‘Het draait bij beleggen om de driehoek: kosten, risico en rendement. Er is de laatste tijd veel focus geweest op het transparant maken van de kosten van beleggen. Nu moeten we de stap maken naar het transparanter maken van het risico en het rendement.’
Dat zei Arnout Bloys van Treslong, directeur marketing private banking bij ING, tijdens een bijeenkomst onlangs over verstandig beleggen georganiseerd door toezichthouder AFM, Vereniging van Effectenbezitters VEB en de Nederlandse Vereniging van Banken.
Als gevolg van het provisieverbod is beter inzichtelijk geworden wat klanten voor beleggingsdienstverlening betalen. In het verlengde hiervan is ook de roep gekomen om tot een total cost of ownership te komen, een getal dat de totale kosten van beleggen weergeeft. Deze is inmiddels verankerd in de Europese Mifid II-richtlijn, maar wordt nog nader ingevuld.
Vergelijkende kostenmaatstaf
In Nederland hebben banken toegezegd vanaf dit jaar al een zogenoemde vergelijkende kostenmaatstaf te publiceren. Dat is een indicatie vooraf van wat een klant met een bepaald profiel in een jaar waarschijnlijk kwijt zal zijn aan de beleggingsdienstverlening van de bank en aan lopende kosten voor de fondsen waarin hij belegt.
Dit zijn nog niet alle kosten en het is nog niet persoonlijk en niet achteraf. Maar het is volgens de AFM ‘een belangrijke stap in de goede richting’.
ABN Amro, ING, Rabobank, SNS, ASN, Regiobank en Van Lanschot zijn hier inmiddels mee begonnen. Andere banken volgen later. Vanaf volgend jaar wil de NVB klanten ook individueel en achteraf inzicht geven in deze kosten.
Risicoprofielen
Inmiddels wordt er door banken, maar volgens de AFM ook met asset managers en onafhankelijke vermogensbeheerders, gepraat over een manier om de gehanteerde risicoprofielen beter op elkaar af te stemmen.
Nu is het zo dat een bepaald risicoprofiel bij de ene bank heel anders kan worden ingevuld dan bij de andere bank, terwijl klanten misschien denken dat het neutrale profiel bij de ene bank wel zo’n beetje vergelijkbaar zal zijn met het neutrale profiel van de andere bank. Dat dit niet per definitie zo is, kan bij klanten voor verwarring zorgen.
Rendement
In het verlengde hiervan zou je volgens de NVB misschien ook moeten kijken naar het verwachte rendement waarmee partijen rekenen.
Iets anders waaraan je zou kunnen denken bij het transparanter maken van het rendement, is het beter communiceren aan klanten wat het rendement van hun portefeuille in een bepaalde periode precies is geweest en inzichtelijk maken wat de kans is dat ze hun doelstelling halen als ze op deze voet doorgaan.
Meer achtergronden op Fondsnieuws: