Wereldwijde flexibele obligatiestrategieën bestrijken een breed scala aan verschillende benaderingen. Gezien die complexiteit moeten beleggers ze met de nodige voorzichtigheid benaderen.
De Morningstar Global Flexible Bond Category omvat een gevarieerde reeks strategieën die geen gemeenschappelijke kernkenmerken delen zoals die in nauwer gedefinieerde Morningstar-categorieën. Fondsen in deze categorie hebben vaak een duidelijk onderscheidend doel of maken gebruik van een uitgebreide gereedschapskist. Dit laatste biedt beheerders aanzienlijke flexibiliteit in het gebruik van derivaten, valuta- en sectorblootstellingen en ruime discretionaire bevoegdheid bij de rentepositionering – waaronder de mogelijkheid om short te gaan. Daardoor kunnen vergelijkingen met sectorgenoten en categoriebenchmarks genuanceerder uitvallen, in het licht van de uiteenlopende doelstellingen en het brede instrumentarium waarover beheerders kunnen beschikken. Passende vergelijkingen vereisen een dieper begrip van de doelstellingen, assetallocatie en risicoruimte van elke strategie om daadwerkelijk gelijksoortige fondsen te kunnen identificeren.
Een goed voorbeeld hiervan zijn Capital Group Global High Income Opportunities en Dodge & Cox Worldwide Global Bond, die beide sterke Morningstar People- en Process Pillar-beoordelingen krijgen, maar duidelijk verschillende doelstellingen nastreven. Capital Group legt de nadruk op consistente inkomensgeneratie, terwijl Dodge & Cox een breed gediversifieerde aanpak hanteert, met een focus op totaalrendement en langetermijnvermogensbehoud.
Hieronder volgt een vergelijking van deze twee strategieën, waarin de belangrijkste verschillen worden belicht die hen, en hun beoordelingen, van elkaar onderscheiden.
People
Deze twee fondsen worden beheerd door zeer ervaren teams, maar hun structuur verschilt. Capital Group hanteert een multimanagerbenadering, waarbij vier ervaren portfoliomanagers elk een deel van de portefeuille beheren. Kirstie Spence en Luis Freitas de Oliveira beheren het schuldpapier uit opkomende markten, terwijl David Daigle en portfolio investment officer (PIO) Shannon Ward verantwoordelijk zijn voor high yield. Ward zorgt ervoor dat het geheel van de afzonderlijke delen binnen de kaders van het mandaat blijft. Elke manager heeft bijna drie decennia ervaring. De managers worden ondersteund door een sterke analistenbasis, met tien analisten in high yield en elf in opkomende markten – met gemiddeld zestien jaar ervaring. Deze diepgaande en samenwerkingsgerichte omgeving ondersteunt Capital Groups Above Average People Pillar-rating, vooral gezien de nadruk op bottom-upanalyse.
Het Dodge & Cox-fonds wordt beheerd door het global fixed-income beleggingscomité, waarvan de zeven leden gemiddeld twintig jaar ervaring in de sector hebben en een sterke betrokkenheid tonen via aanzienlijke persoonlijke beleggingen in het fonds. Het comité wordt ondersteund door meer dan vijftig professionals, waaronder vastrentende analisten, handelaren, sectorspecialisten en wereldwijde macro-analisten. Het bedrijf heeft leiderschapsoverdrachten zorgvuldig begeleid, zoals de geplande pensionering van CEO Dana Emery eind 2025. Dodge & Cox’ High People Pillar-rating weerspiegelt de langdurige ervaring, diepgaande expertise en het vermogen van het team om de volgende generatie beleggingsspecialisten op te leiden.
Process
Het proces van Capital Group is gebaseerd op de gevestigde multimanagerbenadering, en de strategie richt zich op consistent, gediversifieerd inkomen door te beleggen in obligaties uit opkomende markten en high yield. De strategie wordt afgezet tegen een aangepaste mix van 50 procent Amerikaanse highyieldobligaties, 20 procent schuld uit opkomende markten in lokale valuta, 20 procent schuld uit opkomende markten in harde valuta, en 10 procent bedrijfsobligaties uit opkomende markten. Assetallocatiebeslissingen worden gezamenlijk genomen door de teamleiders, waarbij PIO Shannon Ward de beslissende stem heeft bij een patstelling. Zodra de allocatie is vastgesteld, heeft elke manager volledige discretionaire bevoegdheid binnen zijn of haar deel, wat zorgt voor diversificatie in stijlen en risicobereidheid.
