joel-muniz-a4ax1apccfa-unsplash.jpg

Hoe beschermen goede doelen en vermogensfondsen zich tegen willekeur en te veel risico in hun portefeuille? Een professionele aanpak vraagt vooral om goede governance en countervailing power. Een gesprek met Ronald van der Giessen en Huub ten Holter over rust, reinheid, risico en rendement. ‘Het komt voor dat de penningmeester twintig jaar in functie blijft.’ 

Er gaan grote bedragen om in de wereld van het goede doel. Ronald van der Giessen, oud-directeur van onder meer het Oranje Fonds (vermogen 250 miljoen) en nu voorzitter van FIN, de Vereniging van Fondsen in Nederland, stelt dat er bij zijn leden zo’n twintig miljard aan achterliggend vermogen wordt belegd, deels direct, deels als dividendstroom van moederbedrijven of fondsen.   

Ronald van der GiessenWe spreken Van der Giessen (foto) bij Mercer, waar Investments Leader Huub ten Holter grote verschillen ziet tussen hoe professioneel de verschillende goede doelen het beleggen benaderen. ‘Bij het Oranje Fonds heeft bijvoorbeeld professionalisering plaatsgevonden. Zij laten zich begeleiden door een fiduciair adviseur die de searches doet van de beleggingscategorieën die ze toevoegen aan de portefeuille.’ Een probleem is dat bestuurs- en commissieleden niet altijd open staan voor verandering. Een helder beleggingsbeleid is daarom noodzakelijk, vindt Van der Giessen: ‘Je moet goed en vooral simpel kunnen uitleggen wat je doet en waarom, zowel aan je bestuur als aan medewerkers.’ 

Het kan goed fout gaan  

Ten Holter heeft ruime ervaring bij het leveren van countervailing power (een second opinion) aan stichtingen, verenigingen en goede doelen. ‘Het is een beetje mijn boodschap naar de wereld van vermogensfondsen en goede doelen: begin met een goede governance, bouw de juiste checks en balances in. Wie controleert de vermogensbeheerder? De propositie van de fiduciair, is dat wel de beste propositie voor jou?’ 

Een probleem bij besturen is dat ze vaak lang in dezelfde samenstelling opereren. Van der Giessen: ‘Wij dringen aan op een maximum zittingstermijn, maar het komt voor dat de penningmeester twintig jaar in functie blijft. Bij onze leden zitten vaak oud-bankiers in de beleggingscommissies. Die kunnen met overtuigingskracht beleid monitoren en uitvoeren, maar het is niet altijd vooruitstrevend. De standaardportefeuille van 60 procent obligaties en 40 procent aandelen is geen uitzondering, zeker bij de kleinere partijen.’ Ten Holter stipt aan dat het soms ontbreekt aan actuele kennis. Daar ligt dan een rol voor een investment consultant. Obstakels zijn vooral de kosten en tijd. 

Huub ten HolterTen Holter (foto): ‘Ik denk dat er in de Nederlandse vermogensmarkt, bij goede doelen, bij vermogensfondsen, nog veel te winnen is in het verbeteren van de governance. En ook in de countervailing power – ja, ik preek nu voor eigen parochie - die wij vaak zijn voor pensioenfondsen, verzekeraars, en goede doelen vermogensfondsen richting een fiduciair of asset manager. Want het kan soms goed fout gaan, denk aan een Madoff-scenario. Hou de zaken periodiek tegen het licht, zeker eens in de vijf jaar. En kijk naar maatschappelijke of financiële veranderingen.’ 

Van der Giessen benadrukt dat je in een beleggingscommissie niet zozeer gaat voor innovatie. ‘We willen kijken naar de resultaten van het jaar ervoor en zeggen: dat hebben wij verdomd goed gedaan. En gaan we zo door of niet? En in de tussentijd wil je niet geconfronteerd worden met ellende. Rust, reinheid en regelmaat tellen enorm.’ 

