
Nu Europa de defensie-uitgaven opvoert en beleggers zich aanpassen aan geopolitieke onzekerheid, heeft Allianz Global Investors zijn duurzaamheidscriteria aangepast om bepaalde defensiegerelateerde investeringen toe te laten. Bedrijven die meer dan 10 procent van hun omzet halen uit militair materieel en bedrijven die kernwapens produceren, worden nu als in aanmerking komend beschouwd.
Het besluit is in april genomen en werd gesteund door een interne rondetafelbijeenkomst waarbij ook de CEO van Allianz GI betrokken was. De aanpassing weerspiegelt een genuanceerde verschuiving binnen het kader van de Europese Sustainable Finance Disclosure Regulation (SFDR), maar het bedrijf is duidelijk: deze investeringen worden niet als duurzaam beschouwd.
‘Het is op dit moment een van de belangrijkste klantthema’s. Je hoort het overal’, zegt Matt Christensen van Allianz Global Investors dinsdag tijdens de media-dag van het bedrijf in Frankfurt. ‘Het wordt niet als duurzaam beschouwd, maar defensie als thema raakt aan wat als toelaatbaar wordt beschouwd ter bescherming van de burgermaatschappij’, aldus het wereldwijd hoofd duurzaam en impactbeleggen. ‘Maatschappelijke thema’s zijn vaak onderwerp van gesprek in duurzaamheidsdiscussies.’
Christensen legt uit dat de relevantie van defensie voor de bescherming van de samenleving het onderwerp op de beleggingsagenda heeft gezet. ‘Duurzaamheid raakt vaak aan wat ik zie als mainstream maatschappelijke vraagstukken, en defensie is er daar de afgelopen achttien maanden één van geweest’, zegt hij in een antwoord op een vraag van Investment Officer.
De discussies over het al dan niet opnemen van defensie-investeringen in SFDR Artikel 8-fondsen – die als ‘middelmatig’ worden beschouwd op het gebied van duurzaamheid of ESG – begonnen twee jaar geleden, naar aanleiding van de Russische invasie van Oekraïne in februari 2022.
De Europese Commissie stelde eerder dit jaar dat de EU zwaar moet investeren in haar defensiecapaciteit, en presenteerde een plan om minstens 800 miljard te mobiliseren voor extra uitgaven – met name na de Russische oorlog tegen Oekraïne – waarbij zij de particuliere sector oproept bij te dragen. Dit omvat onder meer het verhogen van de defensie-uitgaven tot 2 procent van het bbp en het versnellen van de wapenproductie. De NAVO bespreekt een verhoging van de vereiste defensie-uitgaven naar 5 procent van het bbp, als onderdeel van een voorstel dat tijdens de top in juni in Den Haag zal worden besproken.
In aanmerking komend, maar niet duurzaam
Het in april herziene beleid van Allianz heeft betrekking op twee kernuitsluitingen: de 10-procent omzetgrens voor militaire uitrusting en diensten, en kernwapenactiviteiten onder het Non-Proliferatieverdrag (NPT), zo legde de firma maandag uit in een notitie aan beleggers. Deze beperkingen zijn nu opgeheven voor de meeste Artikel 8-fondsen, waarmee beheerders de ruimte krijgen om geselecteerde defensiebedrijven te overwegen. De blootstellingen tellen echter niet mee voor het duurzame investeringsaandeel van de fondsen.
De wijzigingen betekenen dat bepaalde SFDR Artikel 8-fondsen nu kunnen investeren in bedrijven zoals Airbus – hoofdcontractant voor ballistische raketten in het Franse kernwapenarsenaal – en wapenproducenten zoals Rheinmetall, Leonardo en Thales.
Beleggingen vanuit artikel 9-fondsen – die een duurzaamheidsdoelstelling moeten hebben – blijven onderworpen aan de strengste uitsluitingsregels van Allianz. ‘Wat we zeggen is dat defensie-investeringen niet duurzaam zijn. Maar bepaalde defensieactiviteiten kunnen wel in aanmerking komen voor de meeste Artikel 8-fondsen’, verduidelijkt Christensen. ‘In die Artikel 8-fondsen die het meest gericht zijn op duurzaam beleggen als oplossing, wordt [defensiegeschiktheid] nog steeds niet uitgebreid.’
Volgens Allianz weerspiegelt de beleidswijziging een afgewogen reactie op veranderende klantverwachtingen, gebaseerd op feedback van haar fondsbeheerders. ‘De reactie was: het dekt nog steeds niet alle defensieaandelen waarin ze willen investeren,’ zegt Christensen. ‘Maar het stelt ons in staat om beter te vergelijken en na te denken welke investeringen mogelijk interessant zijn voor de komende drie tot vijf jaar.’
Het bedrijf blijft investeringen in antipersoneelmijnen, clusterbommen, verarmd uranium en witte fosfor uitsluiten voor alle fondsen.
Afstemming op regelgeving
Het standpunt van het bedrijf is in overeenstemming met het Witboek van de Europese Commissie over Europese defensie – ‘Readiness 2030’, waarin wordt opgeroepen tot sterkere publiek-private samenwerking bij de financiering van de Europese defensiecapaciteit. Het sluit ook aan bij recente verduidelijkingen van de European Securities and Markets Authority (ESMA), die conventionele defensie verwijderde uit de standaard uitsluitingscriteria voor ESG-gelabelde fondsen.
Christensen, die onlangs het Europees Parlement toesprak over SFDR-hervormingen, riep op tot vereenvoudiging – maar geen deregulering. ‘We willen echt het kind niet met het badwater weggooien’, zegt hij. Hij benadrukte ook het belang van het behoud van de kernpijlers van het duurzamefinancieringskader van de EU, waaronder dubbele materialiteit en rapportageverplichtingen voor bedrijven met meer dan 500 werknemers. ‘Europa wordt gezien als een leider op het gebied van regelgeving en duurzaamheid. Als we te ver gaan met vereenvoudiging, geven we die leidende rol op.’
Natixis ziet het anders
Nadat Allianz in april zijn besluit aan beleggers had meegedeeld, hebben ook verschillende andere grote fondshuizen hun verbod op defensie-investeringen in artikel 8-fondsen opgeheven, waaronder UBS en DWS. Het in Parijs gevestigde Natixis heeft ook gemeld dat bepaalde klanten hebben gevraagd om defensie-investeringen op te nemen in artikel 8 ESG-fondsen.
Tijdens een recent evenement in Parijs suggereerden leidinggevenden van Natixis dat duurzame financiering moet meegroeien met maatschappelijke behoeften, waaronder nationale veiligheid, terwijl ze de ethische zorgen over wapenexporten en mensenrechten erkennen.
Een leidinggevende van Natixis benadrukte het belang van klantbetrokkenheid: ‘Sommigen zullen de benadering begrijpen maar zich onthouden van investeringen in de defensie-industrie. Anderen zullen vinden dat investeren helpt bij onze bescherming.’