Koen De Leus heeft net zijn vierde boek geschreven: ‘De Nieuwe Wereldeconomie’. De hoofdeconoom van BNP Paribas Fortis vertelt in De Spiegel hoe het boek bijna verantwoordelijk was voor een echtscheiding, over grinta en zijn rebels kantje.
‘De Nieuwe Wereldeconomie’ gaat over de vijf belangrijkste trends voor de komende tien tot zelfs dertig jaar: vergrijzing, schulden, multiglobalisatie, klimaattransitie en productiviteit. Van al die trends onderzoekt De Leus wat het effect ervan zal zijn op de economische groei, de inflatie en de rente-evolutie. Philippe Gysels, de hoofdstrateeg van BNP Paribas Fortis doet vervolgens uit de doeken hoe beleggers met die verschillende trends moeten omspringen.
De perfecte storm
Wat moeten lezers onthouden wanneer ze ‘De Nieuwe Wereldeconomie’ lezen? De Leus: ‘Dat we op een kantelpunt zitten. In een perfecte storm zelfs. De schuldenberg wordt alleen maar groter, de impact van de vergrijzing wordt zichtbaar met een krimpende arbeidspopulatie: we zitten op de rand van een recessie terwijl de werkloosheidsgraad nog altijd heel laag is. Voor het eerst in 40 jaar worden we geconfronteerd met stijgende inflatie en hogere rentevoeten. De voorbije decennia zijn de centrale bankiers erin geslaagd om de economische cycli langer uit te rekken. Maar nu gaan we een nieuw tijdperk in met een hogere rente, een volatiele inflatie en ook een veel minder stabiel geopolitiek toneel.’
De Leus ziet wel lichtpuntjes. Ja, de wereld zal de komende tien jaar chaotischer worden. Maar innovatie (waaronder ook de snelle vooruitgang in artificiële intelligentie en op langere termijn quantum computing) zal de productiviteitscijfers een nieuwe boost geven. Tegelijkertijd erkent De Leus dat meer productiviteit geen antwoord is op alle uitdagingen, waaronder de vergrijzing en de multi-globalisatie. ‘Ik ga eerlijk zijn: ik kan niet blij zijn dat mijn zonen volwassen worden in het tijdperk waar we nu voor staan. De generaties voor hen hebben veel te lang gewacht om de grote structurele problemen van onze wereld aan te pakken: de klimaatverandering, de vergrijzing en onze schuldenberg om maar iets te noemen. Mijn zonen zullen daar de prijs voor betalen. We hebben als maatschappij een bepaalde welvaart bereikt en het is leuk dat onze kinderen daarvan kunnen profiteren. Maar die welvaart ook nog verder doen toenemen, dat wordt een uitdaging. Onze kinderen moeten de rommel opruimen die wij hen hebben nagelaten.’
Grinta
De Leus begon drie jaar geleden te werken aan het boek, met de bedoeling meteen maar liefst tien verschillende trends te bespreken. ‘Na drie jaar zat ik nog altijd maar aan de helft. Toen trok mijn vrouw aan de alarmbel. Als ik nog eens drie jaar zou spenderen aan een boek, dan zou de elfste trend mijn echtscheiding zijn. Gelukkig was ik begonnen met de belangrijkste trends’, lacht De Leus. ‘Maar ik begrijp het wel. Wanneer ik bezig ben met een boek, dan ga ik daar helemaal in op. Ik spendeerde daar bijna al mijn weekends aan, terwijl het natuurlijk leuker zou zijn om af en toe ook eens een weekendje weg te gaan naar Brugge of de Ardennen. Maar dat kon niet, omdat ik op mijn bureau zat te wroeten. Na een tijdje begint dat toch te wegen.’
De Leus heeft een fanatiek kantje, zo erkent hij zelf. ‘Eén van mijn vroegere bazen zei me eens dat ik veel grinta heb. Als ik echt iets wil bereiken, dan komt het schuim op mijn mond. En op zichzelf is dat een goede eigenschap. Maar tegelijkertijd moet ik er voor opletten dat ik me daardoor niet helemaal laat opslorpen. Op die momenten kan ik egoïstisch zijn en vergeten dat de mensen in mijn omgeving ook nog verwachtingen hebben van mij.’
