Een van de elementen dat Bitcoinbeleggers aanhalen, is de prestaties van de cryptomunt wanneer de beurs het slecht doet. Deze munten worden dan vaak omschreven als een “flight-to-safety”-belegging: een activa die stijgt in waarde, wanneer de rest van de portefeuille naar beneden gaat. Is dit werkelijk zo?
Is Bitcoin een interessante belegging om een portefeuille te diversifiëren? Om die vraag te antwoorden maken beleggers (en academici) vaak gebruik van verschillende maatstaven, denk aan een rendement-risicomaatstaf zoals Sharpe ratio of Alpha. Het probleem met die maatstaven is dat ze onderhevig zijn aan verschillende assumpties (vb. bij de Sharpe ratio wordt geen verschil gemaakt tussen een stijgende of dalende markt, volatiliteit is volatiliteit of Alpha hangt af van de risicofactoren die worden gekozen). Wat als we de vraag op een eenvoudigere manier beantwoorden?
Ik vergelijk het rendement op Bitcoin en de S&P500 tussen Juli 2014 tot Mei 2023 op een scatterplot (zie Figuur 1):
- Voor aandelenbeleggers moeten er veel observaties zijn in het kwadrant links bovenaan (= een negatief rendement op de S&P500 en positief rendement op Bitcoin).
- Voor Bitcoinbeleggers moeten er veel observaties zijn in het kwadrant rechts onderaan (= een negatief rendement op Bitcoin en een positief rendement op de S&P500).
Om te zien hoe goed diversificatie kan zijn, tellen we dan het procentueel aantal observaties in de twee kwadranten. Wat zien we? Voor aandelenbeleggers zijn er 13,44% van de observaties in “het gewenste kwadrant” (= Bitcoin die stijgt als de beurs daalt in waarde). Voor Bitcoinbeleggers is de situatie beter: 26.89% van de observaties liggen in het gewenste kwadrant (= de beurs die stijgt in waarde als Bitcoin daalt). Wanneer we dit echter tezamen nemen, bewegen deze twee beleggingen in 60% van de tijd in dezelfde richting. Dit is niet waar we naar op zoek zijn als we zoeken naar een diversificatiebelegging.
Als we dit vergelijken met goud, zien we gelijkaardige cijfers. Pim Van Vliet en Harald Lohre berekende, tussen 1975 en 2022, dat goud in slechts 19% van de gevallen een diversificatie-element kan zijn voor aandelenbeleggers (= goud die stijgt in waarde wanneer de beurs daalt). Wat de studie wel vindt voor goud, is de daling van het totale portefeuillerisico wanneer het wordt toegevoegd aan een klassiekere portefeuille. Dit is te verwaarlozen wanneer het gaat om Bitcoin. De volatiliteit van de munt is namelijk stelselmatig groter dan de beurs (Zie figuur 2). Wanneer de beurs omlaag gaat, is de volatiliteit van de cryptomunt vaak nog hoger. Niet wat je wil wanneer je nadenkt over diversificatie.
Bitcoin is dus niet het (nieuwe) goud in een aandelenportefeuille. De mooie rendementen die de munt heeft neergezet in 2023 (of een verder verleden) kan niet worden ontkend. Maar of klassieke beleggers moeten meespringen op de kar om een graantje mee te pikken, is de data erg duidelijk: de cryptomunt beweegt te veel in dezelfde richting als de beurs mee. Dit is zowel in positief als negatieve zin. Om die reden is het geen interessante belegging wanneer diversificatie het doel is.
Gertjan Verdickt is docent beleggingsleer en Investment Officer kennisexpert.