Alfa wordt voornamelijk gedreven door bottom-up krediet- en landenselectie, met assetallocatie- en valutabeslissingen als ondersteunende factoren. De integratie van duurzaamheidscriteria sinds 2022 verkleinde het belegbaar universum met ongeveer 10 procent, maar beïnvloedde het risicorendementsprofiel van de portefeuille niet wezenlijk. Het proces is beproefd, onderscheidend en teamgedreven en levert een Above Average Process Pillar-rating op.
Dodge & Cox daarentegen hanteert een gediversifieerde, ‘go anywhere’-strategie, gericht op totaalrendement en langetermijnvermogensbehoud. Het proces combineert diepgaand fundamenteel onderzoek, prijsdiscipline en een langetermijnfocus. Het team zoekt naar overtuigende, waarderingsgedreven kansen in diverse vastrentende sectoren. Dit kan uitmonden in een geconcentreerde portefeuille die vaak sterk afwijkt van sectorgenoten en de in Amerikaanse dollar afgedekte Bloomberg Global Aggregate-benchmark. De omloopsnelheid ligt doorgaans lager dan bij concurrenten en het proces wordt gekenmerkt door geduld, flexibiliteit en sterke uitvoering, wat resulteert in een High Process Pillar-rating.
Portfolio
In de afgelopen jaren had de portefeuille van Capital Group een voorkeur voor schuld uit opkomende markten, wat de visie van het team weerspiegelt dat de waarderingen aantrekkelijker zijn dan die van bedrijfsobligaties in het highyieldsegment. Lokale valuta staatsobligaties (uit landen als Mexico, Brazilië en Colombia) besloegen ongeveer 20 procent van de portefeuille, met nog eens 20 procent in staatsobligaties in harde valuta en 10 procent in bedrijfsobligaties uit opkomende markten – voornamelijk in de financiële sector en de toerismesector. De highyieldblootstelling lag tussen 40 procent en 45 procent, waarbij het team terughoudend was in cyclische sectoren. Per oktober 2025 bedroeg het rendement van de strategie 6,4 procent, iets onder het 10-jaarsgemiddelde van 7 procent.
Dodge & Cox’ portefeuille wordt gedreven door waarderingen en de bereidheid om snel te herpositioneren. In maart 2025 werd de bedrijfsobligatieblootstelling (doorgaans tussen 50 procent en 60 procent) teruggebracht tot 31 procent, steeg de blootstelling aan wereldwijde staatsobligaties naar een recordhoogte van 32 procent en werd de duratie verlengd tot 6,3 jaar, met staatsrentestanden gespreid over ontwikkelde markten zoals Australië, Noorwegen en Nieuw-Zeeland. Ook de positie in gesecuritiseerde activa nam toe in lijn met de voorzichtige houding, terwijl de blootstelling aan schuld uit opkomende markten een ondergemiddelde 20 procent bedroeg. In september 2025 was de portefeuille op vergelijkbare wijze gepositioneerd, met slechts beperkte aanpassingen.
Performance
Capital Group heeft de afgelopen twintig jaar aanzienlijke outperformance gerealiseerd ten opzichte van zowel de categorie als de benchmark, met consistente inkomensrendementen rond de 7 procent. Maar de focus van de strategie op schuld uit opkomende markten en highyieldobligaties leidt tot hogere volatiliteit dan in de meer gediversifieerde categorie voor flexibele obligaties. Binnen deze strategie heeft sterke creditselectie het langetermijnsucces aangedreven.
Dodge & Cox heeft sinds de oprichting in 2014 eveneens opmerkelijke rendementen behaald, waarbij zowel de jaarlijkse als de voor risico gecorrigeerde rendementen tot de beste binnen de categorie behoren. De neiging tot bedrijfsobligaties heeft geleid tot sterke resultaten in kredietvriendelijke marktomstandigheden en schokken in de rente dankzij de lagere rentegevoeligheid, maar deze positie maakt het fonds ook gevoeliger voor kredietverkopen dan zijn benchmark.
Elbie Louw, CFA, CIPM, is senior analist manager research bij Morningstar Benelux. Morningstar is lid van het expertpanel van Investment Officer.