Steven Majoor, Esma
steven_majoor_esma.jpg

Door de late omzetting van Mifid II in nationale wetgeving zijn meerdere banken in België nog niet klaar met de implementatie van de EU-richtlijn. 

Dat zeggen bronnen tegenover Investment Officer. Zij geven hun analyse van de markt op basis van anonimiteit, omdat de implementatie van Mifd II gevoelig ligt. ‘De banken kijken sterk naar elkaar, waarbij iedereen afwacht wie de eerste stap zet’, zegt een goed ingevoerde bron. 

De EU-richtlijn die van toepassing is in de beleggingsdienstverlening van alle EU-lidstaten, legt distributeurs die zeggen ‘onafhankelijk advies’ te geven een provisieverbod op. Partijen, zoals banken, kunnen dat verbod naast zich neerleggen als zij de klant duidelijk maken dat zij ‘afhankelijk advies’ geven. 

Bij de meeste banken in België is dat het geval, omdat zij óf een eigen asset managementtak hebben, óf werken met een beperkt aantal zogenoemde ‘preferred suppliers’. Als daarvan sprake is, dan mogen de retrocessies van de fondshuizen aan de bank in stand blijven. Voorwaarde is wel dat dit expliciet gecommuniceerd wordt met de eindklant. 

De Europese toezichthouder Esma, die onder leiding staat van Steven Maijoor (foto), streeft met Mifid II vooral na dat de transparantie jegens klanten vergroot wordt. Zo wordt ondermeer ook de eis gesteld dat klanten geïnformeerd worden over de zogenoemde Total cost of ownership. Deze TCO moet alle kosten in beeld brengen die binnen de fondsen worden ingehouden en alle kosten die de bank in rekening brengt. Op basis daarvan moet de eindklant een TCO worden overlegd. 

Bronnen waarmee Investment Officer in achtergrondgesprekken heeft gesproken, verwachten van de invoering van Mifid II ten minste twee ontwikkelingen: het fondsenuniversum zal (verder) worden verkleind, terwijl - mede door de invoering van de EU-richtlijn - de kostendruk toeneemt. Hiervan zullen passieve producten en oplossingen profiteren, zoals indexproducten. 

Als een ‘hoofdpijndossier’ wordt in de markt betiteld de verplichting dat van ieder product in het assortiment aanvullende, actuele informatie beschikbaar is. Bij fondsen die Ucits geregistreerd zijn, is dat de zogenoemde EID - Essentiële Informatie Document. Dat is een drie pagina’s tellend uniform document dat de klant inzicht geeft in de risico’s, de kosten en het beoogde rendement. 

De EID maakt onderdeel uit van de PRIIPS-verordening voort, die inmiddels van kracht is geworden. Als niet aan deze PRIIPS-verordening wordt voldaan, dan mogen banken of asset managers deze fondsen niet meer aankopen, waardoor ‘afsterving van deze producten’ dreigt, zo kan men in de markt horen. De nieuwe eisen die aan niet-Ucits fondsen worden gesteld, kunnen vooral ook grote gevolgen hebben voor Amerikaanse asset managers die in Europa nog vaak niet-Ucits geregistreerde fondsen aanbieden. 

De eisen rond EID en PRIIPS zorgen in de compliance- en back offices van Belgische distributeurs voor ‘paniekreacties’, zo valt bij de rondgang langs diverse bronnen op te tekenen. De kosten van alle aanpassingen worden door de banken in België vooralsnog niet doorberekend naar hun eindklanten en gaat nu veelal ten laste van de winst- en verliesrekening. 

DE PRIIPS-verordening werd in België op 25 december 2017 in een Koninklijk besluit bekend gemaakt.

 

Author(s)
Access
Limited
Article type
Article
FD Article
No