Er zijn Amerikaanse financials die een tussentijdse correctie op de aandelenmarkten niet uitsluiten. Hoe kijken de Nederlandse grootbanken daar tegenaan? De strategen zijn overwegend positief, maar stellen dat ‘zachte’ en ‘harde’ data in de VS niet synchroon lopen.
Simon Wiersma, beleggingsstrateeg investment office ING:
‘Vanaf eind vorig jaar hanteren we binnen de beleggingsstrategieën van ING een onderweging voor Amerikaanse aandelen ten gunste van een overweging van aandelen uit opkomende markten. De belangrijkste reden hiervoor is dat we verwachten dat de economische groeiverschillen tussen de opkomende markten en de ontwikkelde markten, waaronder de VS, voor het eerst sinds 2011 weer gaan toenemen. Daarnaast verwachten we dat de winstgroei van Amerikaanse bedrijven uit de S&P 500 dit jaar (flink) zal achterblijven bij die van aandelen uit opkomende markten. En dat terwijl de waardering van Amerikaanse aandelen relatief hoog is en die van opkomende markten relatief laag.’
‘Voor wat betreft de kans op een correctie op de Amerikaanse aandelenmarkten op de korte termijn kijken we vooral naar sentiment- en technische indicatoren. We zien op dit moment, ondanks de nieuwe recordstanden op Wall Street, geen overdreven euforische stemming onder Amerikaanse beleggers. Op basis hiervan kan het Amerikaanse beleggerssentiment op dit moment niet gezien worden als een goede contra-indicator. Daarentegen is de VIX-index vorige week op het laagste niveau sinds 1993 gesloten, waardoor naar onze mening de kans op kleine correctie op de korte termijn is gestegen. Ook de technische signalen voor de S&P 500 en de Nasdaq composite neigen naar ‘overbought’ wat de kans op een correctie op Wall Street iets groter maakt.’
‘Al enig tijd signaleren we dat de sentimentsindicatoren, of ‘zachte’ data, in de VS niet synchroon bewegen met de ontwikkeling van ‘harde’ economische data waaronder winkelverkopen en consumentenbestedingen. We zagen dit al terug in de tegenvallende economische groei in Q1. Hoewel we in de komende kwartalen een groeiherstel verwachten zijn we er niet zeker van dat de ‘harde’ data op korte termijn de ‘zachte’ data zal inhalen. Hiermee voorspellen we echter nog geen correctie op de Amerikaanse aandelenmarkt, een correctie is namelijk niet te voorspellen, laat staan hoe groot die zal zijn. Wel zijn we zoals gezegd met het oog op risicobeheersing iets terughoudender met beleggen in Amerikaanse aan.
Han Dieperink, CIO Rabobank:
‘Vanaf het moment dat Trump is verkozen, zijn er discussies over oplopende verschillen tussen ´zachte´ en ´harde´ macro-economische cijfers. Zachte cijfers zijn onder andere het vertrouwen van consumenten en producenten. Het zijn enquêtes, die snel kunnen omslaan als het tegenzit. Harde cijfers zijn gegevens die daadwerkelijk zijn te meten zoals het BBP, autoverkopen en werkloosheid. Het zijn gerealiseerde cijfers die terugkijken, terwijl zachte cijfers meer vooruitkijken.’
De discussie over de verschillen tussen zachte en harde cijfers wordt vertroebeld door de aandacht voor ´fake news´ en ´alternative facts´. Opeens lijken ook ´zachte´ cijfers niet meer echt. Ook de aandelenmarkt is een ´zachte´ indicator. De koersontwikkeling zegt meer over de economie over zes maanden dan over de economie op dit moment. Het risico bestaat dat de zachte cijfers (inclusief de aandelenmarkt) te ver vooruit lopen op de harde cijfers. Het wordt dan tijd voor een adempauze, een beurscorrectie. Zolang het uitsluitend gaat om sentiment, blijft zo´n correctie beperkt tot een procent of tien.’
‘Dergelijke correcties zijn onmogelijk te voorspellen en zelfs als dat al lukt, is het bijzonder lastig om er ook daadwerkelijk wat mee te verdienen. Men moet immers twee keer goed voorspellen, er uit en er ook weer in. Men maakt twee keer kosten, met het risico dat men een groot deel van de verdere opgaande fase mist. Maar de verleiding is groot, wie wil nu niet onsterfelijk worden met het juist voorspellen van de volgende grote koerscorrectie.
Zeker nu er al enige tijd geen correctie is geweest, voorspellen steeds meer brood-etende profeten dat er één zal komen. Juist dit collectieve pessimisme verkleint de kans dat een correctie nabij is. Vereist is immers een overmaat aan vertrouwen en het doorschieten van het sentiment in positieve zin. Vorige week haalden de harde cijfers de zachte cijfers opnieuw in.’
‘Door een sterk Amerikaans banenrapport werd de twijfel ontstaan na het vorige rapport weggenomen. De werkloosheid staat met 4,4 procent op het laagste niveau sinds de jaren zestig. Europa groeide in het eerste kwartaal met 1,8 procent geannualiseerd, veel sterker dan de Verenigde Staten met 0,7 procent. En dat te midden van het beste bedrijfscijferseizoen in vele jaren. De kans dat de Fed in juni wederom de rente gaat verhogen loopt nu richting de 100 procent. Ook dat is voorlopig geen reden voor een correctie, het is eerder een bevestiging van de Fed dat sterke zachte cijfers ingehaald worden door sterke harde cijfers.’
Ben Steinebach, hoofd beleggingsstrategie ABN Amro:
‘Correcties voorspellen is ook uitermate moeilijk, zoniet onmogelijk (behalve de lucky of unlucky shots). Los daarvan hebben wij momenteel een positieve visie op de (aandelen)markten. Onlangs hebben we ons aandelenbelang weer verhoogd, nadat we het begin dit jaar wat hadden verlaagd. De reden is een afname van het politieke risico in Europa (al na de eerste ronde van de Franse presidentsverkiezingen), maar eigenlijk meer nog de verder verbeterende economische situatie in veel landen in de wereld.’
‘En zoals Han stelt: de harde economische indicatoren lopen licht in op de zachte vertrouwensindicatoren. Dat verschil kan ook niet langdurig blijven bestaan. Kortom: sentiment goed en economie (en bedrijven) goed. Dat geldt voor het eerst in tijden zelfs nog in sterkere mate voor Europa dan voor de Verenigde Staten (waar het eerste kwartaal wel vaker wat zwak is).’
‘In het begin van het jaar hebben we onze aandelenweging in Europa wel wat opgehoogd ten koste van de VS (waren beide neutraal). Enerzijds het gevolg van de verschillen in waardering, anderzijds ook als uitvloeisel van meer kansen voor een sterker meevallende Europese winstontwikkeling. Waarbij we overigens niet negatief voor de Verenigde Staten zijn. Maar we handhaven een positieve visie voor de aandelenmarkten.’