Het voor risico gecorrigeerd rendement was de afgelopen jaren uitzonderlijk hoog, maar zal terugvallen richting het historisch gemiddelde. ‘Of de rendementen dalen, of de risico’s stijgen.’
Dit zegt Neil Nuttall (foto), co-chief investment officer Global Portfolio Solutions van Goldman Sachs Asset Management (GSAM) en fondsmanager van de Global Absolute Return portfolios, in een interview met Fondsnieuws in Amsterdam.
Absolute return
Hier praat de Brit beleggers bij over de multi-asset strategieën die hij vanuit Londen runt met een wereldwijd team van circa 110 beleggingsprofessionals. Onder Nederlandse eindbeleggers bespeurt hij groeiende interesse in de absolute return alternatieven van GSAM.
Hij verklaart dit uit de ongemakkelijke constatering dat een doorlichting van standaard portefeuilles, met 65 procent aandelen en 35 procent obligaties, leert dat van het totale risico 95 procent ‘aandelenrisico’ betreft. ‘Als aandelen het goed doen, doet de portefeuille het goed’, aldus Nuttall. Feitelijk bieden obligaties nog maar bar weinig diversificatie.
Ondertussen worden beleggers steeds minder zeker dat de breed gedragen beurs-rally aan zal houden. ‘De Sharpe-ratio (het rendement boven dat van een risicovrije belegging gedeeld door de extra volatiliteit, red.) ligt historisch op 0,3, maar sinds de Europese schuldencrisis lag de gerealiseerde sharpe ratio op 1,3’, wijst Nuttall. ‘Dat is ongebruikelijk hoog.’
De Sharpe-ratio is gedefinieerd als het rendement gedeeld door de volatiliteit van de onderliggende waarde. Een normalisatie van de verhouding, waarvan de GSAM-CIO uitgaat, betekent dus dat het rendement omlaag zal gaan of de volatiliteit omhoog.
Bij ongewijzigd beleid, omschrijft Nuttall de vooruitzichten als ‘uitdagend’. ‘Ofwel, traditionele beleggingen zien er minder aantrekkelijk uit.’
Factor attributie
Nuttall adviseert de blootstelling naar de (aandelen)markt te reduceren en te diversificeren naar andere bronnen van rendement. Het zoeken van blootstelling aan factoren of risicopremies met een lage correlatie aan de markt en elkaar is de kern van de absolute return strategieën, legt hij uit.
‘We handhaven wel een 20 procent allocatie naar de markt, omdat je via de aandelenmarkt groei financiert’, aldus de CIO. Andere factoren identificeert GSAM in rentemarkten, opkomende markten en gedragsbepaalde factoren, vervolgt hij.
Een kenmerk van opkomende landen is bijvoorbeeld het grotere groeipotentieel. Hierop kan worden ingespeeld via de aandelenmarkten, maar ook via obligaties, zowel in harde als lokale valuta.
Met gedragsfactoren doelt Nuttall op de bekende stijl-factoren uit de modellen van Fama & French en Carhart, zoals smallcap, waarde en momentum. Hieraan heeft GSAM er zelf nog enkele toegevoegd. ‘In totaal identificeren we zeven factor groepen.’
Dynamische allocatie
Op de strategische allocatie, volgt de tactische allocatie die Nuttall beschrijft als de ‘dynamische stap’. In deze stap worden de allocaties naar de verschillende factoren geschaald naar gelang de economische cyclus.
Ook wordt continu gezocht naar fondsmanagers die hebben bewezen alpha te kunnen genereren. Dit kunnen zowel GSAM als externe managers zijn.
Nuttall en zijn team passen de allocatie aan naar gelang het moment in de economische cyclus. Daarbij houden ze ook oog voor de verschillen in cycli, stelt hij. ‘De huidige cyclus is lager qua uitslag, maar langer uitgerekt.’
Expansie fase
Volgens de CIO is het nog veel te vroeg om te spreken van een eindfase in de cyclus. ‘De Verenigde Staten liggen voor, maar deze fase van expansie zou best nog wel tot enkele jaren aan kunnen houden.’
In het herstel ligt Europa een jaar of drie achter. ‘Een jaar geleden waren we positiever dan consensus, maar de ontwikkeling was zelfs sterker dan wij verwachtten.’
‘Europese aandelen zijn dan ook onze meest favoriete categorie van dit moment’, aldus Nuttall. Naast de VS, is hij ook positief over bijvoorbeeld India en andere grondstoffenimporterende landen in Azië.
De Global Portfolio Solutions groep beheert multi-asset portefeuilles met een gezamenlijke omvang van zo’n 60 miljard dollar, met name voor institutionele klanten.
In september is het Global Absulute Return fonds gelanceerd. Dit fonds is ook beschikbaar voor particulieren op het Europees vasteland en heeft een rendementsdoelstelling van 4 tot 5 procent boven cash met een volatiliteit die niet meer dan de helft van die van aandelen bedraagt.
De bewegelijkheid in de markten sinds augustus was voor het fonds een goede test. Het resultaat was tot dusver ‘vlak’, maar ook de volatiliteit was zeer laag, aldus Nuttall.