Institutionele beleggers staan in de rij voor groene obligaties. Voor emissies was 2019 dan ook opnieuw een recordjaar. Tegelijkertijd missen de doelstellingen van uitgevende instellingen echter overtuiging en ambitie, terwijl beleggers bovendien behoefte hebben aan een gemeenschappelijk protocol voor impactrapportages.
Uit de 2019 Green Bond Market Summary van het Climate Bond Initiative blijkt dat 2019 een recordjaar was met een wereldwijde uitgifte van 257,7 miljard dollar - 51 procent meer dan in 2018 (170,6 miljard).
Het volume van 2019 werd voornamelijk gedreven door de Europese markt, die goed was voor 45 procent van de wereldwijde uitgifte. Azië-Pacific en Noord-Amerika volgden met respectievelijk 25 procent en 23 procent. In 2019 steeg het totale aantal groene obligaties uitgegeven in Europa met 74 procent op jaarbasis tot een totaal van 116,7 miljard dollar.
Voor het komende jaar wordt de markt voor green bonds geschat op 400 miljard dollar, dit is een stijging van ongeveer 55 procent ten opzichte van recordjaar 2019. Een forse groei, maar zeker haalbaar volgens Sean Kidney (foto), CEO van het Climate Bonds Initiative.
‘Die groei hoeft niet alleen te komen van nieuw kapitaal, maar ook voor een groot deel van herfinancieringen. Zo gaat er bijvoorbeeld al veel geld naar de transportsector, maar wij zouden graag willen dat dit geïnvesteerd wordt in de sporen in plaats van in hogesnelheidstreinen. Kortom, een heroriëntatie van de flows. Daarnaast moet iedere nieuwe investering voldoen aan de vereisten voor een green bond. Op die manier kunnen we snel schaal creëren.’
Gote interesse beleggers
Ondanks de groei moeten beleggers geduld hebben en ook teleurstellingen kunnen verwerken als het gaat om de inschrijving op green bond emissies. Volgens een rapport van BNP Paribas Asset Management (AM) wordt een gemiddelde green bond emissie meer dan drie keer overschreven. Twee in het oog springende voorbeelden in 2019 in Nederland zijn die van Vesteda en de Nederlandse staat. De 500 miljoen grote obligatie van Vesteda met een looptijd van 8 jaar en een coupon van 1,5 procent werd meer dan zes keer overschreven, volgens een persbericht op de website van de woningbelegger.
De Nederlandse overheid gaf in diezelfde maand als eerste AAA-land een green bond uit. Met succes, in totaal werd 5,9 miljard euro opgehaald. Beleggers waren zo enthousiast, dat in theorie zelfs 21 miljard opgehaald had kunnen worden. De obligatie wordt onder andere gebruikt voor de financiering van de grote fietsenstalling onder het station in Utrecht en de versterking van de Afsluitdijk. Het is de eerste green bond van een programma van in totaal 10 miljard euro.
Ruimte voor verbetering
Het lijkt niet op te kunnen voor de duurzame beleggingscategorie, maar toch zijn er verbeterpunten. Zo wordt er volgens Josh Kendall, ESG analist bij Insight Investment, een onderdeel van BNY Mellon, onvoldoende transparant gerapporteerd door uitgevende partijen en kan de daadwerkelijke positieve impact nog maar weinig worden aangetoond. ‘In veel gevallen merken we dat de doelstellingen van uitgevende instellingen overtuiging en ambitie missen. Er zou veel meer aandacht moeten worden besteed aan de kwaliteit van de onderliggende proposities. Van de meer dan 120 impactobligaties die wij beoordeeld hebben, kreeg slechts 27 procent de status groen.’
Bovendien zijn rapportagestandaarden nog onvoldoende, stellen Felipe Gordillo, ESG-analist en Xuan Sheng Ou Yong, green bonds & ESG-analist bij BNP Paribas AM. Idealiter laat een impactrapportage volgens hen zien hoeveel een specifieke obligatie bijdraagt aan het terugbrengen de CO2-uitstoot of een ander meetbaar doel. Dit om greenwashing te voorkomen. Maar tot nu toe is er nog steeds geen gemeenschappelijk protocol voor impactrapportages.
