De zoektocht naar aandelen voor een impact-portefeuille is niet moeilijk, maar geschikte obligaties vinden is een ander verhaal. ‘Hoe specifieker je zoekt in de huidige markt, des te lastiger om een geschikt product te vinden.’
Dat zegt Jan Willem Hofland van het Nederlandse investment centre van ABN Amro, in gesprek met Fondsnieuws over het verloop van de eerste zes maanden van het Impact Mandaat van ABN Amro MeesPierson.
In zes maanden tijd is meer dan 200 miljoen euro gestroomd naar het mandaat. Hofland verwacht dat de teller eind dit jaar zoals beoogd op 500 miljoen euro staat. Hoewel hij niet te veel nadruk wil leggen op het rendement omdat het pas zo kort bestaat, doet het mandaat het sinds introductie op 1 september 2019, beter dan de benchmark.
Drie soorten beleggers
Het type klant dat geld heeft ingelegd, is drieledig. Hofland beschrijft ze als ‘de heel herkenbaar geëngageerde particulier’, ‘een grote groep stichtingen met een sterke filosofie’ en ‘beleggers met een filantropie-achtergrond’. Deze laatste groep belegt het geld dat ze eerder liquide hielden voor donaties, nu in het mandaat. Door dit vermogen later te onttrekken kunnen ze uiteindelijk meer geld doneren.
Het zijn precies de klantgroepen waar ABN Amro met het mandaat op mikte, dus in die zin niets nieuws onder de zon. Wat Hofland wel positief verrast, is dat hij ook interesse merkt bij klanten die niet in aanmerking komen, vanwege de instapdrempel van 2,5 miljoen euro.
Op de vraag of de bank bezig is met een nieuw product voor deze groep, zegt Hofland dat de bank zeker aan die mogelijkheid denkt, maar ‘dat het wel moet kunnen’. Hij doelt daarbij op de obligaties in de portefeuille. Want waar de selectie van geschikte aandelen helemaal niet lastig is, vormt het obligatie-deel van de portefeuille een uitdaging. ‘Er is sowieso weinig te koop in de huidige omgeving, en daarbovenop selecteren wij enkel de bijzondere leningen. Hoe specifieker je zoekt in de huidige markt, hoe lastiger het is.’
Prijzen drogen op
Zijn ervaring is dat de prijzen en rendementen van groene staatsobligaties nog goed zijn op het moment van uitgifte, maar snel opdrogen. ‘Na ongeveer zes weken van goede verhandelbaarheid, staat de uitgifteprijs nog wel op de borden, maar heeft een broker in de praktijk niets meer beschikbaar voor die prijs.’
De toekomst ziet er wat dat betreft niet zo rooskleurig uit voor impactbeleggers, met het vergroeningsthema hoog op de agenda van de ECB-voorzitter Christine Lagarde. ‘Als de centrale bank ook green bonds gaat kopen, bewijst ze de markt daar niet per se een dienst mee.’
Ander verbeterpotentieel ziet Hofland bij het gebruik van data binnen het mandaat. ‘Deze markt is jong, de data moet daar nog gevoel bij krijgen, net zoals wijzelf. We voeren daarom een actieve dialoog met onze leverancier ISS-OEKOM.’
Beyond Meat
Als voorbeeld noemt hij de beursgang van vleesvervanger Beyond Meat vorig jaar. ‘Ik was meteen getriggerd. Dit aandeel paste natuurlijk in het impactmandaat, aangezien vleesconsumptie een bron van CO2-uitstoot is. Maar de impact-score van ISS-OEKOM, die van -10 tot +10 loopt, bleef steken op -5. Ik snapte niet hoe dat kon. De beoordeling bleek gebaseerd op het stand alone product, dat veel onverzadigde vetten bevat, en suiker. Ongezond, oordeelde ISS-OEKOM.’
Het product waarvoor Beyond Meat een alternatief is, werd dus niet meegenomen in de berekening, de CO2-uitstoot-vermindering evenmin. ‘ISS-OEKOM kijkt nu naar deze score en het proces: moet dat anders? En voor onszelf is het aanleiding om ons af te vragen of we nu niet te blind varen op een getal. Misschien zijn er bepaalde uitzonderingen denkbaar waarbij we een aandeel of bedrijf alsnog kunnen opnemen in het mandaat. Daar zijn we nog niet helemaal uit, dus dit specifieke aandeel zit nog niet in de portefeuille.’
Smallcaps versus largecaps
Het huidige aandelendeel van het mandaat waarin altijd 35 tot 40 aandelen zit - naast de 5 tot 15 obligaties - bevatten zowel smallcaps als largecaps. Vanwege de verhouding tussen risico en rendement, maar ook omdat dit impact-technisch het beste is volgens de beleggers in het mandaat. Hofland: ‘Kleine bedrijven innoveren sneller, maar als de groten doen wat ze blijven doen, schiet het ook niet op.’
Vooral belangrijk is het volgens Hofland dat een bedrijf zich op één activiteit richt. ‘Neem een Vestas, daarvan weet je dat ze alleen maar windmolens maken. Veel andere energiebedrijven die windmolens maken, doen daarnaast ándere dingen. Dat kan de impact-score beïnvloeden.’
De stip op de horizon ligt dus voorlopig bij 500 miljoen euro. Een impuls kan komen na de definitieve invoering van de Europese taxonomie, waarna aanbieders hun klanten moeten uitvragen in hoeverre ze duurzaamheid belangrijk vinden.
Hofland: ‘Dit fonds voldoet aan de richtlijnen voor het impact-label en werkt bovendien al met de rapportage die dan verplicht wordt. Wij kunnen nu alvast leren van feedback van onze klanten. Wat spreekt aan, leest makkelijk en is begrijpelijk? We willen niet in het wildeweg data spuien, het moet kloppen en mensen moeten weten wat er staat.’
Meer achtergronden op Fondsnieuws