Sibrand Drijver, Aegon Asset Management
i-vvFNBRL-L.jpg

Een grotere allocatie naar illiquide beleggingen hoeft niet per se te leiden tot liquiditeitsproblemen. Voor veel pensioenfondsen geldt dat er extreme marktschokken moeten plaatsvinden voordat dit gebeurt.

Illiquide beleggingen blijven onverminderd populair bij pensioenfondsen. Waar komt deze interesse vandaan en hoe verstandig is het om hierin te beleggen? Vijf beleggingsexperts geven hun visie. Het resultaat is de drieluik ‘Jagen op de premie van illiquiditeit’. Deel 2 bekijkt liquiditeitsrisico in relatie tot volatiliteit op de financiële markten.

Het verleden biedt geen garanties voor de toekomst, maar wel belangrijke lessen voor de toekomst. Zo werd de keerzijde van illiquiditeit in de kredietcrisis in 2008  erg duidelijk. Waar van oudsher minder volatiliteit als een positief kenmerk werd benoemd, bleek dit voor pensioenfondsen met veel illiquide beleggingen toch anders in elkaar te steken.

‘Er is geen doorlopende waardering voor dit type beleggingen. Dit wordt soms omschreven als een lagere volatiliteit, maar dat klopt niet. Dat de prijs niet verandert heeft te maken met het feit dat de prijsvorming niet efficiënt is’, legt Lennart Wijnand, strategic risk advisor bij Cardano, uit.

Helemaal nadelig ziet Michel Iglesias del Sol, hoofd Investment Strategy bij Kempen Capital Management, het ook niet: ‘Boekhoudkundig heeft het wel voordelen. In 2008/2009 bleven de koersen van illiquide beleggingen redelijk liggen. Je ziet vaak dat er enige vertraging optreedt. Dat is qua demping in de financiële positie wel gunstig. Voor de dekkingsgraad kan het bijvoorbeeld het verschil betekenen tussen wel of niet korten.’

Onderzoek illiquide beleggingen

Uit onderzoek van Aegon Asset Management en TKP Investments blijkt bovendien dat voor veel pensioenfondsen een grotere allocatie naar illiquide beleggingen niet tot liquiditeitsproblemen leidt. Sibrand Drijver, senior Investment Solutions Consultant bij Aegon Asset Management (foto), onderwierp in zijn onderzoek een beleggingsportefeuille aan aandelen-, rente- en kredietschokken. Het resultaat is een model dat helpt te bepalen welke omvang van een allocatie naar illiquide beleggingen passend is bij een gegeven beleid van een pensioenfonds.

‘We zijn begonnen met die zuiverste vorm van liquiditeit. Hoe groot moet een marktschok zijn om ervoor te zorgen dat een pensioenfonds niet meer aan de verplichtingen kan voldoen, hetzij een pensioenuitkering, dan wel uit hoofde van derivatenposities die bepaalde risico’s afdekken. De resultaten hiervan waren opmerkelijk. Er moesten wel hele extreme schokken plaatsvinden voordat dit het geval is.’

Maar een pensioenfonds komt volgens Drijver eigenlijk al eerder in de problemen. Dat is namelijk het moment  waarop een pensioenfonds de beleggingsportefeuille niet meer in lijn kan brengen met de strategische asset allocatie. ‘In deze fase kan het fonds nog wel aan haar verplichtingen voldoen, maar de portefeuille is zodanig uit het lood geslagen dat het niet meer in lijn is te brengen met datgene wat je initieel hebt beoogd. Als bestuurder kun je je dit niet permitteren, want hoe verantwoord je dit naar deelnemers en toezichthouder?’

Investment case onderwerpen aan pre-mortem

Bij Cardano wordt naast de cijfermatige kant ook veel aandacht besteed aan de mentale voorbereiding. Zo is de zogenaamde pre-mortem een vast onderdeel van het maken van  de investment case. 

Wijnand: ‘Je gaat als het ware vooruit in de tijd en stelt de vraag “wat kan er allemaal misgegaan zijn?” Stel je bent vijf jaar verder en je moet de belegging verkopen. Wat zouden hier redenen voor kunnen zijn? Dit dwingt om na te denken over de vraag of je die illiquiditeit aankunt. Past het binnen de risicobereidheid? En wordt het risico beloond zodat die mogelijke toekomstige negatieve effecten gedragen kunnen worden?’ 

 

Dit is het tweede deel van een drieluik over ‘de premie van illiquiditeit’. 

Lees ook de andere delen van deze drieluik:

Author(s)
Target Audiences
Access
Limited
Article type
Article
FD Article
No