De zoektocht naar rendement veroorzaakt een rotatie bij institutionele beleggers van klassieke beleggingen naar beter renderende alternatieven, zoals hedgefondsen. Verzekeraars zoals AXA verwachten dat de komende jaren honderden miljarden aan ultra lage of negatief renderende staatsobligaties wordt verruild voor andere beleggingen.
‘Hedgefondsen zijn een rationele optie om slecht renderende assets te ontwijken op een verantwoorde manier.’ Dat zegt Karim Leguel, investment specialist bij het Multi-Manager Alternatives Fund van JP Morgan. Dit 1,9 miljard euro grote fonds biedt blootstelling aan een reeks alternatieve strategieën via uiteenlopende hedgefondsen.
De negatieve connotatie die aan het woord hedgefonds kleefde na 2008, lijkt grotendeels te zijn verdwenen. Volgens data- en onderzoeksbureau Morningstar was 2020 voor hedgefondsen met een winst van 11,6 procent in dollars voor de brede HFRI Fund Weighted Composite Index het beste jaar sinds de nasleep van de financiële crisis. Aan het eind van juli 2021 stond de teller voor de index op 9,2 procent year to date.
Volatiliteit hedgefondsen beperkt
Volgens Leguel is een belangrijke reden voor de terugkerende populariteit het gegeven dat er weinig meer te halen valt op de vastrentende markten. ‘In de “search for yield”, en de dreiging van een onverwacht stijgende marktrente (met dalende rentedementen tot gevolg) is iedereen op zoek naar rendement zonder daarbij te veel risico te nemen. Gemiddeld hebben hedgefondsen een volatiliteit van 4 tot 5 procent. Dat is vergelijkbaar met een gemiddelde vastrentende index. We zien nu dat instituties die doorgaans voor 60 tot 70 procent aan vastrentende assets zijn blootgesteld, in hedgefondsen stappen zonder daarbij hun volatiliteitsprofiel te hoeven aanpassen.’
Volgens Leguel is het uiterst rationeel om te heralloceren naar alternatieve strategieën. Er is meer dan genoeg bewijs voor de voordelen van alternatieve strategieën op portfolio’s voor de lange termijn. ‘Zeker voor pensioenfondsen en verzekeraars zijn alternatieve strategieën vanwege de beperkte aanpassing in het risicomanagement een gedegen oplossing om het voor risico gecorrigeerde rendement te verbeteren, aangezien hedgefondsen hun bestaande blootstelling aan traditionele activa zoals aandelen en vastrentende waarden diversifiëren.
Het grote voordeel van deze investeringsmethodes, volgens Leguel, is dat ze niet gecorreleerd zijn met traditionele blootstelling aan fixed-income producten en aandelen. Met een alternatieve strategie kan een investeerder een portefeuille bouwen met een rendement dat vergelijkbaar is met een aandelenportfolio, aldus Leguel. ‘Alternatieve strategieën smooth the ride als alle andere markten grilliger worden.’
Gewoonlijk maakt het Multi-manager Alternatives fonds gebruik van een top-down sub-strategieoverzicht om de meest gunstige strategieën voor de komende twaalf maanden te bepalen. De strategieën worden elk kwartaal herzien, maar er vindt ook tactisch herallocatie plaats wanneer er dislocaties in verschillende markten ontstaan, vertelt Leguel. Twee strategieën in het bijzonder zijn erg aantrekkelijk, de “long/short strategie” en “event driven investing.”
Long/Short Strategie
De eerstgenoemde is een veel gebruikte hedgefondsstrategie, waarbij tegelijkertijd zowel long als short posities ingenomen worden, zonder marktneutraal te zijn. Het rendement wordt in dat geval gezocht in de spread tussen de twee posities, vertelt Leguel.
‘Een long-only manager is voor 100 procent long geïnvesteerd. Een long/short manager is bijvoorbeeld 100 procent long geïnvesteerd en gaat voor 70 procent short. In dat geval is er maar liefst 170 procent exposure naar de markt, maar enkel 30 procent naar een opgaande markt. De verhouding tussen de twee posities kan de investering hedgen.’
‘Shorting is echt een unieke skill. Het maximale verlies dat je kunt hebben op een long positie is 100 procent. Het maximale verlies van een short positie is oneindig, want een bedrijf kan in waarde blijven stijgen. Managers met shortposities moeten veel actiever handelen. Het vereist compleet andere vaardigheden om de goede posities uit te kiezen in die strategie.’
Event Driven Investing
De andere nu aantrekkelijke strategie is “Event-driven investing”, die tracht in te spelen op prijsinefficiënties die zich kunnen voordoen voor of na een corporate event, zoals een earnings call, faillissement, fusie of overname. Deze manier van inspelen op de markt zorgt volgens Leguel voor goede rendementen zonder te veel risico te nemen.
‘Als een bedrijf wordt overgenomen in een fusie- en overnameprocedure, zien we gewoonlijk dat de prijs van de aandelen van het overgenomen bedrijf dicht in de buurt komt van de prijs van het overnemende bedrijf. Die twee prijzen zullen nooit precies hetzelfde zijn wegens uitvoeringsrisico’s en regelgevingsrisico’s.’ Event driven investeerders kopen een positie in het over te nemen bedrijf en “shorten” tegelijkertijd de overnemende partij om op die (vaak kleine) prijsspreiding in te spelen.
‘De winst is in een gunstig geval de spread, en de investeerder weet waar de prijs van het overgenomen bedrijf naartoe zal gaan als de deal spaak loopt, namelijk de prijs vóór de overname. De prijsbewegingen zijn niet gebaseerd op de markt, maar op de resultaten van de regelgeving en het verkrijgen van stemmen van de aandeelhouders bijvoorbeeld. Het volgen van die parameters vereist ook hier weer andere vaardigheden dan die van een lange-termijnbelegger.’