Joris Roggeveen
i-s4QLGw9-XL.jpg

ING heeft een voorkeur voor simpele rechttoe-rechtaan-fondsen met een dagelijkse liquiditeit. Dat zegt Joris Roggeveen, die voor het investment office van ING fondsen selecteert.

ING biedt daarom bijna geen hedgefondsen aan. ‘Niet alleen vanwege de liquiditeit, maar ook omdat wij de kosten doorgaans erg hoog vinden en we ervaren hebben dat de correlatie van de meeste hedgefondsen met traditionele beleggingen in een bull markt laag is, maar in een bear markt juist toeneemt’, vertelt Roggeveen.

‘Dat soort strategieën zijn doorgaans ook niet makkelijk uit te leggen en wij willen dat onze strategieën begrijpelijk zijn. Daarom hebben we alleen long only-fondsen.’

Om voor selectie door ING in aanmerking te komen moet een fonds in principe een trackrecord hebben van drie jaar, geregistreerd zijn voor verkoop in Nederland, dagelijkse liquiditeit hebben, geen minimale inleg en geen in- of uitstapkosten.

ING maakt bij de selectie van beleggingsfondsen gebruik van de expertise van Altis, de Zwitserse fondsselecteur die onderdeel is van ING Investment Management.

Eigen vertaalslag

‘Zij zijn echter vrij institutioneel georiënteerd, wat inhoudt dat we zelf nog een extra vertaalslag uitvoeren om de selectie beleggingsfondsen geschikt te maken voor Nederlandse particuliere beleggers, zegt Roggeveen.

Altis maakt voor ING een ‘global masterlist’, op basis waarvan ING Nederland, België en Luxemburg hun eigen lijsten maken. Tussen de verschillende landenlijsten zitten wat lokale verschillen.

‘In Nederland beleggen wij bijvoorbeeld graag in hoogdividendfondsen’, zegt Roggeveen. ‘In andere landen beleggen ze weer graag in flexibele obligatiefondsen, waar wij liever een apart fonds voor staatsobligaties hebben en daarnaast, een apart fonds voor bedrijfsobligaties en een apart high yieldfonds.’

Bovendien is de Nederlandse lijst vanwege het provisieverbod hier rebatevrij.

ING-fondsen

Hoewel Altis volledig onafhankelijk opereert, gebruikt ING Altis niet om de fondsen van ING IM te beoordelen. ‘Die doen we dus zelf’, zegt Roggeveen.  

Van de ongeveer 360 fondsen en indextrackers op de lijst van ING, is zo’n 15 procent van ING IM. Of dit percentage langzaamaan minder wordt, kan Roggeveen niet zeggen.

Hoeveel ING-fondsen er in de modelportefeuilles zitten, wisselt per portefeuille, zegt hij. ‘Het ING Global Real Estate Fund presteert bijvoorbeeld heel goed. Het heeft lage kosten en over langere periode een stabiel management. We zien geen reden dat in te wisselen.‘ ING zelf hanteert bij het beoordelen soms andere criteria dan Altis.

‘Wij kunnen soms bijvoorbeeld ook besluiten een fonds op te nemen dat een trackrecord van nog geen drie jaar heeft.

Ook hebben wij zelf bijvoorbeeld Delta Deelnemingen op de lijst staan. Met zijn zeer geconcentreerde portefeuille van nog geen 20 bedrijven voldoet dit fonds niet aan de selectiecriteria van Altis, maar wij vinden het een geschikt fonds om te beleggen in Nederlandse small- en midcaps.’

OK-comité

Ieder nieuw fonds dat willen toevoegen of verwijderen van de lijst, wordt beoordeeld door een ‘OK-comité’, zegt Roggeveen.

Dat kijkt nadrukkelijk nog eens hoe het zit met de juridische en operationele aspecten van het fonds, naar het risicobeleid, de pricing et cetera.

‘Bij iedere aanvraag moeten wij motiveren waarom we juist dit fonds willen toevoegen. Op deze motiveringen kunnen we later terugvallen, als de AFM bijvoorbeeld vragen stelt en als onderbouwing te gebruiken door onze adviseurs. ‘

In tegenstelling tot ABN en Rabobank heeft ING de fondsen van Franklin Templeton niet van het schap gehaald. De anderen deden dit omdat Franklin Templeton niet kan garanderen dat haar fondsen niet voor meer dan 5 procent in clustermunitie zullen beleggen, al is dit op dit moment niet het geval.

Franklin Templeton

‘Wij kijken niet op asset manager niveau, maar op fondsniveau en hebben met Templeton afgesproken dat zij zullen melden als de fondsen die wij aanbieden ook maar in de buurt van de grens komen,’ zegt Roggeveen daarover.

Bij het selecteren van een fonds kijkt ING niet zozeer naar het historisch rendement van een fonds, maar meer naar wat de drivers waren van de performance, wat het risico van het fonds is en wat het beleggingsbeleid van het fonds is.

‘Daarnaast kijken we naar de omvang van een fonds. Is dit te laag, dan lopen we concentratierisico. Is dit te hoog, dan lopen we het risico dat het fonds wordt gesloten.

Over het algemeen vinden wij minimaal 100 miljoen voor een aandelenfonds wel prettig, al is dit voor een obligatiefonds relatief weer te weinig.’

Regio-, landen en sectorfondsen

ING Nederland hanteert een lijst met zo’n 360 fondsen en indextrackers, ‘in iedere asset class hebben we wel iets’. Op aandelengebied zijn dat bijvoorbeeld regiofondsen, maar ook landen en sectorfondsen.

Als een investment manager, verantwoordelijk voor een van de modelportefeuilles, besluit in Japan te beleggen, dan bepalen we afhankelijk van zijn visie in samenspraak welk fonds het meest geschikt is voor zijn strategie’, legt Roggeveen uit.

Voor de duurzame beleggingen zijn twee aparte analisten aanwezig. ‘Wil een investment manager in een duurzaam fonds beleggen, dan gaat dit ook in samenspraak met hen.’ 

Meer achtergronden op Fondsnieuws:

Author(s)
Companies
Access
Limited
Article type
Article
FD Article
No