reden van onze positievere visie is terug te voeren op Mario Draghi. Hij heeft zijn belofte om alles te doen wat nodig is om rampen te voorkomen waargemaakt met concrete stappen, zoals de op 5 juni aangekondigde renteverlaging.
Duidelijk is dat veel periferielanden nog steun nodig hebben, maar er bestaan grote onderlinge verschillen. Zo geven Ierland, Spanje en Portugal het goede voorbeeld. Zij zagen hun problemen snel onder ogen en zijn uit eigen beweging gaan hervormen. Bij landen als Frankrijk, Griekenland en Italië zien we veel minder introspectie en zijn we daarom altijd veel krittsischer gebleven.
Selectieve aanpak
Beleggen in de periferie vraagt om een zeer selectieve aanpak. Naast de hervormingswil van de periferielanden, spelen uiteraard ook het soort lening, de kwaliteit van de nationale economie en de looptijd van de lening een grote rol bij de beoordeling van de koopwaardigheid van obligaties.
Bij het soort lening gaat het onder meer om de vraag wie de uitgever van de obligaties is, wat de kwaliteit van een eventueel onderpand is en welk recht van toepassing is. Voor wat betreft de looptijd zie je de laatste jaren dat regelgeving en regulering een grote invloed hebben op de aantrekkelijkheid van de looptijd. Zo zorgde de LTRO voor een enorme impuls voor kortlopende obligaties uit de periferie.
Doorslaande regelgeving
Voorheen moest je bij de periferielanden vooral fundamenteel kijken hoe sterk of zwak ze stonden. Tegenwoordig volstaat dat niet meer. De laatste jaren is er een groot arsenaal aan regels en beleidsmaatregelen op touw gezet, hetgeen een gebruikelijke reactie is op een financiëele crisis. Die maatregelen hebben hun effect gehad. Maar je moet ze wel begrijpen, want regulering en centraal beleid van centrale banken beleid zijn de dominante factor in de obligatiemarkt geworden.
Meer in zijn algemeenheid kun je de vraag stellen of het onderhand niet eens wat minder kan met al die regelgeving. Europese beleidsmakers blijven maar komen met regels en eisen. Dat zijn er niet alleen heel veel, en bovendien maar ze zijn ze soms onbegrijpelijk en marktverstorend.
Feestje in Zuid-Europa voorbij
Voor obligatiebeleggers is het feestje in de periferie nu al een tijdje bezig. Ze profiteren van oplopende koersen door dalende rentes en risico-opslagen. Hierdoor zijn de rendementen inmiddels aanzienlijk teruggelopen. Is het feest misschien al voorbij? Dat ook weer niet, want dat zal pas afgelopen zijn als de monetaire versoepeling in Europa stopt. Er heerst nu een grote feeststemming onder vastrentende beleggers in de periferie, maar juist dat maakt ons voorzichtig. In een overvolle feesttent moet je de uitgang goed in de gaten houden.
Sandor Steverink is hoofd van het renteteam van Delta Lloyd Asset Management. Dit is een bijdrage aan de discussie ‘Eurovisie’, die gaat over de kansen en de risico’s die beleggen in de eurozone op dit moment bieden.