Beleggen in individuele titels in plaats van beleggingsfondsen neemt snel in populariteit toe onder private banking-klanten van ING. Dat komt vooral door de lagere kosten.
Sinds 2008 biedt ING haar private banking klanten de optie om in aandelen ontwikkelde markten en Europese staats- en bedrijfsobligaties niet alleen in beleggingsfondsen, maar deels ook in individuele aandelen en obligaties te beleggen. De laatste paar jaar is deze optie volgens Bob Homan, directeur van het ING Investment Office, flink populairder geworden.
Voor elk beleggingsprofiel biedt ING haar private banking klanten de optie te beleggen in een portefeuille die volledig bestaat uit fondsen, of in een mengvorm van fondsen en individuele titels. Homan: ‘De individuele titelstrategie is afgelopen anderhalf jaar 5 procentpunt sneller gegroeid dan de fondsenstrategie.’
Vanwege ‘concurrentiegevoeligheid’ wil Homan hier verder geen concrete cijfers over geven.
Goedkoper uit
Volgens Homan komt dat vooral door Mifid II, en het daaraan verbonden verbod op retrocessies dat in 2014 van kracht werd. Daardoor is het voor eindbeleggers duidelijker geworden welk prijskaartje er aan het beleggen in beleggingsfondsen hangt.
‘De onderliggende kosten worden lager door in individuele titels te beleggen, omdat je de extra kosten voor beleggingsfondsen zo niet maakt’, legt Homan uit. ‘Wij rekenen namelijk geen extra servicekosten voor de portefeuilles met individuele titels, omdat we de aandelenanalisten toch al in huis hebben. In totaal zijn klanten daardoor 30 tot 40 basispunten goedkoper uit.’ Beleggen in individuele titels is daardoor zelfs goedkoper dan het kopen van een ETF.
Volgens Homan worden klanten steeds kostenbewuster, niet alleen door de veranderde regelgeving maar ook door de opkomst van passief beleggen.
Die grotere nadruk op kosten was ook voor IBS Capital Allies een reden om in 2015 helemaal over te stappen van beleggen in fondsen naar beleggen in individuele titels. Dat betekende toentertijd een besparing van liefst 60 tot 80 basispunten voor klanten.
‘De marges van vermogensbeheerders in Nederland staan onder druk, want er zit een steeds lagere grens aan de beheerfees die je kunt vragen’, vertelt CIO Hans Betlem.
In de nieuwe strategie belegt IBS in twee geconcentreerde aandelenportefeuilles (één met kwaliteitsaandelen en één met waarde-aandelen) met elk 20 aandelen, die voor de lange termijn zijn gekocht. ‘We hebben weinig turnover. In de kwaliteitsportefeuille hebben we bijvoorbeeld nog geen enkel aandeel verkocht sinds 2017. Dat betekent dat klanten die portefeuille zonder extra kosten kunnen aanhouden’, vertelt Reinder Wietsma, portfoliomanager bij IBS.
De analisten van ING volgen 300 aandelen, waarvan er 30 tot 35 worden geselecteerd. Die worden vervolgens aangevuld met small cap-fondsen en EM en Japan-fondsen. Ook wordt, net als in de portefeuille die geheel uit fondsen bestaat, een deel passief belegd.
Meer herkenbaar
ING’s strategie met individuele aandelen doet het over vijf jaar in bijna alle beleggingsprofielen beter dan de fondsportefeuille. Volgens Homan komt dat vooral door het kostenvoordeel. Maar de individuele strategie heeft meer voordelen. ‘Het vergroot de betrokkenheid van klanten. Het spreekt meer aan om aandelen Apple en Facebook te hebben in plaats van een technologiefonds van Blackrock. Kortom, het helpt ons met de storytelling rond beleggen.’
IBS belegt zelfs vrijwel uitsluitend in individuele titels. Eigenlijk is dat uit principe, vertelt CIO Betlem. ‘Wat ons bij ETFs tegen de borst stuit, is dat we zo gedwongen worden ook te beleggen in aandelen waarvan we weten dat je daar geld mee gaat verliezen. Dat wilden we niet meer.’
Maar in actief beheerde beleggingsfondsen hebben ze bij IBS ook weinig vertrouwen. Het gebrek aan convictie van veel van die fondsen maakt het volgens Wietsma schier onmogelijk na kosten de benchmark te verslaan.
Volgens Morningstar versloeg in 2018 inderdaad maar 35 procent van alle aandelenfondsen zijn benchmark. Sterker nog, maar een kwart van de fondsen is daar over een periode van 10 jaar in geslaagd.
Trend of niet?
Indextrackers pakken al jarenlang gestaag marktaandeel af van actieve fondsen. Valt nu te verwachten dat er ook vanuit een andere hoek concurrentie komt?
Voor IBS heeft de overstap naar individuele titels goed uitgepakt, hoewel het track record natuurlijk nog kort is (zie tabel). Toch verwacht CIO Betlem niet dat veel vermogensbeheerders zijn voorbeeld gaan volgen. ‘De trend is toch richting trackers. Dat is de weg van de minste weerstand. Iedereen leest immers de research dat het onmogelijk is benchmark te verslaan. Wat is er nu gemakkelijker dan dit te slikken en een stelletje trackers te selecteren?’
Homan van ING benadrukt dat de meeste private banking-klanten nog steeds alleen in fondsen beleggen. Maar hij verwacht dat meer klanten voor de strategie met individuele titels zullen blijven kiezen. ‘We zijn ook bezig te kijken naar mogelijkheden om het ook voor retailklanten mogelijk te maken in individuele titels te beleggen.’
Resultaten ING voor profiel 3, rendementen over 5 jaar:
Strategie | Profiel | Benchmark 5jr | Fondsenstrategie 5jr | Titelstrategie 5jr |
Actueel | 3 | 40,4% | 41,5% | 43,3% |
Inkomen | 3 | 32,5% | 32,7% | 33,7% |
Duurzaam | 3 | 35,1% | 37,4% | 39,2% |
Resultaten IBS, sinds start in 2017:
Portefeuille | Performance strategie | Performance benchmark |
IBS Quality | 33,32% | 19,1% |
IBS Value |
31,46% | 19,1% |