Het Milieu en Waterfonds van ASN Impact Investors zag in 2020 de underperformance ten opzichte van de index oplopen tot een slordige 30 procent. De oorzaak is wonderlijk genoeg: elektrische autoproducenten. ‘Ons fonds hanteert écht harde ESG-criteria en dus wijken we stevig af van de benchmark.’
‘Maar met dat soort cijfers heb je wel wat uit te leggen’, erkent Stephan Langen (foto), manager van het ASN Milieu en Waterfonds, in een gesprek met Fondsnieuws. De ondermaatse prestatie ten opzichte van de FTSE Environmental Technologies 100 Index is te wijten aan de weigering van de portfolio managers om, net als de benchmark, Tesla en het Chinese NIO op te nemen in het portfolio. Langen erkent dat de vragen vanuit cliënten terecht zijn. Het antwoord is echter vrij eenvoudig.
Het fonds heeft ten opzichte van de benchmark een grote onderweging in de energie efficiëntie sector. Dat zit hem voornamelijk in transport. Het aandeel van NIO, de Chinese producent van elektrische auto’s, steeg met 1500 procent vorig jaar. ‘Dat gebeurde zonder dat het bedrijf ook maar één auto had geproduceerd. Dat is wat ons betreft geen serieuze businesscase’, stelt Langen.
Bij Tesla ligt dat iets genuanceerder. ‘Tesla heeft wat ons betreft een “governance” probleem. Je ziet dat de topman Elon Musk actief probeert te verhinderen dat werknemers zich organiseren in een vakbond. Daarnaast heeft zijn manier van handelen (en twitteren) ook een te groot effect op de waarderingen van Tesla, aldus Langen.
‘Daar is hij overigens voor op de vingers getikt door de Amerikaanse beurstoezichthouder SEC. Hoewel dat voor aanpassingen in het bestuur van Tesla heeft gezorgd, kijkt het fonds liever naar ‘gezonde deelmarkten’, dus de aanlevering van onderdelen voor producenten van elektrische voertuigen’, voegt hij eraan toe.
‘Bedrijven als Volkswagen en Peugeot hebben die onderdelen allemaal nodig. Wij kunnen moeilijk voorspellen wie de uiteindelijke winnaar wordt in de wereld van elektrische auto’s. Als je in de aanlevering van onderdelen zit, dan maakt het niet uit wie er als winnaar uit die strijd komt.
Het aantal auto’s dat Tesla maakt is “peanuts” als je het vergelijkt met partijen zoals Volkswagen. Er zit een hoop verwachting in het Tesla aandeel’, voegt Langen eraan toe. Het milieu en waterfonds heeft op dit moment een active share van 86,4 procent.
Echte oplossingen
Het fonds selecteert, in tegenstelling tot de benchmark, alleen bedrijven die oplossingen kunnen bieden voor de grote duurzame thema’s, verteld Langen. ‘Denk daarbij aan decarbonisatie, waterbeheersing, waterzuivering en afvalverwerking.
Tegenover de onderweging in de energie-efficiency sector staat een bijna even grote overweging in de water technologie en utility sector. ‘Ons fonds hanteert écht harde ESG-criteria en dus wijken we stevig af van de benchmark. Wij hebben onze eigen, integrale aanpak ten aanzien van de selectie.’
‘Daarnaast is vanuit financieel oogpunt het defensieve karakter van deze bedrijven erg belangrijk’, erkent Langen. ‘Wij creëren buffers om zachter op te landen, dat drijft de perfomanceverschillen.’
Beleggen in Water
Het fonds heeft een strategische weging van 25 tot 65 procent in “water”. ‘Onze exposure naar het thema water via namen als Pennon Group PLC en Severn Trent PLC zorgt voor balans ten opzichte van de technologiefondsen.
In de watersector zijn de waarderingen een stuk minder volatiel ten opzichte van hightechbedrijven. Watergebruik en waterprijzen zijn relatief stabiel. Dat maakt dat waterbedrijven een stabiele cashflow hebben. Die bedrijven zijn bovendien nog niet overgewaardeerd. Als de rente laag blijft, dan zit er wat ons betreft nog ruimte in die koersen’, benadrukt Langen.
‘Nul uitstoot is onmogelijk’
Langen stelt met dit fonds de negatieve effecten op het gebied van klimaat en biodiversiteit ‘zo laag mogelijk te willen houden’.
‘Een beleggingsfonds in aandelen kan nooit klimaat positief zijn. Bedrijven hebben altijd uitstoot. Het enige wat ik kan doen is stoppen met beleggen. Dan is de portefeuille nul, en heb ik geen uitstoot. Als ik maar één euro beleg, dan heb ik gelijk een bepaalde uitstoot.’
Als een bedrijf minimaal 50 procent van de omzet haalt binnen het thema’s milieu of water dan noemen de ESG-research specialisten van ASN het een “environmental product”. ‘We maken een analyse van het beleid op het gebied van governance, mensenrechten, milieu en biodiversiteit. Daarnaast is de aanvoerketen belangrijk. Binnen die keten moeten geen misstanden bestaan’, voegt Langen eraan toe.
Duurzame aanvoerketen
Elektrisch rijden levert een enorme bijdrage op tot het verwezenlijken van de klimaatakkoorden, erkent Langen. Maar toch moet hij naar eigen zeggen als belegger de productie van deze voertuigen met enige terughoudendheid benaderen.
‘In accu technologie wordt bijvoorbeeld gebruik gemaakt van kobalt. In veel landen waar dat gewonnen wordt is er, naast een grote impact op het milieu, weinig bescherming voor de mensen die dat uiteindelijk uit die mijnen moeten halen.’
‘We hebben dan ook een holistische visie op duurzaamheid: dat draait niet alleen om het klimaat. Mensenrechten en biodiversiteit zijn wat ons betreft even belangrijk. We willen bijvoorbeeld in 2030 bereiken dat al onze beleggingen en financieringen per saldo ook nul nettoverlies aan biodiversiteit veroorzaken.’
Impax
Bij de samenstelling van het portfolio werkt ASN Impact Investors nauw samen met de Britse vermogensbeheerder Impax. Die partij is als delegated asset manager verbonden aan het fonds. Impax heeft, met haar goede staat van dienst in de milieu- en water niche, de discretie om op basis van financiële parameters de vermogenstitels te selecteren die in het door ASN ontwikkelde universum staan. Dat universum is 122 partijen groot. Het portfolio van het fonds bestaat gemiddeld uit 55 partijen.
‘Binnen het grote vermogensbeheer verhaal zijn wij een kleine speler. Assetmanagement is schaalbaar en dus is hoe groter de pool van assets, hoe lager de kosten per euro aan assets.’ ‘Dat businessmodel werkt op die manier goed voor ons’, aldus Langen.
Dit jaar behaalde het Milieu en Waterfonds de mijlpaal van 1 miljard euro onder management. De achterstand ten opzichte van de index lijkt ook weer te zijn hersteld met een YTD outperformance van 8 procent.
‘Dat is wat ons betreft een bevestiging voor het lange termijn succes. De markt wacht hierop. Hierin gaat de komende vijf tot tien jaar belegd worden. De drive op deze thema’s is ontegenzeggelijk alleen maar groter aan het worden. De groei van het fonds bevestigt dat. We zien de koersen oplopen, en nieuwe beleggers stappen in.’