
De Morningstar-categorie voor wereldwijde staatsobligaties, gelanceerd in oktober 2024, weerspiegelt een groeiend fondsenlandschap met 117 unieke strategieën per februari 2025. Verschillende economische structuren, beleidsreacties en politieke contexten beïnvloeden het sentiment van beleggers.
In de Verenigde Staten blijven fondsbeheerders alert op signalen van economische vertraging, terwijl Britse staatsobligaties (gilts) over het algemeen impopulair blijven vanwege trage groei en inflatiezorgen. In Europa trekken perifere landen zoals Spanje, Italië en Ierland de belangstelling, terwijl kernlanden zoals Frankrijk en Duitsland onder druk blijven staan door aanhoudende politieke risico’s. Beheerders verminderen hun onderweging in Japanse staatsobligaties, anticiperend op beleidsnormalisatie. Ondertussen blijft de Japanse yen een populaire handelspositie binnen deze fondsen.
Tegen deze achtergrond zijn de door onze analisten beoordeelde BNY Mellon Global Bond en Colchester Global Bond twee interessante strategieën in de Morningstar-categorie voor wereldwijde staatsobligaties. Hoewel beide strategieën een Above Average-rating hebben voor zowel de People- als de Process-pijler, bieden ze elk een unieke benadering voor beleggers.
People
Bij Colchester Global Bond worden beleggingsbeslissingen genomen door het investeringscomité, dat bestaat uit alle handelaren, analisten en portefeuillebeheerders binnen de firma, inclusief Ian Sims en Keith Lloyd, “veteranen” met bijna dertig jaar ervaring.
BNY Mellon Global Bond wordt geleid door de ervaren fondsbeheerder Jonathan Day, samen met co-beheerders Ella Hoxha en Trevor Holder van Newton Asset Management, een dochteronderneming van BNY Mellon sinds 2002. Elk lid van dit trio heeft ongeveer twintig jaar ervaring. Day en Holder beschikken over diepgaande institutionele kennis en sloten zich respectievelijk in 2002 en 2006 aan bij Newton. Er zijn enkele leiderschapswijzigingen geweest: Hoxha werd in 2023 benoemd tot hoofd vastrentende waarden als opvolger van Paul Brain, die zich voorbereidde op zijn pensionering. Ook vertrok co-beheerder Carl Shepherd in oktober 2024. Desondanks blijft de strategie in deskundige handen.
Het team van Colchester heeft een voordeel ten opzichte van BNY Mellon qua omvang: het beschikt over tien analisten die ontwikkelde en opkomende markten bestrijken, terwijl BNY Mellon er vier heeft. Bij Colchester zijn analisten generalisten, terwijl het team van BNY Mellon zich specialiseert per regio. Hoewel het personeelsverloop bij BNY Mellon niet abnormaal is, kent Colchester een uitzonderlijk laag analistenverloop in vergelijking met veel concurrenten. Beide teams bieden echter gedegen dekking en ondersteunen het beleggingsproces effectief.
Process
BNY Mellon hanteert een top-down thematische aanpak, geleid door Newtons investment strategy group. Dit team van assetclass-specialisten identificeert structurele verstoringen of belangrijke drijvende krachten die het obligatierendement wezenlijk kunnen beïnvloeden. Deze macrovisie wordt gecombineerd met gedetailleerde bottom-up analyses van landen en instrumenten, waarbij gebruik wordt gemaakt van zowel fundamentele als kwantitatieve modellen en marktgegevens over vraag en aanbod van staatsobligaties en valuta.
Bij Colchester ligt de nadruk op waardebepaling op basis van economische fundamenten, met name de verwachte inflatie-gecorrigeerde reële rendementen en koopkrachtpariteit op middellange termijn. Het team voert diepgaand onderzoek naar financiële stabiliteit per land uit en behoort tot een selecte groep obligatiebeheerders die ESG-factoren (milieu, maatschappij en goed bestuur) expliciet in hun beleggingsproces integreren. De focus op reële rendementen betekent dat zowel rente- als valuta-analyse een cruciale rol spelen.
Portfolio
BNY Mellon belegt voornamelijk in staatsobligaties en valuta’s van de G10-landen. Daarnaast kan het fonds tot 20 procent in supranationale obligaties en maximaal 15 procent in hoogwaardige obligaties van opkomende markten investeren. Valutaposities mogen 10 tot 20 procent afwijken van de benchmark, terwijl de duratie binnen een bandbreedte van twee jaar van de benchmark wordt gehouden.
Colchester richt zich op investment-grade-landen, met een limiet van 20 procent voor staatsobligaties met een lagere rating. Valuta-afwijkingen kunnen oplopen tot plus of min 30 procent van de benchmark. De duratie wordt hier beperkt tot 25 procent van de FTSE World Global Bond Index-benchmark.
Beide fondsen nemen uitgesproken posities in. Per december 2024 had BNY Mellon 15 procent van zijn portefeuille in Amerikaanse staatsobligaties, terwijl de benchmark 51 procent omvatte. Colchester had slechts 10 procent in de eurozone, versus de benchmark van 27 procent, terwijl Mexico (slechts 1 procent in de benchmark) een weging van 11 procent kreeg. Op valutagebied had BNY Mellon een onderweging in de euro en een overweging in de Australische dollar. Colchester koos voor een onderweging in de Amerikaanse dollar en overwegingen in de Japanse yen en het Britse pond.
Performance
De geannualiseerde rendementen van de toonaangevende share classes van beide fondsen presteerden beter dan de Morningstar Global Treasury Bond Index en het gemiddelde van de concurrenten in de categorie wereldwijde staatsobligaties over de afgelopen vijf jaar tot januari 2025. Toch kan BNY Mellons voorkeur voor kwaliteit ertoe leiden dat het fonds achterblijft in marktrally’s, maar profiteert in perioden van verhoogde volatiliteit of marktverkoopgolven.
Colchester is doorgaans volatieler, zoals gemeten aan de hand van de standaarddeviatie, vanwege de waardegedreven benadering, geconcentreerde posities en actieve valuta-exposities. Valuta’s zijn vaak beweeglijker dan obligaties, wat leidt tot periodes van verhoogd relatief risico ten opzichte van de benchmark en concurrenten. 2024 was bijvoorbeeld een uitdagend jaar voor Colchester, met een rendement van min 0,3 procent, terwijl BNY Mellon 3,6 procent behaalde en de benchmark 3,1 procent.
De valuta-exposities waren de belangrijkste reden voor de underperformance van Colchester. Hoewel de onderweging in de euro positief bijdroeg, werden de rendementen gedrukt door overwegingen in de Japanse yen, Zweedse kroon en Noorse kroon. BNY Mellon profiteerde daarentegen van allocaties buiten de benchmark, zoals Nieuw-Zeelandse obligaties, en een overweging in Australische obligaties. De impact van valuta’s was hier minder uitgesproken.
Elbie Louw, CFA, CIPM, is senior analist en manager research bij Morningstar Benelux. Morningstar is lid van het expertpanel van Investment Officer.