Zorgverzekeraars richten hun beleggingsportefeuille defensief in en geven daarbij relatief veel aandacht aan hun maatschappelijke rol.
In Nederland geven we jaarlijks meer dan 100 miljard euro uit aan gezondheidszorg. De totale waarde van de beleggingsportefeuilles van de vier grootste zorgverzekeraars samen is echter slechts 10 miljard euro, een fractie in vergelijking met de honderden miljarden euro’s aan belegd vermogen bij pensioenfondsen en levensverzekeraars. ‘Voor die partijen is beleggen echt een kernactiviteit’, zegt Erik Jan van Bergen (foto), bij VGZ verantwoordelijk voor de beleggingsafdeling.
Zorgverzekeraars vormen daarbij vergeleken een vreemde eend in de bijt: ‘Voor ons is de beleggingsportefeuille in de eerste plaats een buffer voor het opvangen van financiële tegenvallers. Zorgverzekeraars nemen dan ook vaker een defensievere positie in dan veel andere institutionele partijen. De verhouding tussen obligaties en aandelen is ongeveer 85/15. Maar dat neemt niet weg dat we nadrukkelijk streven naar een marktconform financieel rendement. Want elke euro die we verdienen met onze beleggingen, kunnen we gebruiken voor een lagere zorgpremie voor onze leden.’
Beleggingsimpact renteschok
Ook bij CZ Groep staan de beleggingen ten dienste van het zo laag mogelijk houden van de zorgkosten voor de verzekerden. Dat vertaalt zich in een defensief beleid, waarbij de zorgverzekeraar ervoor waakt het beleggingsproces niet onnodig complex te maken, zo benadrukt Bart van Denderen, manager vermogens- en liquiditeitenbeheer (foto): ’We kiezen ervoor om breed te spreiden en de focus op de lange termijn te houden. We proberen niet actief de markt te verslaan en we maken geen gebruik van derivaten. Ook zonder hulpmiddelen om het renterisico af te dekken zijn we de snelle rentestijging in 2022 redelijk goed doorgekomen. Als ziektekostenverzekeraar hebben we geen langlopende verplichtingen waarop we de looptijd van de obligatieportefeuille moeten afstemmen. Omdat de gemiddelde resterende looptijd van de obligatiebeleggingen vrij kort is, bleef de impact van de renteschok beperkt.’
Premies parkeren met mooi rendement
De verliezen op de obligatieportefeuille zorgden ervoor dat het beleggingsresultaat van de ziektekostenverzekeraars in 2022 negatief was. De kapitaalbuffer uit Solvency II ligt echter nog in de buurt van de 135 procent, waar de meeste partijen met een bandbreedte van circa 10 procentpunt naar streven. Tegenover het nadeel van een tegenvallend beleggingsjaar, heeft de rentestijging echter ook een groot voordeel voor de toekomstige financiën.
Van Denderen: ‘Aan het begin van de maand ontvangen we een groot bedrag aan premie-inkomsten. Dat vermogen wordt tijdelijk in geldmarktfondsen geparkeerd, zodat we het in de loop van de maand weer kunnen opnemen om onze rekeningen te betalen. Die flexibiliteit is voor ons heel belangrijk. Daarom hebben we jarenlang geaccepteerd dat we door de negatieve rente er iets op moesten toeleggen om vermogen in geldmarktfondsen aan te houden. Maar inmiddels is de rente dus ongeveer 4 procent en verdienen we op jaarbasis bijna 100 miljoen euro op de posities van gemiddeld ruim 2 miljard euro in geldmarktfondsen.’
Goed gesprek over gezonde verandering
Zorgverzekeraars streven behalve financiële ook maatschappelijke doelen na met hun beleggingsbeleid. Van Bergen: ‘Duurzaamheid zit bij VGZ in het DNA, gelet op onze missie om een betaalbare en toegankelijke zorg in Nederland te blijven bieden, en het feit dat wij geen winstoogmerk hebben, maar als coöperatie onze leden zo goed mogelijk willen bedienen. Op het vlak van duurzaamheid is ons adagium ‘’gezond, gelijk en groen’’. We beleggen bijvoorbeeld al lange tijd niet meer in bedrijven die geld verdienen met tabak of alcohol. Die zaken staan regelrecht tegenover waar wij als coöperatie voor staan. Het heeft naar onze mening geen zin om met deze bedrijven het gesprek aan te gaan over het opgeven van hun kernactiviteiten. Dat doen we wel met ondernemingen in andere sectoren, met name sectoren als farmacie en voeding. Over die zaken kunnen we goed meepraten, omdat ze heel dicht bij onze kernactiviteiten liggen.’
Hester Holtland is bij VGZ verantwoordelijk voor deze dialoog met bedrijven waarin de zorgverzekeraar belegt. Zij legt uit: ‘We knopen zelf het gesprek aan met bedrijven, maar kijken ook of we samen kunnen werken met andere institutionele beleggers. VGZ is bijvoorbeeld mede-indiener van een aandeelhoudersresolutie gericht aan Coca-Cola, waarbij we samen met onder meer Achmea IM optrekken. In deze resolutie vragen wij Coca-Cola een beleid uit te stippelen waarbij het bedrijf over de hele breedte van het assortiment richting gezondere producten beweegt. En dat gaat een stap verder dan alleen het vervangen van suiker in frisdrank. Naast deze gesprekken investeren we bij VGZ in toenemende mate ook heel bewust in die bedrijven en projecten die een positieve impact hebben op de maatschappij en tegelijkertijd ook een marktconform financieel rendement bieden.’
Niet afvinken, maar vooral ook zelf nadenken
CZ Groep kiest ervoor om engagement en voting uit te besteden. Daarbij worden wat betreft duurzaamheid harde afspraken gemaakt. Van Denderen: ‘Duurzaam beleggen is veel meer dan alleen het afvinken van lijstjes. We investeren bijvoorbeeld alleen in vastgoed dat minstens vier sterren scoort op de Global Real Estate Sustainability Benchmark.’
Voordat CZ in een fonds belegt, wordt eerst zelf onderzoek verricht. ‘We vragen bijvoorbeeld waarom er geen zonnepanelen op het dak liggen. Daarnaast sluiten we ons gericht aan bij engagement-initiatieven op vlakken van medicijnen en voeding. En sommige bedrijven sluiten we bij voorbaat uit van belegging. Dat geldt uiteraard voor ondernemingen die aantoonbaar steken laten vallen op het vlak van governance, mensenrechten en klimaat. Maar als zorgverzekeraar kiezen we ervoor om de lat op verschillende terreinen hoger te leggen. We sluiten bijvoorbeeld gokbedrijven uit, aangezien schuldproblematiek een onderliggende oorzaak kan zijn van gezondheidsproblemen. Daarnaast zullen we ook niet beleggen in fastfoodketens, ondanks dat sommige van die ondernemingen goede ESG scores hebben door hun sterke governance.’
Daar zit overigens een duidelijke les in, zegt Van Denderen: ‘Het is niet verstandig om je duurzame beleid volledig uit te stippelen op basis van de ESG-scores van rating-agencies. Wij vinden het belangrijk om de eigen bedrijfsnormen en waarden terug te laten komen in het maatschappelijk verantwoord beleggingsbeleid.’