Rendement laten liggen 

Voorzichtigheid is dus geboden, maar aan de andere kant laten goede doelen rendement liggen door een te starre houding. Ten Holter: ‘Als je alleen een of twee trackers hebt, bijvoorbeeld vastrentend en een zakelijke waarde op basis van een duurzame index, dan is dat natuurlijk prima. Maar als je dat niet bijstuurt afhankelijk van marktomstandigheden en ontwikkelingen, realiseer je niet de rendementen die misschien al zijn ingepland.’

Bij Mercer wordt puur door een beleggingsbril gekeken naar de organisatie. Maar Ten Holter geeft toe dat de adviezen niet altijd opgevolgd worden. ‘Er verdwijnt wel eens een rapport in een la. Dat is in onze beleving niet hoe het zou moeten in het kader van transparantie en governance, maar uiteindelijk is de klant koning.’ 

Focus op liabilities of nominaal vermogen?

Hoe innovatief of afwisselend zijn nu de portefeuilles bij de goede doelen? Het zijn vooral de grote partijen die kijken waar diversificatie en productontwikkeling waarde kunnen toevoegen aan hun portefeuille. Ten Holter signaleert een duidelijk verschil ten opzichte van pensioenfondsen met vergelijkbare vermogens. ‘Zij letten op de liabilities, hun cashflow. Goede doelen kijken meer naar hun nominale vermogen. Het is goed dat Ronald hier aan tafel zit, want het Oranje Fonds was een van de eerste partijen die is gaan diversifiëren door bijvoorbeeld te beleggen in hypotheken en private markets.’ 

Wie controleert het goede doel?

Het verschil in regelgeving en controle van goede doelen en die van fiduciairs en vermogensbeheerders is aanzienlijk. Leden van de FIN moeten een sociaal, SDG-gericht beleggingsbeleid voeren. Verder is er geen keurmerk, behalve de eisen die gelden voor de ANBI-status en bij sommigen ook het CBF als er fondsen worden geworven. Van der Giessen: ‘In ons nieuwe systeem van zelfregulering moet het bestuur jaarlijks een verklaring ondertekenen dat ze zich houden aan de principes zoals die zijn geformuleerd. Doen ze dat niet, dan brengen ze hun FIN-lidmaatschap in gevaar en voldoen ze waarschijnlijk ook niet aan de eisen die vastzitten aan de ANBI status.’   

Dat het in de tijd van Van der Giessen pionieren was, blijkt als hij vertelt dat het fonds rond 2003 nog ging voor klassiek asset liability management. ‘Dus je zet hoger in en accepteert dat je af en toe een tik op de neus krijgt. Maar in 2008 gingen we ineens 19,5 procent naar beneden. Op zich niks aan de hand, de strategie heeft precies gedaan wat het moest doen. Maar het RTL 4 nieuws opende met: tegenslag voor de Koninklijke familie, 40 miljoen euro verloren bij het Oranje Fonds. Dus dat mocht ik uitleggen, ook aan de medewerkers.  

Later hebben we ons gerealiseerd dat obligaties als vaste waarde in de portefeuille risico’s opleverden. Daar heb ik op allerlei seminars over verteld en ik dacht: nu gaan veel mensen volgen. Nou, ik geloof dat maar één fonds een vergelijkbare strategie heeft ingezet.’ Van der Giessen wijt dit voornamelijk aan het vasthouden aan oude inzichten. ‘Wat je nu ziet is dat veel partijen een enorm verlies hebben genomen qua vermogenspositie.’ 

Ten Holter signaleert nog een positieve ontwikkeling voor goede doelen, namelijk de democratisering van private markets. ‘Die worden in het kader van infrastructuurbeleggingen of private debt of private credit meer toegankelijk voor particulieren en dus ook voor goede doelen. Die kwalificeren vaak niet als professioneel belegger vanwege te weinig kennis of te weinig vermogen.’  

Gerelateerde artikelen:

Target Audiences
Access
Limited
Article type
Article
FD Article
No