Met duurzaam beleggen is in de komende jaren een bovengemiddeld rendement te behalen. Drie factoren spelen een rol. In de eerste plaats stroomt er veel geld naar duurzaam beleggen. Het is zelfs vergelijkbaar met de jarenlange geldstroom naar passief beleggen, dit heeft er mede voor gezorgd dat de strategie van passief beleggen de afgelopen jaren moeilijk was te verslaan.
Bedenk wat diezelfde geldstroom voor een geconcentreerde duurzame selectie kan doen. In de tweede plaats is de maatschappij aan het verduurzamen. Duurzame bedrijven groeien sterker en winnen marktaandeel ten koste van niet-duurzame bedrijven. Vaak wordt de vergelijking gemaakt met het aandeel Kodak.
Op de hoogste koers voor Kodak in de jaren negentig was het aandeel van digitale fotografie slechts enkele procenten, dat vanaf dat niveau zo sterk groeide dat de omzet van Kodak alleen nog maar kromp. Dat impact van zo’n verschuiving op de waardering is enorm. Het heeft er voor gezorgd dat Exxon (nog niet zo lang het grootste bedrijf ter wereld) in marktkapitalisatie even kleiner was dan het duurzame NextEra en dat Orsted nu groter is dan BP. De derde factor die voor duurzaam beleggen pleit is het overheidsbeleid.
De doelstelling van verschillende Green Deals zijn naar voren gehaald. Om die te realiseren kan de overheid niet anders dan hard ingrijpen. Dat kan met subsidies, maar ook met regulering. Heffingen op Co2 gaan waarschijnlijk alleen maar omhoog. China ziet duurzaamheid zelfs als een manier om de superioriteit van socialistische systeem aan te tonen. Deze race op het gebied van duurzaamheid wordt wel vergeleken met de eerdere ruimterace tussen de Sovjets en de Amerikanen. Beleggers kunnen van deze ontwikkeling de vruchten plukken door duurzaam te gaan beleggen.
Duurzaam beleggen is niet het zoveelste smaakje van de week. Het is niet zoals bij de regionale allocatie of de verdeling over sectoren dat het gewicht in de ene regio of sector in portefeuille omhoog gaat ten koste van andere regio’s of sectoren. Duurzaamheid hangt samen de intrinsieke overtuiging van de belegger. Het is niet iets dat je er bij doet.
Rapporteren
Wie trots rapporteert dat het aandeel duurzame bedrijven is verdubbeld van 10 procent naar 20 procent van de portefeuille, heeft het niet begrepen. Dat betekent immers dat 80 procent van de portefeuille wordt geïnvesteerd in niet-duurzame bedrijven.
In dat kader is het ook van belang om te kijken naar de hele beleggingsketen. Hoe geloofwaardig is een leverancier van duurzaamheidsindices als die tegelijkertijd ook een index levert met niet-duurzame bedrijven. Wat als ergens in de keten er een controverse speelt bij een toeleverancier, of als de UBO van een toeleverancier juist lak heeft aan duurzaamheidsprincipes.
Veel asset managers zijn vooral geïnteresseerd in een zo groot mogelijk marktaandeel. Duurzaam beleggen is één van de mogelijkheden om het marktaandeel te laten stijgen. Tegelijkertijd betekent dit dat niet dat men afscheid wil nemen van de niet-duurzame klanten. Iemand die volledig duurzaam wil beleggen, maar dat heeft uitbesteed aan asset managers die slechts gedeeltelijk duurzaam beleggen, heeft iets uit te leggen aan de cliënten of de deelnemers.
Stel dat beleggen in kolenmijnen is uitgesloten, maar dat de assetmanager de grootste investeerder in kolenmijnen in de wereld is.
Dat voelt niet goed. Duurzaamheid stelt ook eisen aan de organisatie: duurzame gebouwen, duurzaam transport en duurzaam sociaal beleid. Zaken als diversiteit en een evenwichtige beloning zijn dan niet alleen van belang voor de eigen organisatie, maar ook in de keten. Op het gebied beloning willen asset managers nog wel eens uit de band schieten.
Zeker voor pensioenfondsen is dit een risico. Aan de ene kant moet er worden gekort op de pensioenen, maar aan de andere kant staat een portefeuillemanager die miljoenen mee naar huis krijgt. Lastig uit te leggen. De Europese Unie benadrukt met SFDR en de taxonomie-richtlijn dat duurzaam beleggen ook echt duurzaam moet zijn. Een nieuwe richtlijn die zich uitstrekt over de volledige keten ligt in het verschiet.
Han Dieperink is zelfstandig belegger en consultant. Hij was eerder in zijn loopbaan chief investment officer van Rabobank en Schretlen & Co. Hij geeft op Investment Officer zijn analyse en commentaar op de gevolgen van de coronacrisis voor economie en markten.