
Hoewel de consensus is dat er in 2020 weer een recessie zal komen, is het nog veel te vroeg daar nu al op voor te sorteren, zegt hoofdstrateeg Roelof Salomons van Kempen Capital Management in een toelichting op zijn visie op 2019.
Kempen onderscheid momenteel drie belangrijke trends: toenemende technologische ontwikkeling, protectionisme en populisme.
‘Je ziet dat er op de beurzen een groot optimisme is over techaandelen’, zegt Salomos. ‘Dit wordt alleen nog niet door iedereen in de straat ook zo gevoeld. Voor mensen die bang zijn dat hun banen zullen worden overgenomen door robots, leidt deze trend eerder tot ontevredenheid dan tot optimisme.’
Hetzelfde geldt voor globalisering, zegt de strateeg. ‘Ook dit wordt niet door iedereen als een vooruitgang gezien. In reactie erop klinkt de roep om protectionisme.’
Ten derde wijst hij op de groeiende inkomensongelijkheid. ‘De middenklasse in opkomende markten is er de laatste jaren flink op vooruitgegaan, net als de wereldwijde elite. De middenklasse in ontwikkelde markten is er de afgelopen 20, 30 jaar echter nauwelijks op vooruitgegaan. Dit leidt tot onvrede die je terugziet in veranderd stemgedrag.’ Hij wijst in dit kader onder meer op de opkomst van de Lega en de Vijfsterrenbeweging in Italië.
Onvrede zal afnemen
Alle drie zijn ontwikkelingen om in de gaten te houden, maar Kempen verwacht geen escalatie. Salomons: ‘In ons basiscenario gaan wij ervan uit dat de winstmarges iets omlaag zullen komen. Ze zijn nu te hoog. Wij denken dat ze zullen dalen als gevolg van stijgende lonen. Als gevolg hiervan zal de ongelijkheid niet afnemen, maar de onvrede wel’, denkt Salomons.
Als marges iets naar beneden komen levert dit gecombineerd met de verwachte lage economische groei en een beperkte inflatie, volgens Salomons geen heel spannende beleggingsomgeving op, maar het is volgens hem ook geen reden je als belegger nu al defensiever te positioneren.
‘Je ziet dat de rente in de VS nu echt begint te stijgen. Eindelijk, zou ik zeggen. Dit betekent dat de zorgen over een inverse yieldcurve - die wordt gezien als voorbode van een recessie - ook naar de achtergrond zullen verdwijnen en de inflatie er ook echt zal komen.’
Voor beleggers betekent dit volgens Salomons dat je niet in obligaties moet zitten, en zeker niet in obligaties met een lange duratie. In plaats daarvan kun je beter in ‘real assets’ beleggen, zegt de strateeg, ‘in stenen bijvoorbeeld’.
Cyclische exposure
Wat aandelen betreft heeft Salomons een voorkeur voor cyclische exposure, sectoren die profiteren van een stijgende rente, zoals financiële waarden en - als de inflatie stijgt - ook voor consumer discretionary.
Hoewel de huidige cyclus al heel lang duurt, ziet Salomons nog geen tekenen dat hij snel ten einde zal komen. ‘Dan zou je al veel meer inflatie moeten zien, dat zien we nog niet.’
Het afgelopen jaar heeft vooral de VS het nog heel goed gedaan, opkomende markten heel slecht en Europa zat daartussen in. Salomons verwacht dat het komende jaar de groei in de VS iets zal afnemen en dat je komend jaar als belegger dus beter in Europa en opkomende markten kan zijn. ‘Europa is bezig met een inhaalslag en opkomende markten zijn simpelweg te hard afgestraft’, zegt hij.
Italië
Dit wil uiteraard niet zeggen, dat er geen risico’s zijn. Italië vormt bijvoorbeeld een risico om goed in de gaten te houden, zegt Salomons. De regering daar stevent af op een conflict met de Europese Unie omdat ze niet aan de normen wil voldoen. Salomons inschatting is echter dat er om vijf voor twaalf toch een deal zal komen.
Hij wijst erop dat in Italie de rijkdom vooral bij de private sector in het noorden zit en de schulden bij de overheid in het zuiden. ‘Het grote probleem blijft groei. Als de rente te hoog is en er niet meer groei is gaat dat knijpen. Italië zal moeten ingrijpen en ook meer belasting moeten innen om de publieke schulden naar beneden te brengen, zegt Salomons. Gebeurt dat niet dan zal de rente oplopen en worden alle banken en vermogenden geraakt. Het Noorden zal dus moeten bijspringen en bij hervormingen volgt Noord-Europa dan ook wel.’