Het gewicht van Chinese aandelen in wereldwijd beleggende aandelenfondsen is de voorbije maanden flink gedaald. En dat maakt Chinese aandelen aantrekkelijker vanuit een positioneringsperspectief. Toch zou ik niet meteen massaal instappen.
Onderstaande grafiek van de Financial Times laat zien dat het gewicht van Chinese aandelen (inclusief Hong Kong) in aandelenfondsen die wereldwijd beleggen flink is afgenomen. Was het belang in januari nog 5,1 procent, inmiddels vertegenwoordigen Chinese aandelen nog maar 3,8 procent van de het gemiddelde wereldwijde aandelenfonds.
3,8 procent is niet alleen het laagste gewicht sinds 2016, het betekent ook een onderweging van 1,1 procent ten opzichte van de MSCI All Country World index. Fondsmanagers zien het momenteel dus niet zo zitten met Chinese aandelen.
Regulering raakt winst
Dat de interesse in Chinese aandelen even wat minder is, is niet zo vreemd. Ze hebben het namelijk behoorlijk slecht gedaan. De Chinese overheid schiet momenteel met reguleringshagel op alles wat los en vast zit. Van grondstoffen- en vastgoedbedrijven tot gaming, online onderwijs- en verzekeringsplatformen, allemaal kwamen ze al aan de beurt.
Daarnaast hebben we nog de onophoudelijke reeks reguleringsmaatregelen die zijn gericht op de grote techbedrijven zoals Alibaba en Tencent. Dat deze bedrijven over bergen klantdata beschikken zint de Chinese leiding allerminst. Overigens speelt deze discussie – terecht - ook bij hun Amerikaanse collega-techbedrijven.
De meeste reguleringsmaatregelen hebben direct invloed op de winstgevendheid van Chinese bedrijven. Zo mogen Chinese kinderen niet meer dan drie uur per week gamen en online onderwijsplatforms mogen zelfs helemaal geen winst meer behalen. In dat laatste geval blijft er voor de aandeelhouder dus letterlijk niets over.
Positionering een plusje
Onze multi-asset modelportfolios zitten ook nog steeds onderwogen in opkomende landen. De ontwikkelingen in China zijn daarbij een belangrijke – maar zeker niet de enige - factor. Toch maakt de onderwogen positie van wereldwijdbeleggende aandelenfondsen me iets positiever. Het gewicht is al flink afgenomen en we weten dat maar weinig fondsbeleggers zich comfortabel voelen om langdurig van de benchmark af te wijken. Daarnaast hoor je steeds meer dat Chinese aandelen ‘oninvesteerbaar’ zijn geworden door de strenge overheidsmaatregelen. Maar dat gaat te ver en het riekt naar enige vorm van capitulatie, historisch gezien bijzonder goede momenten om flink in te stappen.
Waardering nog niet laag genoeg
Toch doe ik dat nog niet. In de eerste plaats omdat de olievlek aan regulering nog steeds uitdijt. Zowel het aantal maatregelen als het aantal aangepakte sectoren loopt op. En vooralsnog stelt de Chinese overheid daar geen gerichte stimulering tegenover. Iets wat we in het verleden wel vaak hebben gezien.
De waardering is bovendien nog niet laag genoeg om een buffer te vormen tegen verdere koersdalingen. Het is zeker zo dat de koers-winstverhouding flink is gedaald, maar de equity risk premium, een proxy voor het extra rendement op aandelen ten opzichte van een ‘risicovrije’ belegging, is nog amper omhoog gegaan. In een multi-asset wereld is relatieve waardering vaak doorslaggevend, en vanuit deze hoek nog geen groen vinkje. Het blijft dus nog even wachten op een signaal dat deze reguleringsronde op zijn eind loopt.
Jeroen Blokland is oprichter van True Insights, een nieuw platform dat onafhankelijke research biedt die klanten in staat stelt goed gediversifieerde multi-asset portefeuilles samen te stellen. Blokland was laatstelijk hoofd multi-assets bij Robeco. Hij levert wekelijks op donderdag een bijdrage aan Fondsnieuws.