Theo Nijssen, Kempen
i-FpMVsLg-M.jpg

De huidige marktomstandigheden vragen bij Kempen om meer samenwerking tussen specialismen voor de selectie van maatwerkoplossingen voor klanten. Recent heeft het managerselectie-team samen met het asset allocatie team bijvoorbeeld gekeken naar het hoogrentend spectrum om te ontdekken welke asset class het meest attractief is.

Dat merkt Theo Nijssen, hoofd research, managerselectie en communicatie bij Kempen Capital Management op in een gesprek met Fondsnieuws. ‘De huidige marktomstandigheden met uitzonderlijke bewegingen in de creditmarkten gaven hier alle aanleiding toe. Daarbij valt te denken aan markten zoals high yield, EMD, leveraged loans, structured credits en Europees direct lending.’

In een samenwerking als deze, is het asset allocatie-team verantwoordelijk voor een top down consistente visie op alle markten, terwijl het managerselectie-team een bijdrage levert aan de bottom-up informatieverstrekking vanuit haar contact met fondsmanagers in de wereldwijde creditmarkten. Daarnaast zorgt managerselectie voor de bouwblokken om de allocatie vervolgens te kunnen implementeren.

Fiduciaire klanten en private banking klanten

Het twintigkoppige managerselectie-team van Kempen - dat fondsen selecteert voor fiduciaire klanten en private banking klanten van Van Lanschot - is verdeeld in subteams als alternatives, real estate, private markets en liquide markets. Nijssen is zelf hoofd van het team van de liquide beleggingscategorieën. 

Het proces beschrijft het hoofd managerselectie als ‘vrij diepgaand en institutioneel’. De resultante is een geconcentreerde lijst van goedgekeurde managers, in plaats van een lijst met honderden beheerders. Nijssen: ‘Op onze approved list staan honderd actieve managers en tachtig passieve managers, waarbij de laatste categorie zich beperkt tot een stuk of tien grote aanbieders . Daarnaast zijn veertig non-listed managers geselecteerd, zoals beheerders in hypotheken, vastgoed, direct lending en private equity.’ 

Kempen belegt vanaf 100 miljoen euro bij externe managers in fondsen en mandaten, al kan dat oplopen tot 600 miljoen á 1 miljard euro. Nijssen: ‘Daardoor kunnen we voor onze klanten transparantie afdwingen over de portefeuille, maar ook onze inkoopkracht benutten, ESG criteria implementeren en verder maatwerk regelen.’

Pensioenfonds als seed-investor

De laatste jaren is de hoeveelheid maatwerk bij de fondsselecteur toegenomen. Kempen probeert daarbij de wensen van klanten, bijvoorbeeld op ESG gebied, te combineren en aan een bredere klantgroep beschikbaar te stellen. Het pensioenfonds dient als seed-investor, maar het fonds is daarna ook beschikbaar voor andere institutionele- en privatebanking-klanten - al dan niet in een andere shareclass. Nijssen ziet het als manier om innovatie slim te gebruiken en gezamenlijke inkoopkracht te benutten. 

Een vrij recent voorbeeld is de bouw van een op maat gemaakt duurzaam Europees indexfonds, gekoppeld aan de Sustainable Development Goals van de VN. Nijssen: ‘Het gebouwde fund of funds werkt met meer uitsluitingen dan gemiddeld. Daarnaast belegt het in de 50 procent best in class partijen per sector en heeft het een overweging naar drie SDG’s. Vervolgens komt daar nog een nadruk op een low carbon footprint bovenop.’

Wrappers

Vooral vanwege de gestegen aandacht voor duurzaamheid is volgens Nijssen een groot verschil in “beleggingssmaken” ontstaan. ‘De een wil alleen maar uitsluiten, de ander wil ook engagement. Steeds meer pensioenfondsen stappen van ‘do no harm’ over naar ‘do good’ en willen een stapje verder gaan. Voor de beleggers die impact willen maken, hebben we daarom de global impact pool opgezet, een wrapper van verschillende impactfondsen.’

Behalve als oplossing voor specifieke duurzaamheidsvraagstukken ziet Nijssen deze aanpak ook als manier om minder voor de hand liggende categorieën toegankelijk te maken voor een brede groep beleggers. ‘Structured credit bijvoorbeeld, daarin beleggen particulieren niet zo snel, dat wrappen we ook in een pool. Momenteel kijken we bijvoorbeeld ook naar direct lending, of we dat op deze manier breder toegankelijk kunnen maken.’

‘Er gebeurt heel veel’

Het selectieproces zelf is vergelijkbaar met dat van andere selecteurs, van request tot proposal tot een long- en shortlist. Daarbij gaat een zeer uitgebreid due diligence proces vooraf aan de strikte monitoring van de managers. Vandaag de dag gebeurt dat extra minutieus. Nijssen: ‘De afgelopen drie maanden gebeurt er door de coronacrisis heel veel, met onze monitoring zitten we erbovenop .’

Begin maart heeft het selectieteam aan alle managers gevraagd naar hun bedrijfsrisico en volgde een onderzoek naar de performance en liquiditeit bij managers. Nijssen: ‘De aandelenmarkten bleven redelijk liquide, maar een aantal obligatiemarkten is in maart heel illiquide geworden. We hebben nauwlettend  onderzocht of onze fondsen in die categorieën solide waren qua trading en of ze bestaande aandeelhouders voldoende beschermen bij in- of uitstroom.’

Een vergrootglas op de prestaties van fondsbeheerders op de approved list leert Nijssen intussen dat het verschil tussen beleggingsstijlen flink is toegenomen. ‘De waardemanagers op onze approved list hebben het procenten slechter hebben gedaan dan de standaardindex, terwijl groeimanagers het flink beter deden. De  Europese smallcapmanager op onze lijst heeft het dankzij zijn quality-growth stijl erg goed gedaan, terwijl deze stijl een paar jaar terug op flinke kritieken kon rekenen.’

Dit artikel is de laatste editie van de Fondsnieuws-serie over managerselectie. Oude afleveringen teruglezen:

Author(s)
Target Audiences
Access
Limited
Article type
Article
FD Article
No