Vooruitgang is er wel op dit front. Zo zijn er de Green Bond Principles van de Green Capital Market Association. Dit zijn vrijwillige richtlijnen voor het verbeteren van transparantie en integriteit bij de ontwikkeling van de markt voor green bonds. De principes zijn bedoeld voor breed gebruik door de markt. Ze bieden uitgevende instellingen advies over de belangrijkste componenten die nodig zijn voor de lancering van een geloofwaardige groene obligatie. Ze helpen beleggers door te zorgen voor de beschikbaarheid van informatie die nodig is om de milieu-impact van hun nvesteringen te evalueren en zij helpen verzekeraars (underwriters) door marktinformatie meer te standaardiseren.
Een andere NGO die zich inzet voor het mobiliseren van de obligatiemarkt voor oplossingen voor klimaatverandering is het Climate Bonds Initiative. Door investeringen in groene projecten en activa te bevorderen wil het initiatief bijdragen aan een snelle overgang naar een koolstofarme en klimaatbestendige economie. Een belangrijke pijler van de strategie is de ontwikkeling van een standaard voor groene obligaties.
Taxonomie
De initiatieven zijn echter nog veelal gefragmenteerd en vrijblijvend. Maar hier zou verandering in kunnen komen met de Europese duurzaamheidstaxonomie, waarvoor in maart het definitieve advies wordt gepresenteerd aan de Europese Commissie. Deze definitie van groene beleggingen moet een einde maken aan eventuele verwarring over wat wel en niet een groene belegging is.
Brenda Kramer, Advisor Responsible Investment bij PGGM en lid van de EU Technical Expert group for Sustainable Finance, verwacht dat green bonds een centrale rol vervullen in de transitie. En dit is ook de reden waarom er door de EU een sterke link is gelegd tussen de taxonomie en een eventueel EU Green Bond label.
Want waar de druk op pensioenfondsen hoog is om de klimaattransitie via aandelenbeleggingen te versnellen, denkt zij dat dit juist als eerste via de obligatiemarkten zal gaan. Bij obligaties is de relatie tussen beleggingsbeslissingen en de “cost of capital” van bedrijven veel directer dan bij aandelen, legt Kramer uit.
‘Als pensioenfondsen hun aandelen verkopen, dan zullen die aandelen wel steeds goedkoper worden, maar dat kan alsnog interessant zijn voor beleggers die minder in duurzaamheid geïnteresseerd zijn. Kortom, het duurt erg lang voordat desinvesteringen van pensioenbeleggers echt de “cost of capital” van bedrijven raakt.’
Voor obligaties ligt dit heel anders. ‘Stel, een staalbedrijf wil zijn uitstaande schuld herfinancieren. Dan wordt het cruciaal wat de CO2-uitstoot per geproduceerde ton staal is en in hoeverre dat in lijn is met de doelstellingen van Parijs. Beleggers willen dit weten en meenemen in hun investeringsbeslissing en dat heeft directe gevolgen voor de financieringskosten.’
Publiek durfkapitaal
Volgens Kidney moeten overheden en ontwikkelingsbanken zich nog meer inzetten om de groei van green bonds te stimuleren. En als zij dit niet zelf doen dan moeten institutionele beleggers dit van ze eisen. ‘Het voordeel van publiek durfkapitaal ten opzichte van privaat durfkapitaal is dat het een veel langere horizon heeft en hierdoor ook in meer risicovolle projecten kan investeren. Ontwikkelingsbanken en overheden kunnen een belangrijk deel van het (initiële) risico wegnemen en maken het hierdoor mogelijk voor bijvoorbeeld pensioenbeleggers om ook te investeren.’
Kidney noemt het recent gelanceerde Invest-NL een perfect voorbeeld van hoe een overheid kan bijdragen aan de klimaattransitie. Invest-NL werd dit jaar in het leven geroepen om ondernemingen te financieren die Nederland duurzamer en innovatiever maken. Idealiter is dit investeringsfonds volgens hem de kraamkamer voor de toekomstige uitgevers van green bonds.
Dit artikel is geplaatst in de maart-editie van Fondsnieuws Institutioneel.