Wil je meer rendement halen en de beurs kloppen? Misschien moet je dan net minder risico nemen.
In elk handboek Financiële Economie krijgt de lezer een belangrijke stelling mee: als je meer rendement wil halen, moet je meer risico nemen. Beleggers krijgen (of eisen) namelijk een premie voor het nemen van extra risico. Die vergoeding heet daarom ook de (equity) risicopremie. Echter, de laatste tien jaar is er bewijs gekomen van de omgekeerde stelling: ‘aandelen die in het verleden minder risicovol waren, deden het beter dan aandelen met meer risico.’
Verschillende academische studies toonden aan dat ‘in het verleden’ de laatste 12, 36 of 60 maanden was en ‘risicovol’ werd gedefinieerd als systematisch risico (of ‘marktrisico’) en idiosyncratisch risico (of ‘bedrijfsspecifiek risico’). De studies gaven dus vrij robuuste resultaten in verschillende landen, in verschillende eeuwen en over verschillende activaklassen heen. Low-risk investing was geboren. Wil je de beurs kloppen? Dan moet je net minder risico nemen, zo luidde het nieuwe credo.
De literatuur toonde aan dat het niet uitmaakt hoe je risico definieert. Ga je focussen op marktrisco (CAPM beta genoemd), heb je een ‘abnormaal rendement’ van 109 basispunten per jaar. Dit is een rendement bovenop andere vormen van risico. Maar zelfs wanneer je focust op bedrijfsspecifiek risico (idiosyncratische volatiliteit, of Ivol) is er een extra vergoeding die je krijgt bovenop de vergoeding van het genomen risico. De risicovormen die in de tabel worden meegenomen zijn marktrisico, value investing en small-cap investing. De Sharpe ratio is positief en ook een vrij hoge information ratio (een maatstaf die rendement omzet voor risico). De cijfers tonen dus aan: gemiddeld gezien werkt low-risk investing erg goed.
Loterij
Een recente studie, uit een prominent academisch tijdschrift, toont aan vanwaar deze anomalie komt: aandelen die vooral in de portefeuille van rijke retailbeleggers zitten, hebben een hoog rendement. De aandelen uit niet-rijke retail- of zelfs institutionele beleggers hebben deze extra premie niet. Als we dit omgekeerd uitleggen: niet-rijke retail- en professionele beleggers houden van een specifiek type aandeel met lagere prijs en hoger historisch rendement. Hogere historische rendementen (of ook meer volatiliteit) en lage prijzen voor aandelen worden ook ‘lottery-stocks’ genoemd. Beleggers gaan vaak die aandelen kopen die deze karakteristieken hebben, waardoor die vaak een te hoge prijs hebben en dus een lagere return in de toekomst. De andere aandelen, met lage volatiliteit, worden dan vaak genegeerd terwijl net zij het hoogst verwachte rendement bieden.
Gaat dit zich in de toekomst doorzetten? De kans bestaat van wel. Beleggers blijven er nog steeds van uitgaan dat meer risico leidt tot een hoger rendement. Volatiliteit blijft de belangrijkste maatstaf voor risico. Dus als ze net die aandelen kopen die meer bewegen wanneer ‘de markt’ beweegt (CAPM beta), verwachten ze dat ze daar ook voor vergoed gaan worden. De low risk anomalie is al even gekend en blijft significante resultaten opleveren in verschillende activaklassen (obligaties, wisselkoersen, enz.). Dat biedt kansen voor (nieuwe) beleggers.
Gertjan Verdickt is docent beleggingsleer en Investment Officer-kennisexpert.