Slechte student
De Leus groeide op in Hofstade, in een gezin met vijf kinderen. Het was een zorgeloze jeugd in een gelukkig middenstandsgezin. Maar de middelbare schooltijd verliep niet van een leien dakje. ‘Eerst zat ik op een internaat van de Jezuïeten, waar mijn twee oudere broers ook zaten. Zij hadden al een reputatie opgebouwd. Op mijn eerste schooldag kreeg ik meteen de boodschap van de leraar dat ik vooraan kon zitten en dat hij me de rest van het schooljaar niet wilde horen. Dat moest je natuurlijk niet zeggen, voor mij was dat een oorlogsverklaring en ik gedroeg me ook zo. Als voorzitter van het oudercomité kon mijn vader me nog een tijdje het hand boven het hoofd houden, maar uiteindelijk kreeg ik toch de vriendelijke vraag om een andere school te zoeken. Dat was jammer, maar niet dramatisch. Ik ging van een Jezuïetencollege naar een gemengde school waar ook mijn zus zat. Daar heb ik een prachtige tijd beleefd en ging een hele nieuwe wereld voor mij open.’
Leiband
De Leus heeft een rebels kantje. ‘Ik zal toch altijd proberen om mijn eigen ideeën door te duwen. Daarom ben ik ook graag hoofdeconoom. Natuurlijk zal ik niet ingaan tegen de visie van BNP Paribas of BNP Paribas Fortis. Maar ik krijg toch de ruimte om onafhankelijk te denken en vrijuit te spreken. Ik hang niet aan een leiband. Dat is natuurlijk soms balanceren op een slappe koord en af en toe val ik daar eens af.’ Zoals die ene keer in zijn KBC-tijd dat hij zich in een interview liet ontvallen dat hij zeker niet zou beleggen in banken, op een moment dat KBC volop bezig was om geld op te halen via een obligatielening. ‘Ik was daar op het moment van het interview niet van op de hoogte. En ja, dan ben ik op het matje geroepen. En natuurlijk besefte ik ook wel dat ik dat niet meer opnieuw moest doen. Slechte timing.’
Op de tippen
De Leus begon zijn carrière bij De Tijd, waar hij tien jaar zou werken. Hij werd er uiteindelijk hoofdeconoom en leidde een team van analisten. Daarna ging hij naar Bolero en vervolgens werd hij econoom bij moederbedrijf KBC. Tot hij de vraag kreeg om hoofdeconoom te worden van BNP Paribas Fortis. ‘Als de grootste bank van het land je vraagt om hoofdeconoom te worden dan twijfel je niet. Maar het was natuurlijk wel een sprong in het ondiepe water en ik heb al doende leren zwemmen’, zegt De Leus. ‘Het verschil tussen econoom en hoofdeconoom is toch bijzonder groot. Je draagt een veel grotere verantwoordelijkheid, bent nog meer het gezicht van de instelling en je werkt met mensen die hele grote specialisten zijn op hele specifieke gebieden. Daarbovenop komt de tweetaligheid bij BNP Paribas Fortis. Je moet al die ballen omhoog kunnen houden. Dat was niet altijd makkelijk. Dat eerste jaar liep ik op de tippen van mijn tenen.’
In die periode kwam er veel samen. De Leus was nog bezig met de afwerking van zijn vorige boek (‘De winnaarseconomie’) én vlak voor zijn overstap naar BNP Paribas Fortis verloor hij zijn beste vriend. ‘Dat was een hele moeilijke periode. Zeker mijn eerste zes maanden bij BNP Paribas Fortis probeerde ik gewoon om mijn hoofd boven water te houden. Daarna begon het gelukkig allemaal veel vlotter te gaan. En nu kan ik echt genieten van de droomjob die ik heb.’