Bijna alle grote fondshuizen brengen de crème de la crème van hun kennis en ervaring in multi-asset teams samen. Toch vinden deze fondsen bij de Nederlandse grootbanken maar beperkt aftrek. Het past niet in de (model)portefeuilles, maar ook niet in het zelfbeeld van banken.
Veel multi-asset strategieën zijn ontstaan uit pensioenoplossingen die bij asset managers voor het eigen (interne) pensioenfonds zijn opgericht.
Dat geldt voor het Britse Schroders en het Schotse Standard Life. Het Schroders Global ISF Diversified Growth Fund en het GARS-fonds zijn qua strategie onvergelijkbaar, maar hebben ten minste één karakteristiek gemeen: prioriteit ligt bij het managen van het neerwaartse risico, maar beiden zijn geen absolute return fonds.
Dat de asset managers goed voor zichzelf en hun pensioen zorgen spreekt voor zich, maar deze fondsen worden inmiddels ook aan zowel institutionele als particuliere klanten beschikbaar gesteld.
In Engeland, Duitsland en Zwitserland vinden multi-asset fondsen, die doorgaans een breder mandaat hebben dan de op statische asset allocatie gerichte mixfondsen, gretig aftrek. In deze landen worden dergelijke producten zowel door de banken als door onafhankelijke vermogensbeheerders in core-satellite strategieën toegepast - soms als satellite, maar ook steeds vaker als core.
Lees ook over de masterclass ‘multi-asset beleggen nieuwe stijl’
De populariteit van de multi-asset fondsen is veelal te danken aan het flexibele mandaat - ‘unconstrained’ noemen de fondsmanagers dat: de beheerders mogen doorgaans los van een mandaat in een breed scala van asset classes en categorieën beleggen. De enige beperking is doorgaans dat over een termijn van pakweg drie jaar een rendement moet worden behaald van libor (of cash) plus 4 tot 5 procent per jaar en een volatiliteit die niet meer dan de helft mag zijn van wereldaandelen.
De verwachting is een actieve, dynamische asset allocatie, waarbij de multi-asset managers beleggers een evenwichtige total return bieden en er voor zorgen dat men voor een zware correctie als in 2008 wordt behoed.
Het inzicht wat de klant écht wil, namelijk vermogensbehoud, werd de sector duidelijk in 2009 en daarna: het multi-asset fonds Carmignac Patrimoine van de gelijknamige oprichter Eduoard Carmignac (foto) sloot het rampjaar 2008 neutraal af, terwijl anderen soms wel tientallen procenten verlies hadden geleden. Dat succes werd met een klaterende instroom van tientallen miljarden euro’s beloond.
Fine fleur breekt niet door
Toch breekt de fine fleur van de grote fondshuizen - onder wie ING Investment Management in Nederland - niet echt door, in ieder geval niet bij de grootbanken. De teleurstelling, het onbegrip en de frustratie is daarover groot bij de fondshuizen, vooral ook op de hoofdkantoren in Londen, Parijs, Zürich en in de VS.
Banken willen de regie blijven voeren over hun asset allocatie en over het productmanagement. Ze vinden dat multi-asset fondsen, met hun vrije mandaten, daar niet inpassen. Ze kunnen dan namelijk niet - of slechts moeizaam - als bouwstenen in de portefeuilleconstructie van de banken worden ingezet.
Inspringen op lacune
Execution only-platforms spelen op die lacune, en vooral op de behoefte naar kwalitatief hoogwaardige multi-asset fondsen in. Zo heeft NNEK recentelijk vier multi-asset fondsen op zijn fondsenplatform opgenomen. Het is het zogenoemde Best Active-concept, dat uit vier fondsen bestaat: JP Morgan Global Balanced Fund, Henderson Multi Manager Diversification, Invesco Balanced Risk Allocation Fund en het Templeton Global Balanced Fund. De belegger hoeft alleen maar te herbalanceren.
Egbert Berkhoff, directeur van NNEK, heeft hierover tegen IEX Profs gezegd dat het om ‘vier hoofdbouwblokken gaat, die vooral zijn geselecteerd op basis van hun onderlinge lage correlatie’ en als zodanig goed naast elkaar kunnen worden gebruikt als totaaloplossing.